Verhoogd risico op invasieve ziekte na cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ
Patiënten die gediagnosticeerd zijn met cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van invasief plaveiselcelcarcinoom. Daarom is het volgens Selin Tokez (Erasmus MC) en collega’s noodzakelijk om voorloperlaesies van cutane huidkanker op te nemen in nieuw beleid voor behandeling van huidkanker. Het volgen van deze specifieke patiëntengroep in de eerste vijf jaar na diagnose, kan bijdragen om invasief plaveiselcelcarcinoom in een vroeg stadium bij deze patiënten op te sporen.
De incidentie van kanker in de verhoornde cellen van de opperhuid (keratinocyten) neemt wereldwijd toe. Tegelijkertijd is de incidentie van cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ en het risico op het ontwikkelen van invasief plaveiselcelcarcinoom van de huid tot dusver onbekend. Het doel van deze studie was een schatting te maken van de jaarlijkse, leeftijdgestandaardiseerde incidentie van histopathologisch bevestigd cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ, gestratificeerd naar sekse, leeftijd en lokalisatie in vergelijking met gegevens van de algemene bevolking.
Studieopzet
De onderzoekers identificeerden met behulp van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) alle patiënten met een eerste incidentie van histopathologisch bevestigd cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ tussen 1 januari 1989 en 31 december 2017. Vervolgens werd bij alle patiënten tot en met 11 juni 2019 nagegaan of zij daarna een invasief plaveiselcelcarcinoom van de huid hadden gekregen.
De leeftijdgestandaardiseerde incidentie werd berekend volgens de European Standard Population (editie 2013) per sekse, leeftijd en lokalisatie. Ook berekenden de onderzoekers de cumulatieve, gestandaardiseerde incidentieratio’s en het absolute, extra risico op het ontwikkelen van invasief plaveiselcelcarcinoom bij patiënten met cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ ten opzichte van de algemene bevolking.
Resultaten
Het studiecohort bestond uit 88.754 patiënten met een eerste incidentie van cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ, van wie 59% vrouwen. De mediane leeftijd was 75 jaar voor vrouwen (interkwartielbereik 67-82 jaar) en 73 jaar voor mannen (interkwartielbereik 65-80 jaar). Er werd toenemende incidentie waargenomen bij deze patiënten, met de hoogste incidentie in 2017 bij vrouwen in het algemeen (71,7 gevallen per 100.000 persoonsjaren) en bij mannen van 80 jaar en ouder (540,9 gevallen per 100.000 persoonsjaren).
De vaakst voorkomende lokalisatie bij vrouwen was het gezicht (15,9 gevallen per 100.000 persoonsjaren). Bij mannen was dat de hoofdhuid en/of hals (12,3 gevallen per 100.000 persoonsjaren). Het cumulatieve risico op het ontwikkelen van invasief plaveiselcelcarcinoom op enige lokalisatie van de huid was na een 5-jarige follow-up 11,7% bij mannen (95% betrouwbaarheidsinterval 11,6%-11,9%) en 6,9% bij vrouwen (95% betrouwbaarheidsinterval 6,8%-7,0%). De gestandaardiseerde incidentieratio was het hoogste in het eerste jaar van de follow-up, zowel bij mannen (16,6%) als vrouwen (15,1%).
Conclusies en aanbevelingen
Selin Tokez en collega’s concluderen dat de oplopende incidentieratio’s van cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ en het hoge risico dat deze patiënten invasief plaveiselcelcarcinoom ontwikkelen zal leiden tot een verdere toename van de zorglast samenhangend met voorlopers van opperhuidkanker. Deze bevindingen onderstrepen de noodzaak om voorloperlaesies van cutane huidkanker op te nemen bij het formuleren van nieuw beleid voor de zorg van patiënten die (nog) geen geschiedenis van huidkanker hebben. Het volgen van deze patiënten, vooral in de eerste vijf jaar na diagnose, kan nuttig zijn om invasief plaveiselcelcarcinoom in een vroeg stadium op te sporen.
Bij het interpreteren van de uitkomsten van deze studie is het belangrijk om te realiseren dat géén onderzoek is gedaan naar het risico op progressie van één voorval van cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ. In deze studie is namelijk gekeken naar het algehele risico op het ontwikkelen van invasief plaveiselcelcarcinoom bij patiënten met cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ zonder voorgeschiedenis. Zover bekend is dit de eerste landelijke studie, waarin onderzoek is gedaan naar de incidentie van cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ met behulp van population-based data.
UV-straling
Uit deze studie blijkt verder dat de verhoogde incidentie van invasief plaveiselcelcarcinoom duidt op een belangrijke rol van cumulatieve blootstelling aan UV-straling aangezien de hoogste incidentie van cutaan plaveiselcelcarcinoom in situ bij beiden geslachten wordt aangetroffen op lichaamsdelen die het vaakst aan zonlicht worden blootgesteld. Debet hieraan zijn zonvakanties en gebruik van zonnebanken.
- Selin Tokez, Marlies Wakkee, Marieke Louwman, Eline Noels, Tamar Nijsten, Loes Hollestein. Assessment of Cutaneous Squamous Cell Carcinoma (cSCC) In Situ Incidence and the Risk of Developing Invasive cSCC in Patients With Prior cSCC In Situ vs the General Population in the Netherlands, 1989-2017. JAMA Dermatol. 2020 Jul 1.
- Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl