Leren van suboptimale uitkomsten voor verbetering zorgverlening
Vanaf begin 2015 loopt in negen ziekenhuizen een landelijk project (PRISMA) om de oorzaken op te sporen van het incompleet stadiëren van patiënten met een laag stadium ovariumcarcinoom gericht op het doorvoeren van verbeteracties. Uit een evaluatie van IKNL (2013) bleek dat 35 procent van deze patiënten niet compleet zijn gestadiëerd. De ervaringen met de tot dusver gehouden PRISMA-bijeenkomsten zijn positief. De bijeenkomsten verlopen in een open sfeer, zijn opbouwend, maar ook kritisch.
Zorgverleners doen hun uiterste best om de meest optimale zorg te geven aan patiënten. Toch kan het gebeuren dat het zorgtraject van een patiënt anders verloopt dan in opzet de bedoeling is. De diagnostiek is bijvoorbeeld niet volledig of niet meer actueel, waardoor suboptimale beslissingen worden genomen over de (vervolg)behandeling. Ook kan het zijn dat een patiënt eerder overlijdt dan verwacht. Met behulp van een PRISMA-analyse kan IKNL helpen bij het analyseren van suboptimale behandeluitkomsten om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.
PRISMA staat voor Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis. Het is een methode die IKNL inzet voor het systematisch analyseren van trends in suboptimale uitkomsten van zorg. Suboptimale uitkomsten kunnen we met behulp van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) signaleren en selecteren. Aan de hand van casusbesprekingen ontrafelt het behandelteam zelf de uitkomsten, totdat de basisoorzaken helder zijn.
Bewustwording eigen handelen
De PRISMA-methode zorgt in de eerste plaats voor bewustwording van het eigen handelen. Ook leidt deze aanpak tot concrete acties, geformuleerd door het behandelteam ter verbetering van besluitvorming, samenwerking en zorglogistiek. Het leren staat in de casusbesprekingen centraal. Een commissie van medisch specialisten, een afvaardiging uit de deelnemende organisaties en een (onafhankelijk) voorzitter, begeleiden de PRISMA-bijeenkomst.
PRISMA ovariumcarcinoom
Sinds begin 2015 loopt er in negen ziekenhuizen een landelijk PRISMA-project op het gebied van ovariumcarcinoom. Doel van dit project is de oorzaken te achterhalen van het incompleet stadiëren van patiënten met een laag stadium ovariumcarcinoom en verbeteracties door te voeren. Aanleiding voor het opzetten van dit project was de evaluatie (IKNL, 2013) over de toepassing van de richtlijn ovariumcarcinoom, waaruit bleek dat 35% van de patiënten met laagstadium ovariumcarcinoom niet compleet werden gestadiëerd.
Tot dusver zijn er twee PRISMA-bijeenkomsten gehouden en de ervaringen zijn positief. De sfeer tijdens de bijeenkomsten is open, opbouwend en kritisch. “Cijfers en statistiek zijn nodig”, vertelden medisch specialisten bij een eerder project, “maar PRISMA helpt ons nog meer bij de reflectie op ons handelen als medisch specialist”.
Naast dit landelijk project voor ovariumcarcinoom heeft IKNL veel ervaring met het opzetten en ondersteunen van regionale PRISMA-projecten. In Zuidwest-Nederland hebben ziekenhuizen bijvoorbeeld met behulp van PRISMA de zorg voor patiënten met onder meer long-, maag-, rectum- en ovariumcarcinoom verbeterd.
Meer informatie
Meer informatie over PRISMA is verkrijgbaar bij Saskia Lunter, coördinator PRISMA.