Goede langetermijnprognose voor vrouwen met stadium I of II borstkanker
Vrouwen die behandeld zijn voor stadium I of II borstkanker hebben een (zeer) goede langetermijnprognose. De conditionele, relatieve 5-jaarsoverleving voor borstkanker stadium I bedraagt circa 95 procent en voor fase II 90 procent tot 15 jaar na de diagnose. Volgens dr. Maryska Janssen-Heijnen en collega's kunnen zorgverleners deze informatie gebruiken om patiënten te informeren over hun actuele prognose en vooruitzichten op langere termijn.
Ondanks de relatief goede en verbeterde prognose van patiënten met stadium I - III borstkanker, kunnen late recidieven, nieuwe primaire tumoren en late bijwerkingen van de behandeling optreden. Via deze studie kregen de onderzoekers meer inzicht in de prognose voor de langetermijnoverlevenden van borstkanker.
Patiënten en methoden
Het onderzoek werd uitgevoerd op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie van alle vrouwen (n= 205.827) in de leeftijd van 15 tot 89 jaar met stadium I - III borstkanker die tussen 1989 en 2008 werden gediagnosticeerd. De conditionele, relatieve 5-jaarsoverleving werd berekend voor elk volgend jaar tot 15 jaar na de diagnose.
De conditionele, relatieve 5-jaarsoverleving voor borstkanker stadium I bleef circa 95 procent tot 15 jaar na de diagnose (een stabiele 5-jaarsoversterfte van 5 procent). Voor stadium II bleef de oversterfte 10 procent voor de leeftijdscategorieën 15 - 44 jaar en 45 - 59 jaar, terwijl deze voor de categorie 60 - 74 jaar 15 procent bedroeg. Voor patiënten met stadium III daalde de oversterfte van 35 procent bij diagnose tot 10 procent na 15 jaar voor de leeftijdscategorieën 15 - 44 en 45 - 59 jaar. Voor de patiënten van 60 jaar of ouder daalde de oversterfte van circa 40 naar 30 procent.
Goede prognose
Dr. Maryska Janssen-Heijnen en collega's concluderen dat patiënten met stadium I of II borstkanker een (zeer) goede lange termijn prognose hebben ofschoon zij een kleine, maar significante stijging laten zien in sterfte tot tenminste 15 jaar na de diagnose. Iets geringere verbeteringen werden voornamelijk gezien bij patiënten met stadium III borstkanker. Zorgverleners kunnen deze informatie gebruiken om, met name ziektevrije overlevenden, te informeren over hun actuele prognose en vooruitzichten.
-
M. L. G. Janssen-Heijnen, L. N. van Steenbergen, A. C. Voogd, V. C. G. Tjan-Heijnen, P. H. Nijhuis, P. M. Poortmans, J. W. W. Coebergh & D. J. van Spronsen: ‘Small but significant excess mortality compared with the general population for long-term survivors of breast cancer in the Netherlands'.
Radiotherapie heeft geen invloed op 5- en 10-jaarsoverleving RAAS-patiënten
Radiotherapiegerelateerd angiosarcoom (RAAS) is een ernstige, maar late en zeldzame complicatie van radiotherapie als behandeling voor borstkanker. Uit onderzoek van Anouk Rombouts (Radboudumc) en collega’s blijkt dat, ongeacht het wel of niet toevoegen van radiotherapie, de 5- en 10-jaarsoverleving van de patiënten met RAAS stabiel blijft op 41% respectievelijk 25%. In lijn met eerdere studies heeft het toevoegen van radiotherapie, vergeleken met uitsluitend chirurgische behandeling, géén significant effect op de overleving van RAAS-patiënten. Wel toont deze studie aan dat chirurgie altijd een onderdeel dient te zijn van de behandeling van RAAS.
lees verderPrimary-Secondary Cancer Care Registry: inzicht in langetermijneffecten kanker

Door patiënten in de eerstelijn gedurende een langere termijn te monitoren, kunnen gegevens over de late effecten van kanker en behandelingen worden opgespoord. Dankzij een koppeling tussen de Nederlandse Kankerregistratie en de NIVEL Zorgregistraties Eerstelijn zal meer inzicht ontstaan in het volledige zorgpad van mensen met kanker. De gedeeltelijke samenvoeging van deze registraties heeft de naam ‘Primary-Secondary Cancer Care Registry’ (PSCCR). Momenteel bevat de PSCCR alleen gegevens over borstkanker, maar in de toekomst kan dit uitgebreid worden naar andere soorten kanker.
lees verder