Naleving richtlijnen chirurgie nierkanker beter bij groter behandelvolume
De naleving van richtlijnen voor de chirurgische behandeling van patiënten met stadium T1 nierkanker hangt samen met het aantal uitgevoerde operaties. Dat blijkt uit een studie van Britse en Nederlandse onderzoekers met data van ziekenhuizen uit het Verenigd Koninkrijk uit 2012-2016. De onderzoekers stellen vast dat centra met een groter behandelvolume beter voldoen aan de aanbevelingen in de richtlijnen. Patiënten met een T1-tumor die behandeld zijn in een centra met een hoog volume krijgen vaker een partiële nefrectomie. Ook treden bij deze patiënten minder complicaties op.
Het doel van deze studie was de naleving van richtlijnen van de European Association of Urology te beoordelen voor de chirurgische behandeling van patiënten met T1-niertumoren en de effecten van centralisatie van zorg. Hiervoor werden gegevens geanalyseerd van alle patiënten met een niertumor die radicale nefrectomie of een partiële nefrectomie kregen in de periode 2012-2016 in het Verenigd Koninkrijk. De gegevens zijn afkomstig van de British Association of Urological Surgeons Nephrectomy Audit.
Studieopzet
Per ziekenhuis werd het chirurgische behandelhuisvolume (som van het aantal radicale nefrectomieën en partiële nefrectomieën), het aandeel partiële nefrectomieën bij T1-niertumoren, het percentage operaties met complicaties en de volledigheid van geregistreerde gegevens bepaald. Op basis van deze data is het verband tussen het ziekenhuisvolume en het aandeel partiële nefrectomieën bepaald.
Resultaten
In de analyses werden in totaal 13.045 chirurgisch behandelde patiënten met T1-tumoren opgenomen. In de loop van de tijd nam het percentage partiële nefrectomieën toe van 40% in 2012 naar 45% in 2016. De onderzoekers vonden een duidelijk positief verband tussen het ziekenhuisvolume en het percentage patiënten dat behandeld is met een partiële nefrectomie ten opzichte van een radicale nefrectomie. In centra met <25 operaties per jaar (laagste volume) lag het aandeel partiële nefrectomieën op 18% en in ziekenhuizen met ≥100 operaties per jaar (hoog volume) op 62%. Deze verschillen bleven aanwezig na correctie voor de PADUA-complexiteitscore.
Verder nam het percentage complicaties en meer specifiek ernstige complicaties (Clavien-Dindo graad ≥III) af naarmate het ziekenhuisvolume groter was. Bij ziekenhuizen met een laag volume van 12,2% naar 2,9% en bij ziekenhuizen met een hoog volume 10,7% naar 2,2%. Wat betreft de compleetheid van de registratie bleek de complexiteitsscore (Preoperative Aspects and Dimensions Used for an Anatomical; PADUA) die in 2016 is geïntroduceerd, bij 39% van de operaties gedocumenteerd te zijn. Het ontbreken van informatie over postoperatieve complicaties bleek door de jaren heen constant te blijven (8,5 tot 9%).
Conclusie en aanbevelingen
Maxine Tran en collega’s concluderen dat ziekenhuizen in het Verenigd Koninkrijk met een groter chirurgisch behandelvolume de aanbevelingen in de richtlijnen beter naleven. Daarnaast stellen de onderzoekers vast dat patiënten met T1-tumoren die behandeld zijn in centra met een hoog behandelvolume vaker een partiële nefrectomie kregen en minder complicaties hadden. Deze uitkomsten ondersteunen de hypothese dat centralisatie van nierkankeroperaties in gespecialiseerde centra bijdraagt aan het verbeteren van de uitkomsten voor patiënten met T1-niertumoren.
- Tran MGB, Aben KKH, Werkhoven E, Neves JB, Fowler S, Sullivan M, Stewart GD, Challacombe B, Mahrous A, Patki P, Mumtaz F, Barod R, Bex A; British Association of Urological Surgeons. ‘Guideline adherence for the surgical treatment of T1 renal tumours correlates with hospital volume: an analysis from the British Association of Urological Surgeons Nephrectomy Audit.’ BJU Int. 2019 Jul 11.
- Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl