Analyse NKR-data naar aanleiding van resultaten LACC-trial
Op basis van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) worden de resultaten bekeken van open versus laparoscopisch opereren van cervixcarcinomen. Dit naar aanleiding van de resultaten van de internationale LACC-trial.
Open versus laparoscopisch opereren
In het voorjaar van 2018 kwam naar buiten dat de LACC-trial, naar het open of laparoscopisch opereren van cervixcarcinomen, is stopgezet vanwege ‘safety issues’. Niet veel later kwamen de eerste resultaten naar buiten en werd duidelijk waarom de LACC-trial is stopgezet. In de laparoscopisch geopereerde groep werden significant meer recidieven en een significant slechtere algehele overleving gezien dan in de open groep. Zie ook de studieresultaten zoals eind maart 2018 gepresenteerd op het SGO Annual Meeting on Women’s Cancer in New Orleans, de publicatie in New England Journal of Medicine en een bespreking van deze resultaten in hetzelfde tijdschrift.
Analyse op NKR-data
De onrust is groot, want moet je nu nog wel laparoscopisch opereren en wat vertel je de patiƫnten die je in het verleden scopisch hebt geopereerd? Vanuit verschillende hoogleraren en regionale tumorwerkgroepen en uiteindelijk formeel via de Pijler Oncologie van de NVOG kreeg IKNL de vraag om met cijfers vanuit de NKR deze situatie in kaart te brengen voor de Nederlandse populatie. Helaas waren de data over het laparoscopisch of open opereren bij het cervixcarcinoom pas vanaf 2015 compleet. Daarom hebben datamanagers van IKNL de afgelopen maanden extra data verzameld over de periode 2010-2014.
De eerste resultaten zijn gepresenteerd op het DGOG symposium afgelopen januari. Momenteel worden de data gecontroleerd en verdere analyses gedaan. De resultaten worden beschreven in een wetenschappelijk artikel dat in voorbereiding is.
Beleid
Met deze data kunnen we op basis van de NKR aantonen wat in Nederland de stand van zaken is met betrekking tot de behandeling en overleving van laag stadium cervixcarcinoom. Op basis daarvan kan de expertgroep cervixcarcinoom van de CRGO verdere invulling geven aan het toekomstig beleid en de richtlijn eventueel aanpassen.