PRISMA verbetert kwaliteit van zorg

De projecten PRISMA-longcarcinoom (regio Leiden/Den Haag) en PRISMA-ovariumcarcinoom (regio Rotterdam), waarin professionals de oorzaken van (bijna-)incidenten in kaart brengen, zijn afgerond. IKNL begeleidde in deze twee projecten de betrokkenen bij de (keten rondom de) longchirurgie en behandeling van ovariumcarcinoom. De inzichten uit de projecten leveren professionals verbetering van de kwaliteit van zorg voor deze twee soorten kanker.

PRISMA-longcarcinoom
Gekeken is naar incidenten zoals rethoracatomie en overlijden binnen 30 en 90 dagen na de operatie. Op basis van de gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) bespraken de professionals 24 casussen uit drie ziekenhuizen uit de regio Leiden/Den Haag aan de hand van de PRISMA-methode. Verbeterpunten zijn onder meer het inschakelen van een geriater bij oudere patiënten in het diagnostisch traject en zorgen voor een volledige work-up voor de operatie. Verder constateerden de behandelteams dat sommige patiënten, bijvoorbeeld vanwege leeftijd of comorbiditeit, achteraf gezien niet operabel waren. Er was gehandeld volgens de richtlijn, terwijl het beter was geweest daar van af te wijken. Belangrijke inzichten die de professionals hebben aangezet tot aanscherping van de zorg. Dit project is financieel mogelijk gemaakt door de regionale stichting ZOLEON, Zorg & Leven, Oncologie.

PRISMA-ovariumcarcinoom
Centrale vraag in het ovariumproject was: ‘Hoe het komt dat ondanks een gunstige overleving er toch vrouwen zijn die na de diagnose laagstadium ovariumcarcinoom overlijden’. In de regio Rotterdam zijn in vijf ziekenhuizen in totaal 24 casussen besproken van vrouwen die met een laagstadium ovariumcarcinoom binnen vijf jaar zijn overleden. In 18 van de 24 casussen werd van de richtlijn afgeweken. Meer inzicht is verkregen in de reden waarom werd afgeweken, zoals patiëntfactoren, zoals comorbiditeit, tumortype, besluitvorming door behandelaar). Opvallend veel tumoren in de analyse waren groot en mucineus. Mogelijk is het huidige beleid niet van toepassing op deze tumoren. Ook is mogelijk winst te behalen door vrouwen onnodige behandelingen zoals stadiëringsoperaties te besparen als hieraan geen behandelconsequentie verbonden is. Afspraken over concentratie van deze zorg en samenwerkingsafspraken hierover hebben een positief effect op de kennis en ervaring van lokale behandelaars en het opvolgen van richtlijnen. 

De impact van Prisma
PRISMA (Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis) is een methode waarbij door casuïstiekbespreking van (bijna-)incidenten wordt gekeken naar mogelijke oorzaken. Bespreking vindt plaats met het behandelteam onder begeleiding van een auditcommissie. Het doel is aangrijpingspunten te krijgen om de kwaliteit van zorg te verbeteren. PRISMA-projecten zijn niet nieuw voor IKNL. IKNL heeft vanaf 2007, vooral in de regio Rotterdam, verschillende regionale PRISMA-projecten gedaan op onder andere het gebied van maag-, long- en rectumcarcinoom.

PRISMA maakt het mogelijk om op patiëntniveau met behandelaars te kijken naar een probleem dat zich bij herhaling voordoet. ’Omvangrijke statistiek is nodig en nuttig, maar PRISMA zorgt nog meer voor spiegeling en reflectie van ons eigen handelen’, aldus een van de betrokken medisch specialisten over de impact van PRISMA. Een voorwaarde hiervoor is het realiseren van een vertrouwelijke sfeer om met elkaar van gedachten te kunnen wisselen over (bijna-)incidenten, zonder dat er met een beschuldigende vinger wordt gewezen. ‘Als je je dat realiseert, dan kun je daadwerkelijk leren van elkaar’, zegt een andere medisch specialist. ’Niet alleen van de dingen die niet goed gaan, maar ook van de dingen die bij anderen goed gaan en die je over kunt nemen’. Op de vraag of er een specifiek resultaat in het oog springt, gaf een specialist aan: ’Ik denk dat er niet één specifiek resultaat is. Het is een aanzet tot reflectie die misschien zelfs wel kan leiden tot betere samenwerking in de regio’.