Beoordelingsmethode mammogram niet van invloed op chirurgie

Zowel blinde als niet-blinde dubbele beoordeling van het screeningsmammogram leidt tot vergelijkbare chirurgische behandeling voor vrouwen met door screening ontdekte borstkanker of met intervalkankers. Dat blijkt uit een studie van radioloog Roy Weber (Catharina Ziekenhuis) en collega’s gepubliceerd in Annals of Surgical Oncology. Een uitzondering op deze bevinding zijn de grotere resectievolumes van borstsparende ingrepen bij patiënten met een door screening ontdekt ductaal carcinoom in situ en het hogere aandeel borstsparende chirurgie voor intervalkankers bij niet-blinde, dubbele beoordeling. In de discussie noemen de onderzoekers mogelijke verklaringen. 

Het doel van deze studie is het type en de omvang van chirurgische behandelingen te vergelijken bij patiënten na door screening ontdekte borstkanker en intervalkanker na blinde of niet-blinde dubbele beoordeling van mammogrammen die tijdens het bevolkingsonderzoek zijn gemaakt. Daarvoor werd een opeenvolgende reeks mammogrammen twee keer bekeken, waarvan 44.491 blind en 42.996 niet-blind werden beoordeeld afkomstig uit de periode tussen 2009 en 2011. Tijdens de twee jaar durende follow-up werden rapporten verzameld van radiologen, chirurgen en pathologen van alle tijdens screening ontdekte kankers en intervalkankers. Dit zijn kankers die tussen twee opeenvolgende screeningsrondes worden ontdekt. 

Resultaten 
Bij 325 vrouwen werd borstkanker ontdekt na blinde dubbele beoordeling van het mammogram en bij 284 vrouwen na niet-blinde dubbele beoordeling. De meeste van deze vrouwen kregen borstsparende chirurgie (BCS), ongeacht de beoordelingsprocedure (78,2 vs. 81,7%; p = 0,51). Grotere resectievolumes werden waargenomen bij borstsparende chirurgie bij patiënten met ductaal carcinoom in situ (DCIS) na blinde dubbele beoordeling (p = 0,005).  

Het percentage positieve snijvlakken na borstsparende chirurgie was vergelijkbaar voor patiënten met ductaal carcinoom in situ (p = 0,81) of invasieve door screening ontdekte borstkankers (p = 0,38) voor beide (blind / niet-blind) beoordelingsstrategieën. In totaal werden 158 intervalkankers gediagnosticeerd. Het percentage patiënten dat borstsparende chirurgie kreeg, was vergelijkbaar voor beide beoordelingsmethoden (p = 0,42). Het totale resectievolume (p = 0,13) en het percentage positieve snijvlakken na borstsparende chirurgie (p = 0,32) was bij invasieve intervalkanker vergelijkbaar voor beide cohorten. Het aandeel borstsparende chirurgie was hoger voor vrouwen na niet-blinde dubbele beoordeling van het mammogram (p = 0,04). 

Conclusie en discussie 
Roy Weber en collega’s concluderen aan de hand van de uitkomsten van deze studie dat blinde en niet-blinde dubbele beoordeling van mammogrammen tot vergelijkbare chirurgische behandelingen leidt voor vrouwen na door screening ontdekte borstkanker of tussentijdse intervalkankers. Een uitzondering hierop zijn de grotere resectievolumes voor borstsparende chirurgie bij patiënten met door screening ontdekt ductaal carcinoom in situ en het hogere aandeel borstsparende chirurgie voor intervalkankers bij niet-blinde, dubbele beoordeling.  

In de discussie gaan de onderzoekers in op mogelijke oorzaken. Daarbij wijzen ze onder andere op het feit dat invoering van digitale mammografie binnen het bevolkingsonderzoek heeft geleid tot verhoogde detectie van ductaal carcinoom in situ en kleinere tumoren bij vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het hoge percentage borstsparende behandelingen bij deze patiënten.  

Waar de onderzoekers geen verklaring voor hebben is het grotere, totale resectievolume bij patiënten met ductaal carcinoom in situ die gedetecteerd zijn na blinde, dubbele beoordeling van het mammogram ten opzichte van niet-blinde, dubbele beoordeling, want de tumoromvang is immers gelijk voor beide beoordelingsmethoden. De aantallen patiënten per ziekenhuis waren helaas te gering om onderzoek te doen naar chirurgische variaties tussen de ziekenhuizen.  
 

  • Weber RJ, van Bommel RM, Setz-Pels W, Voogd AC, Klompenhouwer EG, Louwman MW, Strobbe LJ, Tjan-Heijnen VC, Duijm LE: ‘Type and Extent of Surgery for Screen-Detected and Interval Cancers at Blinded Versus Nonblinded Double-Reading in a Population-Based Screening Mammography Program.’

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl  

Gerelateerd nieuws

Preoperatieve MRI leidt niet tot betere uitkomsten bij ductaal carcinoom in situ

Preoperatieve MRI, als aanvulling op conventionele beeldvorming van de borst, leidt niet tot betere uitkomsten van chirurgie bij patiënten met primair ductaal carcinoom in situ. Dat concluderen Kristien Keymeulen (Maastricht UMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De kans op een borstamputatie was na een MRI zelfs twee keer zo hoog. Ook het risico op positieve resectiemarges na borstsparende chirurgie nam niet af na preoperatieve MRI. De onderzoekers benadrukken dat pas definitieve conclusies getrokken kunnen worden aan de hand van de uitkomsten van langetermijnstudies, waarin ook naar lokale controle van de tumor wordt gekeken.

lees verder

Herhaalde schildwachtklierprocedure veilig en uitvoerbaar

Herhaling van de schildwachtklierprocedure is een goed uitvoerbare, veilige ingreep bij patiënten met een gerecidiveerd mammacarcinoom die eerder een borst- en/of okselklieroperatie kregen. Dat betekent dat het standaard toepassen van een okselklierdissectie bij deze patiënten achterwege kan blijven, waardoor postoperatieve klachten zoals lymfoedeem kunnen worden voorkomen. Dit is één van de conclusies in het proefschrift waarop Guusje Vugts (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) donderdag 16 juni 2016 promoveerde aan Maastricht University. 

lees verder