Verbetering in diagnostiek in niet kleincellig longcarcinoom stadium IV

Sinds de introductie van de PET-scan is het aandeel patiënten met stadium IV niet-kleincellige longkanker (NSCLC) toegenomen. De grootste stijgingen werden waargenomen tussen 1997 en 2003. Uit onderzoek van Melinda Schuurman (IKNL) en collega’s blijkt dat ook in regio’s zónder PET-scan een aanzienlijke toename van het aantal patiënten met stadium IV wordt gezien. Volgens de onderzoekers suggereert deze uitkomst dat ook andere factoren of verbeteringen in diagnostiek hieraan hebben bijgedragen.

Het doel van deze studie was om lokale trends en variaties te verkennen in de klinische spreiding van de diverse stadia van niet-kleincellige longkanker (NSCLC) en deze observaties te verbinden met de introductie van de positron emissie tomografie (PET). Voor dit onderzoek werden alle patiënten met NSCLC geselecteerd die tussen 1989 en 2007 in Nederland werden gediagnosticeerd (n = 126.962). Deze data waren afkomstig uit de databank van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). 

Studie-opzet en resultaten
De procentuele verdeling van de klinische stadia van NSCLC werd geëgaliseerd naar de periode van diagnose. Regressie analyses werden uitgevoerd om trends te ontdekken in de tijd. Ook werd de geografische variatie geëvalueerd in de verdeling van de diverse stadia met behulp van ruimtelijke scanstatistiek en werden er kaarten gemaakt om de variatie in stadiumverdeling over de tijd en tussen de regio’s te visualiseren. 

Om de impact van het gebruik van de PET-scan te evalueren, werd het aandeel van fase IV NSCLC en het geschatte jaarlijkse procentuele veranderingen onderzocht in twee regio's waar de PET-scan tussen 1995 en 2000 werd ingevoerd. Deze resultaten werden vergeleken met twee regio's zonder een PET-scanner in dezelfde periode.

Het percentage patiënten met stadium I en onbekend stadium daalde tussen 1989 en 2007 met 7,4 procent respectievelijk 13,3 procent, terwijl het percentage patiënten met stadium IV steeg met 23,4 procent. De grootste veranderingen in  stadium I en IV werden waargenomen tussen 1997 en 2003. In de twee regio's met een PET-scan nam het aandeel stadium IV jaarlijks toe met 10,3 respectievelijk 8,5 procent in vergelijking met 5,4 en 6,4 procent in de twee regio's zonder een PET-scan.

Toename stadium IV NSCLC
Melinda Schuurman en collega’s concluderen dat de grootste veranderingen in toename van het aandeel diagnoses van stadium IV NSCLC overeen kwamen met de implementatie van een PET-scanner. Deze trends waren echter al zichtbaar voordat de PET-scan werd geïntroduceerd. In regio's zonder PET werd namelijk ook een aanzienlijke toename van diagnoses van stadium IV gesignaleerd. Dit suggereert dat ook andere factoren of verbeteringen in de diagnostiek hieraan aanzienlijk hebben bijgedragen.

  • M.S. Schuurman, H.J.M. Groen, J. Pruim, M.L.G. Janssen-Heijnen, E. Pukkala, S. Siesling: ‘Temporal trends and spatial variation in stage distribution of non-small cell lung cancer in the Netherlands’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl