Consulent Jeanet van Noord: ‘Palliatieve zorg draait om argumenten’

Jeanet van Noord is vanaf de oprichting, nu ruim twaalf jaar geleden, betrokken bij het consultatieteam palliatieve zorg Hollands Midden. Sinds drie jaar vervult ze de rol van coördinator. In dit interview blikt ze terug op het ontstaan van haar team en wat er in die tussenliggende periode is bereikt. Zoals de daling van het aantal schrijnende gevallen, verbreding van de kennis over palliatieve zorg en de soms nog aanwezige schroom om contact op te nemen met het consultatieteam. “De kunst is om de échte vraag achter de vraag te ontdekken.” Haar ideaal: het team overbodig maken. 

De vraag waarom ze ervoor gekozen heeft consulent palliatieve zorg te worden, beantwoordt Jeanet van Noord met een korte, historische schets. “Ik ben begonnen als wijkverpleegkundige en heb destijds geregeld aan het bed gestaan van terminale patiënten. Toen ontdekte ik dat de zorg voor deze mensen zoveel beter kan. Je gaat maar één keer dood. Afscheid nemen van het leven moet in één keer goed gaan; dat kun je niet overdoen.” 

“Mijn praktijkervaring was anders: ik heb nogal wat schrijnende gevallen van nabij meegemaakt. Bijvoorbeeld familieleden die niet doorhadden dat hun dierbare aan het overlijden was. Niemand was voorbereid op het naderende afscheid. Symptomen werden lang niet altijd adequaat behandeld. Deze ervaringen waren uiteindelijk aanleiding om samen met andere zorgverleners het consultatieteam Hollands Midden op te richten.” 

Na de oprichting van het consultatieteam is er volgens Jeanet van Noord veel veranderd. De basiskennis over palliatieve zorg is aanmerkelijk ruimer en verbreed. “Er is duidelijk meer aandacht gekomen voor palliatieve zorg vergeleken met tien jaar geleden; zowel bij kaderartsen als verpleegkundigen. Op termijn hopen we dat die basiskennis er is bij alle zorgverleners.” Dat moment is nog niet aangebroken. Het consultatieteam Hollands Midden krijgt gemiddeld 250 aanvragen per jaar.  

Delier en palliatieve sedatie 
“We geven het vaakst adviezen over een delier, pijn en palliatieve sedatie. Standaard antwoorden op deze vragen zijn er niet. Ieder consult is uniek. Bij pijnbestrijding kan het bijvoorbeeld nodig zijn om bij de ene patiënt het pompje iets eerder aan te sluiten dan bij de ander. Verder geven we ook trainingen aan zorgverleners, want op een aantal punten kan de kennis nog steeds beter. Vooral over palliatieve sedatie krijgen we nogal wat vragen. Dit soort trends houden we nauwlettend in de gaten. Dat levert telkens weer nieuwe onderwerpen op, zoals bijvoorbeeld het gebruik van wietolie. Patiënten zweren erbij. Omdat we daar zoveel vragen over krijgen vanuit de praktijk, hebben we op 6 september een scholing gekregen over wietolie. Later dit jaar gaan we hierover een scholing verzorgen. Is het daadwerkelijk werkzaam of een hype?”  

“Het tijdstip van consultaanvragen is wisselend. Tegenwoordig worden we vaker proacief gebeld. Voorheen stonden we nog wel eens met de rug tegen de muur wanneer bij een patiënt een enorm stressvolle situatie was ontstaan en acute actie nodig was. Gelukkig is dit type consulten de laatste jaren een stuk minder geworden. Artsen bellen ons steeds vaker in een vroeg stadium. Recent nog had ik een arts aan de lijn die te maken had met een patiënt met pancreaskopkanker. Hij wilde weten wat hij kon verwachten om zijn beleid daarop af te stemmen. Als team hopen we dat zorgverleners vaker proactief beleid gaan ontwikkelen. Dan zijn wij op termijn helemaal niet meer nodig.” 

Complexe vragen en expertise 
“Wanneer we complexe vragen krijgen, en daar zelf niet direct een passend antwoord op kunnen geven, schakelen we hulptroepen in. Ons team bestaat uit een eerste schil met verpleegkundigen, een tweede met kaderartsen en een derde schil met daarin onder andere een geestelijk verzorger, apotheker, kinderoncoloog en pijnarts. Als ook zij geen antwoord hebben, zoeken we verder naar de juiste expertise.” 

Een belangrijk onderdeel van expertise opbouwen en op peil houden zijn de maandelijkse casuïstiekbesprekingen binnen het team. “Daar zijn we aan gehecht. We stellen ons dan heel kwetsbaar naar elkaar op. Op die manier leren we van en met elkaar. Nuances maken een wereld van verschil. Dat is een enorme verrijking van ons vak. Niemand heeft de wijsheid in pacht. Het gaat erom dat je weet wie het antwoord wél weet. Samen met andere professionals kom je op andere, betere ideeën. Daarom vinden wij het bespreken van casussen heel belangrijk.”    

