IKNL in reactie op nieuws over sluiting kerncentrale Petten

Rond 15 mei kwam de geplande sluiting van kerncentrale Petten in het nieuws: de Hoge Flux Reactor (HFR) en de mogelijke nieuwbouw van een reactor PALLAS in Petten [1]. KRO Brandpunt Reporter wijdde er een volledige uitzending aan [2]. Journalisten belden IKNL of dit gevolgen heeft voor de behandeling van kankerpatiënten. De meningen bleken te verschillen. Aan de ene kant heeft de HFR een groot deel van de markt voor medische isotopen in handen, aan de andere kant lijken er voldoende alternatieven zijn. IKNL ging op zoek naar de eventuele gevolgen van de sluiting voor de behandeling van patiënten met schildklierkanker.

Het belang van isotopen
De isotopen die in de HFR geproduceerd worden, zijn van belang voor de diagnostiek bij hartproblemen en bij kanker. Een deel van de isotopen wordt ook gebruikt bij de therapie voor kanker. Het bekendste voorbeeld is het gebruik van Radioactief Jodium (RAJ) bij gedifferentieerd schildklierkanker. In 2010 heeft de HFR ongeveer 6,5 maand stilgelegen [3], in 2011 zijn er geen onderbrekingen geweest.

Effecten onderbrekingen onderzocht

IKNL heeft onderzocht of het aandeel van patiënten met schildklierkanker dat met RAJ behandeld is, lager was in 2010 en of de tijd tussen operatie en behandeling met RAJ in die periode langer was.

Uit de Nederlandse Kankerregistratie  blijkt dat de diagnose schildklierkanker in 2010 566 keer en in 2011 613 keer is gesteld [4]; in ongeveer 80% van deze gevallen is er sprake van gedifferentieerd schildklierkanker. Het merendeel van deze patiënten wordt behandeld met de ‘standaardbehandeling’: een operatie van de schildklier, gevolgd door behandeling met RAJ. In de tabel staat voor 2010 en 2011 hoeveel patiënten in aanmerking komen voor de ‘standaardbehandeling’, welk aandeel behandeld is met radioactieve isotopen en het aantal dagen waarbinnen 50% van de patiënten gestart is met de RAJ behandeling (zie tabel)

 

2010

2011

Aantal schildklierkankerpatiënten die op basis van tumorkarakteristieken voor de standaardbehandeling in aanmerking komen. [5]

257

300

% behandeld met radioactieve isotopen

89%

88%

Aantal dagen waarbinnen 50% van de patiënten met RAJ behandeld is na de operatie (25%-75%)

39

(33-51)

37

(33-47)

 

Uit de gegevens in deze tabel blijkt dat er geen effect te zien is op het aandeel patiënten dat met RAJ wordt behandeld of de duur tussen operatie en RAJ-behandeling van het buiten gebruik zijn van de HFR. Dit betekent niet per se dat er geen problemen of tekorten waren, maar eerder dat dit blijkbaar goed is opgevangen door de Nederlandse ziekenhuizen. Het onderzoek richtte zich op schildklierkanker. Over het effect op andere tumoren is nog niets te zeggen.

 


[1] http://www.nrg.eu/nl/corporate/

[2] http://pers.kro.nl/programmas/brandpunt_reporter/brandpunt_reporter_kernreactor_petten_in_geldnood

[3] http://www.nrg.eu/hfr-reparatie/