sterfte aan melanoom in Europa

Minder Europeanen overlijden binnen drie jaar na de diagnose melanoom

Tussen 2007 en 2012 stierven patiënten in 11 Europese landen gemiddeld minder snel aan een agressief melanoom dan halverwege de jaren negentig. Dat blijkt uit onderzoek van senioronderzoeker Marieke Louwman (IKNL) en collega’s dat onlangs in het International Journal of Cancer verscheen.

In Europa en andere westerse landen stijgt het aantal melanoomdiagnosen (huidkanker) al jaren. Maar stijgt daarmee ook het aantal patiënten dat aan een melanoom overlijdt? Die vraag wilden de onderzoekers beantwoorden. Daarom includeerden ze alleen patiënten die binnen drie jaar nadat het melanoom was vastgesteld al overleden waren.

Dalende trend in sterftecijfers

Voor dit onderzoek voegden de onderzoekers gegevens samen uit de periode 1995 tot en met 2012 van kankerregistraties uit 11 Europese landen. Uiteindelijk beschikten ze over gegevens van 123.360 patiënten van 18 tot 75 jaar met een invasief melanoom. Eén jaar na de diagnose waren 5.133 (4%) van hen overleden en na drie jaar was dat aantal opgelopen tot 12.330 (10%). Voor deze groep van patiënten die snel na de diagnose overleed, rekenden de onderzoekers de sterftecijfers uit.

Gemiddeld genomen zagen de onderzoekers dat de Europese sterftecijfers daalden tussen 1995 en 2012. Vervolgens vergeleken ze verschillende tijdvakken met elkaar. In de periode 2007-2012 lag het aantal sterfgevallen binnen één jaar na diagnose 16% lager, dan in de periode 1995-2000. Voor het aantal sterfgevallen binnen drie jaar na diagnose was die daling 8%. ‘Ondanks dat het aantal melanoomdiagnosen in Europa al jaren stijgt, blijkt uit ons onderzoek dat steeds minder mensen snel na de diagnose overlijden. Dat is een belangrijke bevinding,’ zegt Louwman, ‘want dat betekent dat er toch vooruitgang is geboekt.’ Verbeterde vroege opsporing is volgens haar de meest waarschijnlijk verklaring, aangezien nieuwe medicijnen zoals ipilimumab (immunotherapie) voor 2012 in Europa niet of nauwelijks beschikbaar waren. 

Verschillen tussen landen

Bijna 50.000 inclusies kwamen uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Dat was veruit het hoogste aantal vergeleken met de andere landen. In Nederland waren de sterftepercentages na één en drie jaar, respectievelijk, 2% en 8%. ‘We zagen grote verschillen in sterftecijfers tussen de landen. In vergelijking met de andere landen was het aantal mensen dat in Nederland binnen één of drie jaar na de diagnose overleed relatief laag. Dat bleef ook laag in de periode 2013 tot en met 2017.’

De gegevens uit 2013-2017 konden de onderzoekers in deze studie helaas niet meenemen, want niet alle deelnemende kankerregistraties beschikten over deze recente data. ‘Het zou een interessante vervolgstap zijn om de verschillen in snelle sterfte tussen de landen te bestuderen voor de periode na 2013. Dan zie je mogelijk het effect van behandelkeuzes. In sommige landen kregen patiënten direct een nieuw medicijn zodra dat beschikbaar was, terwijl andere landen deze middelen pas inzetten als aan bepaalde criteria was voldaan, bijvoorbeeld dat de gebruikelijke behandeling had gefaald.

Tumordikte als risicofactor

De onderzoekers identificeerden meerdere factoren die het risico op sterfte vergroten. Zo’n risicofactor is tumordikte. Dit is het eerste internationale onderzoek naar trends in melanomensterfte in Europa dat deze risicofactor in de analyse meeneemt. ‘Je ziet dat het risico op overlijden sterk toeneemt bij een tumordikte boven de één millimeter. Die bevinding is overigens niet nieuw. Toch is het niet uitgesloten dat iemand met een melanoom dunner dan één millimeter, een vereiste voor een vroeg stadium kanker, binnen drie jaar na diagnose overlijdt. In ons onderzoek gebeurde dat bij 3,2%. Zo’n tumor is dan in korte tijd razendsnel gegroeid en uitgezaaid.’

Bron

Sacchetto L, Rosso S, Comber H, et al. Skin melanoma deaths within 1 or 3 years from diagnosis in Europe. Int J Cancer. 2021 Jan 26.

Gerelateerd nieuws

Jonge vrouwen krijgen 1,5 keer vaker kanker dan jonge mannen

Jonge vrouw met hoofddoek Onder jongvolwassenen van 18 t/m 39 jaar komt kanker 1,5 keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. In de algehele populatie krijgen juist meer mannen dan vrouwen de diagnose kanker. Dat blijkt uit cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie, die wordt beheerd door IKNL. Vrouwen worden in hun jongvolwassen jaren vooral getroffen door borst- en baarmoederhalskanker en melanoom van de huid. Afgelopen 35 jaar nam het aantal borstkankerdiagnoses bij jonge vrouwen toe van bijna 600 diagnoses in 1989 naar 878 in 2024. Bij jonge mannen steeg het aantal diagnoses van zaadbalkanker explosief: van 241 diagnoses in 1989 naar 574 in 2024.    lees verder

Nieuw rapport legt verschillen in behandeling bij kanker bloot

Sociaaleconomische status en kanker: verschillen rondom behandeling Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Dat blijkt onder meer uit een vandaag gepubliceerde nieuwe studie naar sociaaleconomische status en kanker door IKNL. In dit tweede deel van een drieluik over kanker en sociaaleconomische status in Nederland gaat het specifiek over behandelverschillen bij kanker in relatie tot het inkomen van patiënten. Dit is bekeken voor vijf veel voorkomende tumorsoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De resultaten tonen aan dat inkomen samenhangt met de manier waarop kanker wordt behandeld, wat kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg. lees verder