Na een korte pauze, vervolgt Jeanet: “Palliatieve zorg is een apart vak. Het gaat vooral om bepaalde handelingen niet meer doen. Zorgverleners staan over het algemeen in de ‘doe-modus’. In de palliatieve zorg gaat het meer om het beargumenteren waarom je sommige dingen wel of juist niet meer doet in plaats van door blijven gaan op ‘de automatische piloot’. Neem het elke dag temperaturen of meten van de bloedglucosewaarden van een patiënt. Er komt een moment dat dit geen toegevoegde waarde meer heeft.”  

Consulent als Sherlock Holmes 
“Het boeiende aan het consulentschap is dat je af en toe in de rol zit van Sherlock Holmes. Je krijgt plotseling een telefoontje met een verhaal of een vraag. De kunst is dan om de échte vraag achter de vraag te ontdekken. Een arts belt bijvoorbeeld hoe hij het beste kan overschakelen van een tablet op een pijnpompje. Na enig doorvragen blijkt dat de werkelijke vraag gaat over pijnbestrijding. Dat levert bijzonder waardevolle gesprekken op.” 

“Ik merk af en toe dat er nog enige schroom is bij huisartsen om ons te bellen met bepaalde vragen. Zelfstandig handelen en beroepseer staan hoog in het vaandel. Nog niet zo lang geleden had ik een verpleegkundige aan de lijn die om hulp vroeg bij het bespreekbaar maken van een situatie. Die arts wilde ons niet bellen.” Met nadruk: “Het is uiteraard niet de rol van het consultatieteam om dan in te grijpen. Wel treden we soms op als intermediair en geven tips hoe om te gaan met zo’n situatie. Ik merk dat consultvragers ons trouw blijven terugbellen, zodra het eerste contact eenmaal is gelegd.”  

Goede samenwerking 
“Mijn advies aan zorgverleners is: schroom vooral niet om contact op te nemen met een consultatieteam. Bij voorkeur op een zo vroegtijdig mogelijk tijdstip. Artsen die eerder bellen, zijn beter voorbereid. Maak een stappenplan en ontwikkel een proactief beleid. Wacht niet tot er een acute fase is aangebroken. Het gaat om een goede samenwerking tussen alle betrokken zorgverleners. Kijk samen wat anders of beter kan. Verder is het goed om te weten dat we niet alleen technische adviezen geven. Het gaat ook om geestelijke verzorging en spiritualiteit. Daar kunnen wij als consultatieteam nog een betere bijdrage aan leveren. Met onze adviezen kunnen zorgverleners hun rol als coach van de patiënt nog beter vervullen. Quill en Brody citerend: ‘Het doel van ons consultatieteam is om een bijdrage te leveren om comfortabel te sterven: vrij van pijn en helder van geest, gesteund en omringd door iemands dierbaren’.”  
 

  • Jeanet van Noord is vanaf de oprichting betrokken bij het team Hollands Midden. Sinds drie jaar is ze coördinator van het team. Daarnaast is zij docent verpleegkunde. Tot voor kort werkte ze als verpleegkundig specialist in het Alrijne Ziekenhuis. Per 1 september is ze aan de slag gegaan als verpleegkundig specialist palliatieve zorg van het Palliatief Advies Team van het LUMC in Leiden.

  • Overzicht IKNL-consultatieteams palliatieve zorg

Gerelateerd nieuws

Behandeling bij uitgezaaide blaaskanker vaak te zwaar

Man in ziekenhuisbed Voor mensen met uitgezaaide blaaskanker is de behandeling die in de richtlijn wordt aanbevolen, vaak niet haalbaar. 35% maakt de voorgeschreven 4 tot 6 chemokuren niet af, en bij de helft van de patienten die wel 4 tot 6 kuren ontvangt, is een aanpassing van de chemotherapie nodig. Vaak gaat het om een verlaging van de dosis omdat de bijwerkingen te zwaar zijn. Dat zijn de uitkomsten van een studie die IKNL-onderzoeker Ellis Slotman deed met data uit de Nederlandse Kankerregistratie. lees verder

Nieuw digitaal systeem geeft zorgverleners Gelderse Vallei direct inzage in behandelwensen patiënten

man achter beeldscherm

In de Gelderse Vallei hebben IKNL en regionale zorginstellingen de pilot ‘Proactief gegevens delen in de palliatieve fase’ afgerond. De resultaten zijn zo positief dat de geteste werkwijze in de hele regio stapsgewijs zal worden ingevoerd. Zo kunnen zorgverleners in de Gelderse Vallei op ieder moment afspraken van patiënten over behandelwensen en -grenzen inzien, uiteraard alleen als deze hiervoor toestemming heeft gegeven.

lees verder