Inzet van radiotherapie op vrijwel optimaal niveau in Nederland
Het toepassen van radiotherapie bij patiënten met kanker ligt in Nederland internationaal gezien op een vrijwel optimaal niveau. Elders in Europa ligt de benutting aanzienlijk lager dan op basis van ‘evidence based’ ramingen wordt geschat. Dat blijkt uit een rekenmethode naar het optimaal gebruik van radiotherapie die door een internationaal onderzoeksteam, waaraan dr. Rob Verhoeven deelnam namens IKNL, is uitgevoerd met data van 12 veel voorkomende tumoren in 40 Europese landen.
Het doel van deze studie was een schatting te maken van het aantal nieuwe kankerpatiënten dat in de nabije toekomst gebruik zou kunnen gaan maken van radiotherapie en de vereiste apparatuur die daarvoor nodig is in verschillende Europese landen.
Optimale benutting
De incidentie en relatieve frequentie van diverse kankersoorten werd geschat op basis van de European Cancer Observatory in combinatie met de population-based data over de stadiumverdeling bij diagnose afkomstig van vijf kankerregistraties. Het jaar 2012 gold daarbij als vertrekpunt. Deze data werden gebruikt in een beslisboom met evidence-based indicaties om het optimale benuttingsaandeel (OUP) per tumor te berekenen.
Met de OUP wordt het percentage van patiënten aangegeven dat op enig moment in de kankerbehandeling in aanmerking zou kunnen komen voor uitwendige radiotherapie. Deze rekenmethode is ontwikkeld door het Australische CCORE-team. De huidige studie werd uitgevoerd met data van 12 veel voorkomende tumoren in 40 Europese landen.
Nederland: vrijwel optimaal
In het minimale scenario varieerde de OUP van 47% in de Russische Federatie tot 53% in België zonder duidelijke geografische patroon voor de variabiliteit tussen de onderzochte landen. De impact van variatie van het tumorstadium bij diagnose op het OUP was beperkt per land. Binnen de 24 landen waar gegevens over feitelijke gebruik van radiotherapie beschikbaar was, werd in de meeste landen een kloof waargenomen tussen het geschatte optimale en het feitelijk gebruik van radiotherapie. Het feitelijk gebruik van radiotherapie in Nederland lag tussen de 89% en 91% van het geschatte optimale gebruik. Daarmee staan de Nederlandse radiotherapeutische centra op de derde plek in dit onderzoek.
Effectief gebruik lager
Uit de studie van Josep M. Borras en collega’s blijkt dat het huidige gebruik van radiotherapie bij patiënten met kanker in een groot aantal Europese landen aanzienlijk lager ligt dan de optimale benutting die voorspeld wordt op basis van evidence based ramingen in de literatuur. Deze discrepantie vormt een grote uitdaging voor beleidsmakers bij het plannen van medische hulpmiddelen op nationaal niveau en om het voorzieningenniveau binnen de Europese landen te verbeteren.
-
Josep M. Borras, Yolande Lievens, Peter Dunscombe, Mary Coffey, Julian Malicki, Julieta Corral, Chiara Gasparotto, Noemie Defourny, Michael Barton, Rob Verhoeven, Liesbeth van Eycken, Maja Primic-Zakelj, Maciej Trojanowski, Primoz Strojan, Cai Grau: ‘The optimal utilization proportion of external beam radiotherapy in European countries: An ESTRO-HERO analysis’.
-
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl
-
Zie ook: NKR gebruikt voor maken Europese schatting benodigde radiotherapie