Adjuvante chemotherapie na resectie buikvliesuitzaaiingen dikkedarmkanker

Adjuvante chemotherapie na resectie buikvliesuitzaaiingen dikkedarmkanker

Patiënten met dikkedarmkanker met geïsoleerde synchrone buikvliesuitzaaiingen die na chirurgie adjuvante systemische chemotherapie krijgen lijken een betere algehele overleving te hebben dan patiënten die geen adjuvante systemische chemotherapie krijgen. Dat blijkt uit onderzoek van Koen Rovers (Catharina Ziekenhuis) en collega’s met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Gerandomiseerde trials zijn nodig om deze bevindingen te bevestigen, maar artsen zouden deze resultaten kunnen gebruiken bij klinische besluitvorming in overleg met hun patiënten.

Op dit moment zijn er geen gegevens beschikbaar over de waarde van adjuvante systemische chemotherapie bij patiënten met dikkedarmkanker na resectie van geïsoleerde synchrone buikvliesuitzaaiingen. Daarom verschilt het geven van adjuvante systemische chemotherapie in deze setting sterk tussen landen, ziekenhuizen en artsen. Het doel van deze studie was het vergelijken van de algehele overleving tussen patiënten die wel of geen adjuvante systemische chemotherapie kregen na resectie van dikkedarmkanker met geïsoleerde, synchrone buikvliesuitzaaiingen.

Studieopzet

In deze landelijke observationele cohortstudie met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) werden 393 patiënten geïncludeerd met dikkedarmkanker met geïsoleerde synchrone buikvliesuitzaaiingen die in leven waren drie maanden na cytoreductieve chirurgie met hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC). Deze patiënten zijn tussen 1 januari 2005 en 31 december 2017 gediagnosticeerd en werden gevolgd tot 31 december 2019. Patiënten die adjuvante systemische chemotherapie kregen werden gematched met patiënten die geen adjuvante systemische chemotherapie kregen op basis van  patiënt-, tumor- en behandelkarakteristieken.

Uitkomstmaten

De onderzoekers vergeleken de algehele overleving tussen de twee gematchte patiëntengroepen met een Cox-regressieanalyses gecorrigeerd voor eventuele resterende, verstorende factoren. Vervolgens werden sensitiviteitsanalyses verricht door middel van het excluderen van patiënten die binnen zes maanden na de operatie overleden en door middel van het corrigeren voor niet-gemeten verstoring door ernstige postoperatieve complicaties.

Resultaten

Van de 393 geïncludeerde patiënten bleven er 284 patiënten over na matchen: 142 patiënten die adjuvante systemische chemotherapie kregen en 142 patiënten die geen adjuvante systemische chemotherapie kregen. De patiënten die adjuvante systemische chemotherapie kregen hadden een betere algehele overleving dan de patiënten die geen adjuvante systemische chemotherapie kregen (mediaan 39,2 maanden versus 24,8 maanden). Deze uitkomst bleef consistent na correctie voor resterende verstorende factoren, na exclusie van patiënten die binnen zes maanden na de operatie overleden, en na correctie voor ernstige postoperatieve complicaties.

Conclusie en overwegingen

Koen Rovers en collega’s concluderen dat adjuvante systemische chemotherapie na chirurgische resectie van dikkedarmkanker met geïsoleerde synchrone buikvliesuitzaaiingen geassocieerd lijkt met verbeterde algehele overleving ten opzichte van het niet krijgen van adjuvante systemische chemotherapie. Hoewel gerandomiseerde trials nodig zijn om de invloed van mogelijk verstorende factoren op deze uitkomst uit te sluiten, zouden de uitkomsten van deze studie kunnen worden gebruikt voor klinische besluitvorming bij deze onderbelichte groep patiënten voor wie tot dusver geen data beschikbaar zijn.

Om de waarde van neo-adjuvante en adjuvante (tezamen: perioperatieve) systemische therapie voor dikkedarmkanker met operabele buikvliesuitzaaiingen definitief vast te stellen, werd de CAIRO6 studie in 2017 opgestart door de Dutch Peritoneal Oncology Group en de Dutch Colorectal Cancer Group. In deze studie worden 358 patiënten met operabele buikvliesuitzaaiingen uit dikkedarmkanker in de negen Nederlandse ‘HIPEC-ziekenhuizen’ gerandomiseerd tussen CRS + HIPEC alleen (controle-arm) of perioperatieve systemische therapie en CRS + HIPEC (experimentele arm).

De eerste interim-analyse van deze studie, waarin de veiligheid van perioperatieve systemische therapie wordt bekeken, zullen binnenkort worden gepubliceerd. De uiteindelijke resultaten van de CAIRO6 studie zullen bepalen of perioperatieve systemische therapie de standaardbehandeling wordt voor patiënten met operabele buikvliesuitzaaiingen uit dikkedarmkanker. 

 

Gerelateerd nieuws

Geen verschillen overleving na CRS + HIPEC met mitomycin C of oxaliplatin

Geen verschillen overleving na CRS + HIPEC met mitomycin C of oxaliplatin

Welke medicatie is beter bij cytoreductieve chirurgie en HIPEC-behandeling bij patiënten met colorectale synchrone peritoneale metastasen, mitomycine C of oxaliplatin? Checca Bakkers (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s concluderen op basis van NKR-data dat er geen significante verschillen zijn in de langetermijnoverleving na HIPEC met mitomycine C of oxaliplatin. Een unieke studie naar wereldwijd de meest gebruikte medicatie, mede mogelijk doordat alle centra in Nederland hetzelfde behandelprotocol hanteren.

lees verder

Aanzienlijke variatie ziekenhuizen in voorbehandeling bij endeldarmkanker

Aanzienlijke variatie ziekenhuizen in voorbehandeling bij endeldarmkanker

Tussen ziekenhuizen in Nederland bestaat aanzienlijke variatie in het geven van voorbehandeling bij endeldarmkanker voorafgaand aan een eventuele operatie. Dat blijkt uit een studie van Tijmen Koëter (Radboudumc) en collega’s. Deze verschillen werden waargenomen in alle risicogroepen. In ziekenhuizen die vaak neoadjuvante chemoradiotherapie geven aan patiënten met hoogrisico endeldarmkanker, werd een verbeterde algehele overleving gevonden. De onderzoekers pleiten voor implementatie van regionale tumorbesprekingen en verder onderzoek naar deze variatie.

lees verder