Impact behandeling op cognitieve symptomen bij werkende kankerpatiënten

Impact behandeling op cognitieve symptomen bij werkende kankerpatiënten

Patiënten die na de behandeling van kanker terugkeren naar werk, hebben vaak te maken met cognitieve symptomen. Uit onderzoek van Johanna Ehrenstein (UMCG Groningen) en collega’s blijkt, dat dergelijke symptomen door patiënten worden gerapporteerd onafhankelijk van het type behandeling. Ook trad er geen verbetering op in de eerste 18 maanden na terugkeer naar hun werkomgeving. Volgens de onderzoekers is meer aandacht nodig voor de impact van cognitieve symptomen bij werkende patiënten met kanker.

Eerder is gerapporteerd dat cognitieve symptomen invloed hebben op het functioneren van werkende kankerpatiënten. Tot dusver is er weinig bekend over welke typen kankerbehandeling en cognitieve symptomen het werken van patiënten kunnen beïnvloeden. In deze studie is de samenhang onderzocht tussen de behandeling van kanker en cognitieve symptomen op lange termijn onder patiënten bij en na terugkeer op hun werk. Daarbij is ook gekeken of de aard van deze cognitieve symptomen gedurende een periode van 18 maanden verschilde per type kankerbehandeling.

Studieopzet

De onderzoekers gebruikten langetermijngegevens van het cohort “Work-Life after Cancer (WOLICA)”. De studiepopulatie bestond uit 330 patiënten die weer aan te werk waren. De deelnemers vulden bij werkhervatting de Cognitieve Symptomen Checklist-Werk (CSC-W DV) in en vervolgens na een follow-up van 6, 12 en 18 maanden om cognitieve symptomen (zoals geheugen en functionele symptomen) te meten. De studiepopulatie werd gekoppeld aan data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) om informatie over de kankerbehandeling te verkrijgen. Deze behandelingen werden ingedeeld naar locoregionale therapie (chirurgie en/of radiotherapie zonder systemische therapie), chemotherapie en systemische therapie (anders dan chemotherapie).

Bevindingen

Werkende patiënten die chemotherapie hadden ontvangen, rapporteerden vergelijkbare niveaus voor geheugensymptomen vergeleken met patiënten die een locoregionale behandeling kregen, terwijl er meer symptomen gerapporteerd werden bij andere systemische therapie. Patiënten die chemotherapie hadden ontvangen, rapporteerden significant minder functionele symptomenpatiënten vergeleken met patiënten na een locoregionale behandeling, terwijl patiënten na andere systemische therapieën opnieuw de meeste functionele symptomen rapporteerden. Bij zowel chemotherapie als een locoregionale behandeling, bleven de scores voor geheugen en uitvoerende functies stabiel over de eerste 18 maanden na terugkeer naar werk, terwijl deze functies verslechterden wanneer andere systemische therapie was gegeven.

Conclusies en aanbevelingen

In tegenstelling tot eerdere publicaties, waarin chemotherapie als een belangrijke factor voor cognitieve symptomen wordt beschreven, blijkt uit deze studie dat de score op cognitieve symptomen na chemotherapie niet hoger was. Deze uitkomst vraagt volgens Johanna Ehrenstein en collega’s om aanvullend onderzoek.

Mogelijk speelt vertekening een rol, doordat patiënten na behandeling met chemotherapie minder vaak terugkeren naar werk en om die reden niet geïncludeerd waren in deze studie. In alle groepen patiënten die terugkeren naar werk, dus ongeacht het type oncologische behandeling, werden cognitieve symptomen gerapporteerd. Gegeven het belang van terugkeer naar werk, zouden alle patiënten die cognitieve symptomen ervaren geïdentificeerd moeten worden, om de mogelijkheden voor ondersteuning te verkennen.

Implicaties praktijk

Uit deze bevindingen blijkt dat er aandacht moet zijn voor het aanwezig zijn van (aanhoudende) cognitieve symptomen (ongeacht de behandeling) bij patiënten, werkgevers, collega’s, zorgprofessionals en de maatschappij als geheel. Kennis over cognitieve symptomen kan bijdragen aan het ondersteunen van patiënten die na behandeling van kanker terugkeren naar werk. Het biedt tevens nuttige aanvullingen op de richtlijn Kanker en Werk voor bedrijfsartsen bij behoud van en terugkeer naar werk.

Gerelateerd nieuws

Start implementatieproject Vast Aanspreekpunt Oncologie in de eerstelijnszorg

verpleegkundige met patient

Patiënten met kanker vinden een vast aanspreekpunt in het ziekenhuis erg belangrijk, zo blijkt uit de uitvraag Doneer je Ervaring ‘Kankerzorg is meer dan de medische behandeling’ van de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiënten organisaties (NFK). Om zorg binnen en buiten het ziekenhuis nog beter op elkaar af te stemmen is per 1 mei 2023 het project Vast Aanspreekpunt (VAP) Oncologie in de eerstelijnszorg gestart.

lees verder

Aantal gekwalificeerde oncologiezorgnetwerken neemt toe

zorgverleners

Inmiddels zijn er 46 erkende oncologiezorgnetwerken in Nederland en het aantal gekwalificeerde netwerken blijft stijgen en dat is goed nieuws! Immers we willen allemaal dat mensen die leven met en na kanker en die kampen met de gevolgen van kanker dichtbij huis passende zorg vinden. Niet alleen neemt het aantal oncologiezorgnetwerken, waarin zorgverleners zoals huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten met elkaar samenwerken toe. Ook het aantal oncologiezorgnetwerken dat de kwaliteit laat toetsen, neemt toe. 

 

lees verder