Verdiepende overlevingscijfers kunnen meer duidelijkheid geven

Verdiepende overlevingscijfers slokdarm- en maagkanker: meer duidelijkheid voor arts en patiënt

De overlevingscijfers van slokdarm- en maagkanker zijn de laatste decennia gunstiger geworden. Toch profiteert niet iedere patiënt hiervan. Onderzoekers Steven Kuijper (Amsterdam UMC) en Marieke Pape (IKNL) analyseerden in drie studies de cijfers om daarmee een duidelijker beeld te schetsen voor arts en patiënt. 

Door centralisatie, verbeterde diagnostiek, nieuwe technieken en behandelmethoden is de overleving voor patiënten met slokdarm- of maagkanker de afgelopen jaren verbeterd. Van alle patiënten die tussen 2000 en 2010 de diagnose slokdarmkanker kregen was bijvoorbeeld na vijf jaar 15 procent nog in leven, een decennium later (diagnose tussen 2010-2020) lag dat percentage op 24 procent. Die toename is op zich goed nieuws, maar de generieke getallen leveren in de klinische praktijk wel belemmeringen op. Bijvoorbeeld in de spreekkamer. ‘Patiënten krijgen nu bij systemische therapie soms te horen dat de overleving ergens tussen de drie maanden en twee jaar kan zijn. Dat is natuurlijk een enorm verschil,’ zo verklaart Kuijper. Pape: ‘We wilden daarom, op basis van real-world data, in kaart brengen hoeveel patiënten profiteren van de stijgende overlevingscijfers.’

Kuijper en Pape publiceerden met collega’s in hun bevindingen in drie studies, waarbij ze putten uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Twee studies gaan over de overleving aan de hand van verschillende scenario’s in op zowel curabel en palliatief stadium. Een derde studie brengt de conditionele overleving in kaart.

Curabel stadium: fitte patiënt met slokdarmkanker profiteert het meest

Kuijper bracht met collega’s de trends in overleving in kaart van patiënten met slokdarm- en maagkanker, waarbij de ziekte op het moment van diagnose niet was uitgezaaid. De resultaten werden gepubliceerd in het International Journal of Cancer. Het onderzoek analyseert NKR-data tussen 2006 en 2020. De totale populatie bestaat uit ruim 24.000 patiënten met slokdarmkanker en bijna 10.000 patiënten met maagkanker. Voor beide tumorgroepen wordt een verdeling gemaakt in vijf scenario’s, van ‘best case’ (patiënten met de beste overleving) tot ‘worst case’ (patiënten met de slechtste overleving). Bij slokdarmkanker was de mediane overleving 20,4 maanden. De toename in overleving verschilt echter tussen de groepen. Bij maagkanker, waar de mediane overleving 20,1 maanden is, liggen deze cijfers iets dichter bij elkaar. 
 

Trends in overleving bij slokdarm- en maagkanker (curabel)
Slokdarmkanker Gemiddelde jaarlijkse toename in overleving (maanden) Maagkanker Gemiddelde jaarlijkse toename in overleving (maanden)
Best-case (p20) 12 Best-case (p20) 3,6
Upper-typical (p40) 1,5 Uppertypical (p40) 1,0
Mediaan (p50) 0,7 Mediaan (p50) 0,5
Lower-typical (p60) 0,4 Lower-typical (p60) 0,2
Worst-case (p80) 0,2 Worst-case (p80) 0,2

Scenario's in percentiel (p) van de overlevingscurve

Vanaf 2006 is de overleving van het best-case scenario (p20), welke representatief is voor de beste 20% van de patiënten jaarlijks met 12 maanden gemiddeld toegenomen, terwijl het voor de overige scenario’s de overlevingswinst schommelt tussen 1,5 en 0,2 maanden. Deze verschillen schrijven de onderzoekers vooral toe aan de fysieke conditie van de patiënt en tumorbiologie. In alle groepen neemt de overleving toe, dit is waarschijnlijk te danken aan het toenemende gebruik van chirurgie, chemotherapie en betere diagnostiek. Door verder onderzoek naar behandelingen en door slokdarm- en maagkanker in een eerder stadium op te sporen kan de overleving nog verder toenemen. 

