Twee decennia ervaringen met visitaties in de oncologie
Zorgprofessionals in algemene ziekenhuizen die deelnemen aan oncologische visitaties door IKNL, signaleren een positieve impact op processen binnen multidisciplinaire, oncologische teams. Het gaat hierbij onder meer om betere communicatie, aangaan van gedeelde verantwoordelijkheden en interne prioritering van de oncologische zorg. Het aantonen van een direct effect op klinische uitkomsten blijkt echter lastiger. Vanwege de waargenomen onevenwichtigheid tussen de geleverde inspanningen door de ziekenhuizen en het klinische effect van visitaties, staat de acceptatie van het programma onder druk. Een afgeslankte en meer klinisch gerichte aanpak zijn volgens Melvin Kilsdonk (IKNL) en auteurs nodig om de visitaties uitdagend te houden.
Het visitatieprogramma voor multidisciplinaire oncologische zorg is in 1994 door de integrale kankercentra geïntroduceerd in algemene ziekenhuizen in Nederland om de werkwijze van multidisciplinaire, oncologische teams te evalueren en te verbeteren. In deze publicatie zijn de waarde, waargenomen impact en (toekomstige) rol van externe peer reviews verkend binnen de kankerzorg. De auteurs hielden semi-gestructureerde interviews met artsen, oncologieverpleegkundigen en managers in vijftien algemene ziekenhuizen die deelnamen aan drie visitatierondes over een periode van 16 jaar. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden over de periode van 1994-2010.
Doel en verwachtingen
De geïnterviewden reflecteerden op vragen over de doelstellingen, verwachtingen, ervaringen, waargenomen impact en de toekomstige rol van visitatie. Transcripties van de interviews werden gecodeerd om terugkerende thema's te ontdekken. Uit de reacties blijkt dat het verbeteren van zowel de klinische zorg als de organisatie de belangrijkste motieven waren om deel te nemen. Positieve effecten werden waargenomen ten aanzien van meerdere aspecten van de zorg, waaronder gedeelde verantwoordelijkheden, interne prioritering van de oncologische zorg, betere communicatie en een duidelijke structuur en positie van de oncologische zorg binnen algemene ziekenhuizen.
Het aantonen van een directe relatie tussen het visitatieprogramma en organisatorische of klinische impact blijkt lastiger. Zo is er na drie rondes kritiek gerezen over de inhoud van het programma. Dit zou te theoretisch zijn en teveel gericht op de organisatie. Volgens de meeste belanghebbenden kunnen visitaties bijdragen aan verbetering binnen een multidisciplinair oncologisch team. De acceptatie van visitaties wordt echter bedreigd door een waargenomen onevenwichtigheid tussen de geleverde inspanningen en het zichtbare, klinische effect. Een afgeslankte opzet en meer klinisch gerichte programma's zijn nodig om herhaalde visitaties uitdagend en de moeite waard te houden.
Deze studie is onderdeel het promotieonderzoek van Melvin Kilsdonk die op 18 maart 2016 promoveert aan de Universiteit van Twente. Het visitatieprogramma is de afgelopen jaren doorontwikkeld en richt zich onder meer op de tumorspecifieke inhoud en multidisciplinaire samenwerking in de zorgketen.
-
Kilsdonk MJ, Siesling S, Otter R, van Harten WH: ‘Two decades of external peer review of cancer care in general hospitals; the Dutch experience’.
-
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl
Tijdige integratie palliatieve zorg in álle domeinen reguliere zorg nodig

Het aantal mensen met een levensbedreigende ziekte in Nederland neemt toe. Voor al deze mensen is palliatieve zorg - die je krijgt als je weet dat je niet meer kunt genezen - van groot belang. Om hoogwaardige palliatieve zorg op het juiste moment, op de juiste plek en door de juiste zorgverlener te realiseren is tijdige integratie van palliatieve zorg in álle domeinen van reguliere zorg nodig. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van IKNL-onderzoeker Dr. Manon Boddaert, die hierop op 15 maart 2023 promoveerde. Het onderzoek geeft inzicht in de meerwaarde, beschikbaarheid én toegankelijkheid van palliatieve zorg in Nederland. Daarnaast beschrijft het de totstandkoming van het nationale Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland en presenteert het daaruit de essenties om zorgverleners te ondersteunen in het bieden van hoogwaardige palliatieve zorg.
lees verderRichtlijn Diarree in de palliatieve fase wordt herzien

De richtlijn Diarree in de palliatieve fase wordt herzien. Veel mensen in de palliatieve fase hebben last van diarree. Diarree is dunne ontlasting en duurt meestal kort, ook wel acute diarree. Houdt de diarree langer dan twee weken aan, dan is het chronische diarree. Daarnaast kan er nog sprake zijn van paradoxale diarree of overloopdiarree bij obstipatie: lekkage van dunne ontlasting langs een verstopping. Diarree gaat vaak gepaard met buikkrampen en schaamte. Ook is er kans op infecties en uitdroging. De huidige richtlijn Diarree in de palliatieve fase stamt uit 2010. Inmiddels hebben we meer kennis over dit onderwerp. Daarom wordt de richtlijn nu evidence based herzien door een multidisciplinaire werkgroep. IKNL is procesbegeleider bij het ontwikkelen en herzien van richtlijnen palliatieve zorg.
lees verder