IKNL-onderzoekers geven presentaties tijdens symposium in San Antonio
Drie onderzoekers van IKNL, Marissa van Maaren, Linda de Munck en Sabine Siesling, zijn van 8 tot en met 12 december aanwezig tijdens het San Antonio Breast Cancer Symposium in San Antonio (VS) om presentaties te geven over studies die IKNL heeft uitgevoerd naar verbetering van de zorg voor patiënten met borstkanker. Naast mondelinge presentaties, tonen zij ook zeven posters, waaronder studies naar het risico van overbehandeling bij gebruik van MRI, het effect van digitale mammografie bij bevolkingsonderzoek naar borstkanker, kans op een recidief na neo-adjuvante chemotherapie en inzet van een tijdsafhankelijk nomogram om laag en hoog risico van locoregionale recidieven te identificeren. Het congres kan op Twitter worden gevolgd via #SABCS15
Een van de orale presentaties die IKNL verzorgt, gaat over het effect van toevoeging van trastuzumab aan (neo)adjuvante chemotherapie bij patiënten met HER2-receptor positieve borsttumoren. Sinds trastuzumab wordt toegevoegd aan (neo)adjuvante chemotherapie is de prognose van stadium II en III borstkankerpatiënten sterk verbeterd. Kleinere tumoren zonder aangetaste lymfeklieren kunnen echter ook een slechte prognose hebben wanneer zij HER2 positief zijn. Deze studie laat zien dat systemische behandeling met chemotherapie en/of trastuzumab de overall survival in T1N0 HER2-postieve borstkankers ook verbetert.
-
The effect of trastuzumab based therapy on overall survival in small, node-negative HER2-positive breast cancer: to treat or not to treat?
-
Studie door: Mette S van Ramshorst, Margriet van der Heijden-van der Loo, Gwen MHE Dackus, Sabine C Linn en Gabe S Sonke.
-
Presentatie: vrijdag 11 december 16: 16:30-16:45 (VS tijd). Het tijdsverschil met Nederland is 7 uur.
Effect borstsparende therapie
In de tweede presentatie, verzorgd door Marissa van Maaren, worden de resultaten besproken van een studie naar het effect van borstsparende chirurgie met radiotherapie. Uit deze studie blijkt dat deze borstsparende therapie tot een significant betere 10-jaarsoverleving leidt bij patiënten met een vroeg stadium van borstkanker vergeleken met patiënten die een mastectomie kregen. De studie toont verder aan dat de 10-jaars metastasevrije overleving significant beter is voor borstsparende chirurgie met radiotherapie dan mastectomie bij patiënten met T1N0 stadium van borstkanker (kleine tumoren zonder uitzaaiingen in de lymfeklieren).
-
Higher 10-year overall survival after breast conserving therapy compared to mastectomy in early stage breast cancer: a population-based study with 37,207 patients.
-
Studie door: Marissa C. van Maaren, Linda de Munck, Geertruida H. de Bock, Jan J. Jobsen, Thijs van Dalen, Philip Poortmans, Sabine C. Linn, Luc J. Strobbe en Sabine Siesling.
-
Marissa van Maaren heeft voor deze studie een Clinical Scholar Award ontvangen.
-
Zie ook: Borstsparende therapie bij vroege borstkanker leidt tot betere overleving
-
Persconferentie: donderdag 10 december 7:30 uur (VS tijd). Presentatie: 10:30-10:45 (VS tijd)
Posterpresentaties
De onderzoekersdelegatie van IKNL presenteerde verder de volgende posters tijdens het San Antonio Breast Cancer Symposium in San Antonio.
Poster 1. Population-based validation study of Adjuvant! for primary breast cancer patients in the Netherlands
Belangrijkste resultaten: Adjuvant!, een online tool om het effect van adjuvante systemische therapie op overleving en recidieven te voorspellen, onderschat de borstkanker-specifieke en ziektevrije overleving van Nederlandse borstkankerpatiënten. Behandelbeslissingen op basis van dit instrument leiden tot een sterker risico op overbehandeling. Het is dus raadzaam om hier voorzichtig mee om te gaan.
-
Studie door: J. J. van Kleef, R. Bretveld, C.G.M. Groothuis-Oudshoorn, J. van der Palen, J.J. Jobsen, H. Struikmans en S. Siesling.
-
Presentatie: donderdag 10 december 17:00-19:00 (VS tijd)
Poster 2. Only in lobular breast cancer MRI use is associated with a lower risk of positive surgical margins and a reduced number of mastectomies. A real-world analysis in The Netherlands.
Belangrijkste resultaten: MRI kan als ondersteuning voor lokale behandeling worden gebruikt, maar geeft ook een risico op overbehandeling. Deze studie laat zien dat MRI vaker wordt gebruikt in jongere patiënten met lobulaire en/of multifocale borstkanker, en dat het gebruik ervan is geassocieerd met minder primaire en secundaire mastectomieën in lobulaire invasieve borstkanker vergeleken met ductale invasieve borstkanker. Patiënten die een MRI zijn ondergaan werden bijna vier keer zo vaak gediagnosticeerd met contralaterale borstkanker vergeleken met patiënten die geen MRI hebben gehad.
