vrouw met hoofddoek aan zee

Prevalentie van pijn bij kanker iets afgenomen maar verdient onverminderd aandacht

Pijn, een van de meest voorkomende symptomen bij kanker, heeft een grote impact op de kwaliteit van leven van mensen met kanker. Ontwikkelingen in de afgelopen jaren in behandelstrategieën, richtlijnen en medicatie beïnvloedden mogelijk hoeveel mensen met kanker in welke mate pijn ervaren. Daarom onderzochten Rolf Snijders (IKNL) en collega’s van IKNL en MUMC+ de prevalentie en mate van pijn bij mensen met kanker in de periode 2014-2021. De onderzoekers concluderen dat de prevalentie van pijn iets is afgenomen, maar benadrukken dat pijn en de bestrijding ervan onverminderd aandacht verdienen.

Snijders en collega’s onderzochten aan de hand van een literatuurstudie de prevalentie en mate van pijn onder mensen die kanker hadden (gehad) in de periode 2014 tot en met 2021. Met een meta-analyse van 277 van de 444 geïncludeerde studies konden de onderzoekers de prevalentie en mate van pijn tussen verschillende groepen vergelijken. Hierin definieerden de onderzoekers de volgende groepen: mensen bij wie de behandeling nog niet gestart was, mensen in een behandeltraject, mensen na een curatief behandeltraject, mensen bij wie geen behandeling tegen het remmen van de ziekte mogelijk was, mensen in een palliatief behandeltraject en mensen in de terminale fase.

Na curatieve behandeling minste pijn

44,5 % van alle mensen met kanker ervaarden pijn. De prevalentie van matige tot ernstige pijn was 30,6%. Onder mensen die klaar waren met hun curatieve behandeling was de prevalentie van pijn het laagst (35,8%). In deze groep was het aandeel mensen dat matige tot ernstige pijn ervaarde ook het laagst (22,8%). Maar de prevalentie van pijn is nog steeds hoog, in het bijzonder onder mensen die uitgezaaide kanker hebben en mensen in de terminale fase: 54,6% van de mensen in deze groep ervaarden een mate van pijn. Het aandeel mensen dat matige tot ernstige pijn ervaart blijkt het grootst onder mensen bij wie geen kankerremmende behandeling mogelijk was (43,3%).

Prevalentie en mate van pijn nemen iets af

Snijders en collega’s concluderen na vergelijking van hun resultaten met een eerdere studie van Van den Beuken-Van Everdingen en collega’s (2016) dat de prevalentie van pijn bij kanker over de jaren ietwat is afgenomen. De prevalentie van pijn onder de groep die klaar waren met hun curatieve behandeling nam af van 39,3% naar 35,8%; in de groep mensen bezig waren met een anti-kankerbehandeling daalde de prevalentie van pijn van 55% naar 50,3%. De afname van de prevalentie van pijn was groter onder de groep mensen die uitgezaaide kanker hadden en mensen in de terminale fase: van 66,4% naar 54,6%.

Pijn vraagt blijvende aandacht

De prevalentie van pijn en de mate van matige tot ernstige pijn onder mensen met kanker is afgenomen in het laatste decennium. Snijders en collega’s noemen verschillende mogelijke oorzaken voor deze afname. Meer en betere samenwerking tussen zorgverleners, meer bewustzijn onder zorgverleners over het belang van pijnbestrijding bij kanker evenals meer richtlijnen over pijnbestrijding bij kanker hebben mogelijk een positief effect op de prevalentie van pijn. Ook medisch-technische ontwikkelingen zoals nieuwe middelen en behandelstrategieën kunnen de prevalentie van pijn beïnvloedt hebben. De prevalentie van pijn is dus afgenomen, maar blijft nog steeds erg hoog, in het bijzonder onder mensen met uitgezaaide kanker en mensen in de terminale fase. Daarom moet er onverminderd aandacht blijven voor het bestrijden van pijn, zowel onder zorgverleners, als in onderzoek en educatie.

Meer informatie

Neem contact op met Rolf Snijders, junior onderzoeker, of lees het volledige artikel:

Gerelateerd nieuws

Vermoeidheid na borstkanker lastig te voorspellen, wél kansen voor persoonlijke behandeling

proefschrift Lian Hereijgers-Beenhakker Vermoeidheid is een van de meest voorkomende en langdurige klachten na borstkanker. Tot wel 30% van de vrouwen ervaart nog jaren na behandeling aanhoudende vermoeidheid. Lian Herijgers-Beenhakker (Universiteit Twente) onderzocht hoe deze vermoeidheid beter te begrijpen en te behandelen is. Haar onderzoek laat zien dat het op basis van de huidige gegevens niet mogelijk is om het individuele risico op vermoeidheid te voorspellen, maar dat er wél ruimte is om behandelingen beter af te stemmen op persoonlijke voorkeuren van patiënten. lees verder

Beter inzicht in overleving en kwaliteit van leven met real-world data

kaft promotieboekje Real-world data, oftewel data uit de alledaagse zorgpraktijk, kan betrouwbare inzichten opleveren over de uitkomsten van de behandeling van patiënten met slokdarm- of maagkanker. Dat blijkt uit onderzoek waarop Steven Kuijper vandaag promoveert aan de Universiteit van Amsterdam. Kuijper ontwikkelde ook de eerste voorspelmodellen voor de kwaliteit van leven na behandeling. Daarmee kunnen mensen met slokdarm- of maagkanker vooraf beter worden geïnformeerd over de mogelijke impact van een behandeling. Dat kan helpen om een passende behandelkeuze te maken. lees verder