Minder toxische behandelopties nodig voor maligne pleura mesothelioom
In België, Nederland en Engeland is chemotherapie tussen 2003 en 2006 uitgegroeid tot de standaardbehandeling voor jongere patiënten met maligne pleura mesothelioom. Voor oudere patiënten, die momenteel de helft van deze patiëntenpopulatie uitmaken, zijn minder toxische behandelingen nodig om hun vooruitzichten te verbeteren. Ronald Damhuis (IKNL) en collega’s stellen vast dat, ondanks vele jaren van onderzoek, er nog steeds weinig bekend is over de optimale combinatie van chemotherapie, chirurgie en radiotherapie. “Op het hoogtepunt van de epidemie, is er nog tijd om antwoorden te vinden.”
Pleura mesothelioom heeft een sombere prognose en is ongevoelig voor lokale behandeling. Gecombineerde chemotherapie kan de mediane overleving van deze patiënten met enkele maanden verhogen en werd daarom geleidelijk ingevoerd in de periode 2003-2006. Oudere patiënten kunnen niet geschikt zijn om deze chemotherapie te ondergaan, maar er is tot dusver weinig bekend over de leeftijdsgebonden behandeling in de praktijk. Om de behandelpatronen en uitkomsten van behandelingen op de overleving te bepalen, werden drie grote registratiedatabanken op een uniforme wijze bevraagd.
Drie kankerregistraties
Het gaat om gegevens van Stichting Kankerregister in België, Nederlandse Kankerregistratie (NKR-cijfers) en de UK National Lung Cancer Audit. De onderzoekers analyseerden data van patiënten met pleura mesothelioom sinds 2007, waarbij een vergelijking werd gemaakt tussen behandelpatronen en overleving tussen de drie landen en diverse leeftijdsgroepen. De studie omvatte 900 patiënten uit België, 2.306 uit Nederland en 5.808 patiënten uit Engeland.
Van de geïncludeerde patiënten was 59 procent 70 jaar of ouder en 84 procent was man. De toediening van chemotherapie nam af met het stijgen van de leeftijd, maar werd vaker toegepast in België (60%) dan in Nederland (41%) en Engeland (37%). Voor patiënten in de leeftijd van 70 tot 79 jaar was het gebruik van chemotherapie in de respectievelijke landen 55%, 36% en 34%. De mediane overleving was 10,7 maanden in België versus 9,2 maanden in Nederland en 9,5 maanden in Engeland. De overleving nam af met oplopende leeftijd. Gemiddeld genomen was de mediane overleving 5,6 maanden langer voor patiënten die chemotherapie kregen, ongeacht hun leeftijd.
Minder toxische behandelingen
Ronald Damhuis en collega’s concluderen dat uit de gecombineerde analyse blijkt dat in deze drie landen met hoge aantallen pleura mesothelioom chemotherapie is uitgegroeid tot de standaardbehandeling voor jongere patiënten. Voor oudere patiënten, die momenteel de helft van de patiëntenpopulatie met pleura mesothelioom uitmaken, zijn minder toxische behandelingen nodig om hun vooruitzichten te verbeteren. De onderzoekers stellen echter dat er, ondanks vele jaren van onderzoek naar de behandeling van deze ziekte, nog steeds weinig bekend is over de optimale combinatie van chemotherapie, chirurgie en radiotherapie. “Op het hoogtepunt van de epidemie, is er nog tijd om antwoorden te vinden.”
Vooruitlopend op de veronderstelde effecten van preventieve maatregelen tegen asbest zal de incidentie in de geïndustrialiseerde landen in de nabije toekomst dalen. Belangrijke klinische vooruitgang kan alleen worden verwacht van gerandomiseerde trials met nieuwe therapieën, zoals biologische en doelgerichte therapieën en immunotherapie. “Gegeven de huidige mediane overleving van minder dan een jaar, moeten er meer patiënten worden opgenomen in relevante klinische trials om de hoop voor toekomstige patiënten veilig te stellen.”
-
Damhuis RA, Khakwani A, De Schutter H, Rich AL, Burgers JA, van Meerbeeck JP. Treatment patterns and survival analysis in 9014 patients with malignant pleural mesothelioma from Belgium, the Netherlands and England. Lung Cancer 2015 Aug;89(2):212-7
-
Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl