Wisselende reacties op verschuiving oncologische nazorg naar eerste lijn

Huisartsen zijn positief over de verschuiving van oncologische nazorg en nacontrole naar de eerste lijn. Medisch specialisten stellen zich wat terughoudender op. Dat blijkt uit een peiling van Mednet en IKNL onder huisartsen en medisch specialisten werkzaam in de oncologie. Voor de realisatie van de plannen zien de artsen de werkdruk, financiering en inhoudelijke kennis als knelpunt.

Mednet hield een peiling onder huisartsen en IKNL enquêteerde medisch specialisten die werkzaam zijn in de oncologie. In totaal deden 117 huisartsen en 625 medisch specialisten mee aan het onderzoek. Ruim de helft van de huisartsen, 63%, vindt de verschuiving van nazorg naar de huisarts een goed plan, een kwart stelt zich afwachtend op en 7% vindt het een slecht plan. Medisch specialisten zijn terughoudender: 28% vindt het een goed plan, 31% stelt zich afwachtend op en 28% vindt het een slecht plan.

Zorg dicht bij huis
Het belangrijkste voordeel dat huisartsen en specialisten zien in de verschuiving van de nazorg en nacontrole naar de huisarts is dat de zorg dichter bij huis van de patiënt komt: 46% van de huisartsen en 57% van de medisch specialisten ziet daar de grootste winst. Een derde van de huisartsen vindt het ook een voordeel dat de patiënt van de huisarts meer persoonlijke zorg krijgt.

Werkdruk

Maar de artsen zien ook duidelijk een aantal knelpunten voor deze substitutie van zorg. Een grote meerderheid van de huisartsen, 82%, geeft werkdruk aan als een van de belangrijkste knelpunten voor overname van de oncologische nazorg en nacontrole van de medisch specialist. Ook over de financiering maakt 42% zich zorgen. Zowel huisartsen als medisch specialisten wijzen ook op het gebrek aan oncologische kennis en vaardigheden: 43% van de huisartsen en 83% van de medisch specialisten vindt dit één van de belangrijkste problemen.

De overige resultaten van het onderzoek en de reacties daarop leest u in het Dossier Oncologie in het augustusnummer van Mednet.