Toename maagkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen bij diagnose
Het aantal patiënten met maagkanker dat tijdens diagnose hoort dat de kanker is uitgezaaid naar het buikvlies neemt toe. Dat blijkt uit onderzoek van Willem Koemans (NKI-AvL) en collega’s waarin, met cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), gekeken is naar de incidentie, behandeling en overleving van deze patiëntgroep.
De totale incidentie van maagkanker neemt al decennialang af. In Nederland daalde het aantal nieuwe patiënten met maagkanker (exclusief cardiakanker) per jaar van ruim 2000 in 1989 tot bijna 1000 patiënten in 2020. De 5-jaarsoverleving is relatief laag, deels te verklaren door het feit dat bij 4 op de 10 maagkankerpatiënten sprake is van uitgezaaide ziekte bij diagnose. Behalve naar de lever en lymfeklieren zaait maagkanker vaak uit naar het buikvlies. De richtlijn schrijft palliatieve systemische therapie voor, maar het is onduidelijk wat het effect hiervan is. Reden voor de onderzoekers om de behandeleffecten in kaart te brengen.
Koemans en collega’s gebruikten data uit de NKR om een beeld te krijgen van de incidentie, behandeling en overleving. In de studie werden 3773 maagkankerpatiënten met synchrone buikvliesuitzaaiingen geïncludeerd. De diagnose vond plaats tussen 1999 en 2017. Drie belangrijke conclusies uit het onderzoek op een rij:
1. Steeds meer maagkankerpatiënten hebben buikvliesuitzaaiingen bij diagnose
Kijkend naar de incidentie is de dalende trend van maagkanker goed zichtbaar. De ESR daalde van 6,48 per 100.000 in 2008 naar 3,98 in 2017. Binnen deze groep maagkankerpatiënten is een verschuiving waar te nemen. In de onderzochte jaren nam het aantal patiënten met buikvliesuitzaaiingen zowel absoluut als verhoudingsgewijs toe. In 2008 hadden 244 patiënten buikvliesuitzaaiingen op het moment van de maagkanker diagnose (18,0 procent), en in 2017 waren dat er 276 (26,5 procent).
2. Systemische therapie wordt vaker gegeven
De huidige richtlijn adviseert systemische therapie bij patiënten met buikvliesuitzaaiingen van maagkanker. Tijdens de studieperiode is het percentage maagkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen dat behandeld is met systemische therapie toegenomen van 15 procent in de periode 1999-2002 tot 43 procent in de periode 2013-2017.
3. Algehele overleving neemt niet toe
De algehele overleving van maagkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen nam niet significant toe en was in de periode 1999-2002 3,6 maanden en in de periode 2013-2017 4,4 maanden. De onderzoekers zagen binnen de totale onderzoekspopulatie bij één groep een toename in overleving. Dat was bij patiënten die alleen buikvliesuitzaaiingen hadden, zonder uitzaaiingen in andere organen, en behandeld werden met systemische therapie. De toename in overleving was het sterkst tussen 2008-2012 (8,3 maanden) en 2013-2017 (10,0 maanden). Het is aannemelijk dat door betere beeldvorming en meer gebruik van kijkoperaties (diagnostische laparoscopie) de uitzaaiingen in een eerder stadium ontdekt worden, waardoor de overleving toeneemt. Bij patiënten die niet behandeld werden met systemische therapie nam de overleving juist af.
Passende behandeling
Maagkankerpatiënten met buikvliesuitzaaiingen worden dus steeds vaker met systemische therapie behandeld, terwijl de overleving van de hele groep niet verbetert. Op basis daarvan betwijfelen de onderzoekers of systemische therapie de enige juiste behandeling is voor deze patiëntgroep. Ze wijzen daarbij op de mogelijkheden van intra-abdominale chemotherapie. Deze behandeling die op verschillende manieren toepasbaar is wordt momenteel voor maagkankerpatiënten alleen in studieverband aangeboden. Studies naar alternatieve behandelmethoden kunnen bijdragen aan een beter vooruitzicht voor maagkankerpatiënten met synchrone buikvliesuitzaaiingen.
-
Willem J. Koemans, Robin J. Lurvink, Cecile Grootscholten, Rob H. A. Verhoeven, Ignace H. de Hingh en Johanna W. van Sandick. Synchronous peritoneal metastases of gastric cancer origin: incidence, treatment and survival of a nationwide Dutch cohort, Gastric Cancer, januari 2021