Gemetastaseerd: verschil in overleving

Pape en collega’s publiceerden in de Journal of the National Comprehensive Cancer Network een soortgelijke studie, alleen dan voor patiënten waarbij de ziekte op moment van diagnose al uitgezaaid was. De mediane overleving van patiënten met slokdarmkanker bleef in de onderzoeksperiode (2006-2020) gelijk, rond de vijf maanden. Bij maagkanker nam de overleving iets toe, van 3,5 tot 4,3 maanden. Ook deze studies bracht verschillen aan het licht. Bij de ‘best-case’ groep (p10) van slokdarmkanker nam de overleving iets toe (van 17 naar 20 maanden), terwijl bij de ‘worst-case’ groep (p90) de gemiddelde overleving juist afnam (van 1 naar 0,7 maand). Bij maagkanker steeg in de ‘best-case’ groep de overleving van 15,9 naar 23,5 maanden, terwijl in de ‘worst-case’ groep geen verandering was. De studie laat zien dat een beperkt aantal patiënten profiteert van de overlevingswinst. 

Conditionele overleving

Voor patiënten met niet-uitgezaaide slokdarm- en maagkanker welke een in opzet curatieve behandeling ondergingen bracht Pape met collega’s de conditionele overleving in kaart in International Journal of Cancer. Wanneer een patiënt na diagnose langer in leven blijft, worden de prognoses voor hem of haar gunstiger. Op basis van NKR-cijfers tussen 2006 en 2020 ziet de kans om de volgende drie jaar te overleven indien na 1, 3 of 5 jaar na diagnose nog in leven er als volgt uit:
 

Conditionele overleving bij slokdarm- en maagkanker, naar type behandeling en aantal jaar na diagnose
  Aantal jaar na diagnose
  1 3 5
Patiënten met slokdarmkanker welke een resectie ondergingen 67% 81% 89%
Patiënten met slokdarmkanker behandelt met chemoradiatie 40% 59% 70%
Patiënten met maagkanker welke een resectie ondergingen    68% 83% 90%
Medewerkers

Rob Verhoeven

Rob Verhoeven

hoofdonderzoeker upper GI

lees verder
Gerelateerd nieuws

Opmars van immunotherapie bij uitgezaaide slokdarm- en maagkanker

Rapport slokdarm-maagkanker 2024 Immunotherapie in combinatie met chemotherapie is sterk in opkomst als behandeling voor patiënten met uitgezaaide slokdarmkanker. Dat blijkt uit het rapport ‘Slokdarm- en maagkanker in Nederland 2024’ dat vanmiddag gepresenteerd wordt. Daarin staat ook dat de incidentie van slokdarmkanker blijft stijgen. Die stijging is vooral toe te schrijven aan de toename van het aantal patiënten met adenocarcinoom. Voor dat type kanker zijn overgewicht en reflux de belangrijkste risicofactoren.  lees verder

Rookvrije toekomst kan in 22 jaar minstens 120.000 kankerdiagnoses voorkomen

gebroken sigaret op blauwe achtergrond Ieder jaar krijgen in Nederland meer dan 14.000 mensen de diagnose longkanker, 6.800 mensen de diagnose blaaskanker en 2.700 mensen de diagnose slokdarmkanker. Omdat roken veel kankerdiagnoses veroorzaakt, is een van de doelen van de Nederlandse Kankeragenda dat nog maar 5% van de volwassenen en 0% van de jongeren rookt in 2032. Nieuwe berekeningen van Integraal Kankercentrum Nederland op basis van o.a. data uit de Nederlandse Kankerregistratie laten zien wat het effect is als we dat preventiedoel halen: we voorkomen 120.000 long-, blaas- en slokdarmkankerdiagnoses over de periode 2024-2045. lees verder