-
Studie door: Vivianne C.G. Tjan-Heijnen, Marc B.I. Lobbes, Ingeborg J.H. Vriens, Annelotte C.M. van Bommel, Grard A.P. Nieuwenhuijzen, Marjolein L. Smidt, Liesbeth J. Boersma, Thijs van Dalen, Carolien H. Smorenburg, Sabine Siesling, Adri C. Voogd, on behalf of the NABON Breast Cancer Audit Working Group
-
Presentatie: vrijdag 11 december van 7:30-9:00 (VS tijd)
Poster 3. Contemporary risk of local breast cancer recurrence after neo-adjuvant chemotherapy: results of a population-based cohort study
Belangrijkste resultaten: Na neoadjuvante chemotherapie is het 5-jaars risico op een lokaal recidief lager bij hormoon receptor positieve dan hormoon receptor negatieve tumoren (3.3 vs. 12.9%), daalt naarmate er minder tumorresidu achterblijft, of minder klieren aangetast blijven en is lager na borstsparende chirurgie dan na mastectomie (4.8 vs. 7.2%). Dit onderzoek wordt nog verder uitgebreid.
-
Studie door: K.C. Aalders, G.S. Sonke, M. van der Heiden- van der Loo, L.J. Boersma, P.J. van Diest, S. Siesling en T. van Dalen.
-
Presentatie: vrijdag 11 december 17:00-19:00 (VS tijd)
Poster 4. Contemporary local and regional recurrence rates in very young breast cancer patients
Belangrijkste resultaten: 3.5% van de vrouwen jonger dan 35 jaar kreeg een lokaal recidief binnen 5 jaar, en 3.7% kreeg een regionaal recidief binnen 5 jaar. Hormoonreceptor negatieve tumoren en HER2-positieve tumoren zijn geassocieerd met een hogere kans op een recidief. Deze biologische tumorkenmerken kunnen bijdragen aan optimale behandeling en follow-up in deze specifieke patiëntengroep.
-
Studie door: K.C. Aalders, E.L. Postma, L.J. Strobbe, M. van der Heijden-van der Loo, G.S. Sonke, L.J. Boersma, P.J. van Diest, S. Siesling en T. van Dalen.
-
Kim Aalders heeft voor deze studie een Clinical Scholar Award gekregen.
-
Presentatie: vrijdag 11 december 17:00-19:00 (VS tijd)
Poster 5. Digital versus screen-film mammography in population-based breast cancer screening: performance indicators and tumor characteristics of screen-detected and interval cancers
Belangrijkste resultaten: Digitale mammografie in het bevolkingsonderzoek borstkanker resulteerde in gelijke ratio’s van screen-detected en interval tumoren vergeleken met de analoge mammografie. De tumorkenmerken van de interval tumoren waren gelijk na digitale en analoge screening. Dit geeft aan dat digitale mammografie even goed is als analoge mammografie. Digitale mammografie leidde bij vrouwen die voor de eerste keer deelnamen echter wel tot meer doorverwijzingen.
-
Studie door: Linda de Munck, Geertruida H. de Bock, Renée Otter, Dick Reiding, Mireille J.M. Broeders, Pax H.B. Willemse en Sabine Siesling.
-
Presentatie: zaterdag 12 december 7:30-9:00 (VS tijd)
Poster 6. Interval breast cancers have worse tumor characteristics and survival compared to screen-detected breast cancers
Belangrijkste resultaten: Interval tumoren, die werden gediagnosticeerd tussen twee screeningsonderzoeken bij het bevolkingsonderzoek borstkanker, hebben minder gunstige tumorkenmerken vergeleken met screen-detected tumoren die via het bevolkingsonderzoek werden gediagnosticeerd. Tumoren gediagnosticeerd bij vrouwen die eerst een fout positieve screeningsuitslag hadden, hebben dezelfde kenmerken als de screen-detected tumoren.
-
Studie door: L. de Munck, S. Siesling, R.M. Pijnappel, B. van der Vegt en G.H. de Bock.
-
Presentatie: zaterdag 12 december 7:30-9:00 (VS tijd)
Poster 7. Time-dependent nomogram for risk of locoregional recurrence in early breast cancer patients: 10 year extension
Belangrijkste resultaten: Een tijdsafhankelijk nomogram dat het jaarlijkse risico op locoregionale recidieven voorspelt tot 5 jaar na diagnose, is ontwikkeld en gevalideerd. Dit model is vervolgens uitgebreid naar een follow-up van 10 jaar en gevalideerd op de Nederlandse populatie. Het nomogram kan gebruikt worden om patiënten te identificeren met een laag of hoog risico op locoregionale recidieven die voordeel zouden hebben van een minder of juist meer intensieve follow-up.
-
Studie door: Annemieke Witteveen, Ingrid M.H.Vliegen, Gabe S. Sonke, Joost M. Klaase, Maarten J. IJzerman en Sabine Siesling.
-
Presentatie: zaterdag 12 december 7:30-9:00 (VS tijd)