Gespreksmodel geeft inzicht in belasting en zorgbehoefte mantelzorger
Nederland kent ruim 2,6 miljoen mantelzorgers die langer dan drie maanden meer dan acht uur per week mantelzorg verlenen. 450.000 van deze mantelzorgers geeft aan zich overbelast te voelen. Zorgverleners kunnen het ‘gespreksmodel mantelzorgondersteuning’ inzetten als hulpmiddel om in gesprek te komen met een mantelzorger. Met behulp van de bijgeleverde vragenlijst wordt de belasting van de mantelzorger zowel subjectief als objectief in beeld gebracht. Zo ontstaat inzicht op welke gebieden een mantelzorger extra ondersteuning kan gebruiken.
Het gespreksmodel mantelzorgondersteuning is één van de goede voorbeelden van hulpmiddelen in de palliatieve zorg. Sinds dit jaar is het gespreksmodel één van de landelijke producten van IKNL. Een model dat nog volop in ontwikkeling is. De trajecten die in Nederland lopen, al dan niet met ZonMw-subsidie, leveren waardevolle informatie op voor verdere verbetering. Ter illustratie volgt in dit artikel een toelichting op één van deze trajecten.
Casus: implementatie gespreksmodel
Binnen twee netwerken palliatieve zorg heeft een aantal thuiszorgorganisaties het gespreksmodel geïmplementeerd. Allereerst heeft een actieve projectgroep, met daarin netwerkcoördinatoren en contactpersonen uit de deelnemende organisaties, draagvlak gecreëerd bij de directeuren van de thuiszorgorganisaties. Ook stelden zij een plan van aanpak op voor de implementatie in de organisaties.
Tevens zijn er spiegelgesprekken gevoerd met groepen mantelzorgers, vrijwilligers en zorgverleners. Deze gesprekken leverden veel informatie op en hebben geleid tot vervolgacties. Zo’n 80 zorgverleners van aangesloten organisaties zijn tot dusver getraind in het gebruik van het gespreksmodel. Daarnaast staat een programma klaar om informatie over het gebruik van dit model over te dragen aan collega-zorgverleners.
Bewustwording en sociaal netwerk
Tijdens de slotbijeenkomst van de training gaven wijkverpleegkundigen aan erg enthousiast te zijn, vooral vanwege het praktisch inzicht dat het gespreksmodel biedt in de belasting van de mantelzorger. Voorheen kende de organisatie geen gestructureerd mantelzorgbeleid. Iedereen had wel oog voor de mantelzorger, maar gaf deze zorg een persoonlijke invulling zonder structuur. Door scholing op het gebied van palliatieve zorg en het gebruik van het gespreksmodel in de praktijk ontstaat er meer inzicht en bewustwording, wat vervolgens in de praktijk kon worden ingezet.
Door het gespreksmodel meteen al bij het kennismakingsgesprek in te zetten, ontstaat direct een beeld van het sociale netwerk rondom de mantelzorger. Het gespreksmodel maakt dat er meer oog is voor de mantelzorger, biedt ondersteuning in de vorm van advies en helpt bij het vinden van oplossingen. Op deze manier kan overbelasting van de mantelzorger voorkomen worden.
Van knel- naar verbeterpunt
Het traject kende ook enige knelpunten die inmiddels door IKNL zijn opgepakt. Zo komt er meer aandacht voor het inzetten van praktische hulpmiddelen door zorgverlener of mantelzorger, maar ook informatiebronnen, hulp van vrijwilligers of contact met lotgenoten. Die mogelijkheden verschillen soms per woonplaats of gemeente. Daarnaast zijn suggesties gedaan ten aanzien van aanpassingen in de vragenlijst. Ook het inbouwen van de vragenlijst in het digitaal documentbeheerssysteem en/of cliëntendossier en verdere borging verdienen nog aandacht.
Zelf zorgvrager
Jaarlijks krijgen 600.000 mantelzorgers in Nederland te maken met een stervende naaste. Zij verlenen bijna fulltime mantelzorg en zijn zwaar belast. Daardoor worden velen van hen op den duur zelf zorgvrager, een situatie die graag voorkomen wordt. Het gespreksmodel mantelzorgondersteuning kan hierbij als hulpmiddel dienen.
• Meer informatie Goede Voorbeelden Palliatieve Zorg - Mantelzorgers
• IKNL-shop: brochure en formulier mantelzorgondersteuning
Oproep tweede pilot proactief gegevens delen in de palliatieve fase

Proactieve zorgplanning houdt in dat zorgprofessionals de persoonlijke wensen en grenzen van patiënten met hen en hun naasten bespreken, vastleggen en zo nodig herzien. De uitkomsten van die gesprekken zijn op verschillende momenten en in verschillende zorgomgevingen relevant. Echter, proactieve zorgplanning gebeurt niet bij één zorgverlener of –organisatie. Ook de gekozen technische oplossing voor het delen van gegevens over proactieve zorgplanning beperkt zich in de praktijk niet tot één softwaresysteem of zorgproces. Binnen het project ‘Proactief gegevens delen in de palliatieve fase’ gaat eind januari 2024 de tweede pilot van start ten behoeve van het delen van gegevens tussen zorgorganisaties. Zorgorganisaties die hulp kunnen gebruiken bij het digitaliseren van gegevens over palliatieve zorg of bij het digitaal delen van deze gegevens tussen zorgorganisaties, kunnen zich nu aanmelden voor deelname aan de pilot.
lees verderUitkomsten knelpunteninventarisatie Ascites, Hypercalciëmie en Koorts in de palliatieve fase

De richtlijnen Ascites, Hypercalciëmie en Koorts in de palliatieve fase worden momenteel herzien. IKNL is daarbij als procesbegeleider betrokken. Om de richtlijnen zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de praktijk hebben we aan zorgprofessionals, patiënten en naasten gevraagd om knelpunten in de zorg rond deze onderwerpen door te geven. Onlangs werden de resultaten bekend van deze knelpuntenenquêtes.
lees verder