Zorgverleners hebben behoefte aan (regionale) sociale kaart

Bijna 90 procent van de zorgverleners in Nederland heeft behoefte aan een verwijsgids (sociale kaart) om patiënten met kanker en hun naasten de weg te wijzen bij het vinden van de meest optimale nazorg of begeleidende zorg. Het gaat hierbij onder andere om fysiotherapie, psychosociale hulp of diëtist. Dit blijkt uit een enquête die IKNL en IKZ eind 2013 hielden onder zorgverleners en coördinatoren van inloophuizen. Zorgverleners hechten vooral aan hulpverleningsmogelijkheden in de regio. ‘Het zou goed zijn om patiënten regionaal enkele keuzes te geven.’

De vragenlijst werd in oktober en november 2013 uitgezet onder zorgverleners in Nederland. Van de respondenten is 77 procent verpleegkundige, 13 procent huisarts en 8 procent coördinator of directeur van een inloophuis. Bijna 2 procent is werkzaam als praktijkondersteuner / praktijkverpleegkundige in een huisartsenpraktijk. De vragenlijst werd 648 keer volledig ingevuld.

Huidig verwijssysteem
Op de vraag van welk verwijssysteem op dit moment wordt gebruikt, gaf ruim 60 procent van de respondenten aan hiervoor een eigen (kaartenbak)systeem op schrift of een digitaal relatiebestand te gebruiken. Opvallend was dat ruim 40 procent momenteel géén gebruik maakt van een sociale kaart maar een antwoord zoekt op internet. 

Veel respondenten gaven aan dat hun huidige systeem niet volledig en incompleet is, gebonden is aan regio of diagnose en vaak niet actueel. Bovendien werd een aantal keren aangegeven dat het huidige informatiesysteem niet altijd geschikt is voor patiënten, waardoor er nu onvoldoende inzicht is in de kwaliteit van een hulpverlener. Zelf zoeken op internet kost verder veel tijd. Ook zouden sommige hulpverleners meer verwijsmogelijkheden achter de hand willen hebben en is er behoefte aan meer lokale informatie.

Betrouwbaar en actueel
Aandachtspunten die belangrijk worden gevonden ten aanzien van een sociale kaart zijn:  actualiteit (100 procent), betrouwbaarheid van de aanbieder (99 procent), voldoen aan kwaliteitscriteria van de beroepsgroep (98 procent), filteren op regionale postcode (94 procent) en toegankelijkheid voor patiënten (85 procent).

Daarnaast werden een aantal belangrijke, aanvullende aspecten genoemd, zoals gebruiksvriendelijkheid, overzichtelijkheid, mogelijkheid om een afdruk te maken, overzicht van zelfzorgmogelijkheden (los van hulpverleners) en een screenings- of hulpvraagverhelderingstool. Ruim driekwart van de zorgverleners gaf aan naar informatie te zoeken op basis van vragen, klachten en behoeften van de patiënt (probleemgebied). Zoeken op regio/postcodegebied scoorde bijna 58 procent en op type hulpverlener, organisatie 57 procent.

Type hulpverlener of organisatie
De top 10 van het type hulpverlener of organisatie dat volgens de respondenten absoluut niet mag ontbreken in een sociale kaart bestaat uit palliatieve voorzieningen, psycholoog, thuiszorgorganisaties, fysiotherapeut, diëtist, lymfoedeemtherapeut,  maatschappelijk werker, haarwerker, geestelijk verzorger en seksuoloog. In de vragenlijst stond ook een vraag over het aanbod aan complementaire of aanvullende zorg. Ruim 70 procent van de respondenten geeft aan dat aanbieders van complementaire en alternatieve zorg in de sociale kaart meegenomen moeten worden. Meerdere malen werd vermeld dat er bij patiënten veel behoefte bestaat aan betrouwbare informatie hierover.

Tot slot
Bijna 97 procent van de deelnemende zorgverleners vindt het belangrijk dat de sociale kaart een print- of mailmogelijkheid heeft om informatie op maat te mailen of mee te geven aan de patiënt. Verder vindt  68 procent van de respondenten het belangrijk dat een sociale kaart de mogelijkheid biedt om lokale, regionale informatie over zorgverleners op te nemen. Tot slot vindt 77 procent het belangrijk dat er een terugkoppeling wordt aangeboden, zodat zorgverleners naar wie is verwezen de resultaten van de behandeling, begeleiding van een patiënt kunnen rapporteren.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Trudy Kolman, projectleider Digitale Verwijsgids Oncologie, t.kolman@iknl.nl.