Mannen met een melanoom hebben slechtere prognose dan vrouwen
Mannen met een melanoom hebben andere klinisch-pathologische eigenschappen dan vrouwen. Ook zijn mannen vaak ouder bij het stellen van de diagnose en hebben zij vaker zwerende melanomen en/of melanomen op de romp of hoofd/hals. De prognose van mannen met een melanoom is vaak slechter en is bovendien de afgelopen jaren verder gedaald, zo blijkt uit onderzoek van Mary-Ann el Sharouni (UMCU) en collega’s. Waarschijnlijk spelen sociaaleconomische factoren hierbij een rol. De onderzoekers roepen zowel artsen als personen met een verhoogd risico op zich meer bewust te zijn van de kans op het krijgen van een melanoom en voorzorgsmaatregelen te nemen.
Nederland heeft de hoogste incidentie van melanomen in Europa. Nederlandse vrouwen zijn, vergelijkbaar met andere landen, vatbaarder om een melanoom te ontwikkelen dan mannen, hoewel de overleving van mannen slechter is. Het doel van deze studie was geslachtsgerelateerde verschillen te identificeren die mogelijk kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van preventieve genderspecifieke maatregelen.
Opzet
De onderzoekers vroegen gegevens op uit het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) van patiënten met primair cutaan melanoom die tussen 2000 en 2014 zijn gediagnosticeerd. In de studie werden patiënten geïncludeerd die zich aanvankelijk presenteerden met stadium I, II en III melanoom zonder klinisch detecteerbare lymfeklieren. Gegevens over de follow-up waren afkomstig uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De onderzoekers beoordeelden de geslachtsgerelateerde verschillen en berekenden vervolgens de multivariabele relatieve oversterfte om een vergelijking te kunnen maken van de relatieve overleving tussen mannen en vrouwen.
Resultaten
In totaal werden 54.645 patiënten in de studie opgenomen. In 2000 was 42% van de patiënten in het cohort man, tegenover met 47% in 2014. De sterfteverhouding voor mannen was 51,5% in 2000 vergeleken met 60% in 2014. Mannen hadden significant dikkere melanomen op het moment van diagnose (mediane Breslow-dikte 1,00 mm) versus 0,82 mm bij vrouwen.
Mannen waren significant ouder op het moment van diagnose en hadden vaker zwerende melanomen en melanomen op de romp of in hoofd/halsgebied. De overleving van vrouwen verbeterde in de loop van de tijd, terwijl die van mannen juist afnam. Multivariabele analyse toonde aan dat de relatieve sterfteovermaat 1,37 was voor mannen (95% betrouwbaarheidsinterval: 1,31 - 1,45).
Conclusie en aanbevelingen
Mary-Ann el Sharouni en collega’s concluderen dat er duidelijke klinisch-pathologische verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met melanoom. Bovendien werd de relatieve overleving van mannen slechter in de tijd, verschillen die zichtbaar bleven na multivariabele correctie voor mogelijk verstorende factoren. Zowel artsen als personen met een risico op het ontwikkelen van een melanoom dienen zich daarom bewust te zijn van de verschillen tussen mannen en vrouwen, omdat bewustzijn en preventie kunnen bijdragen aan een lagere incidentie en sterfte ten gevolge van melanomen. Volgens de onderzoekers is er behoefte aan preventiecampagnes, gericht op personen met specifieke risicoprofielen.
- El Sharouni MA, Witkamp AJ, Sigurdsson V, van Diest PJ, Louwman MWJ, Kukutsch NA. ‘Sex matters: men with melanoma have a worse prognosis than women.’ J Eur Acad Dermatol Venereol. 2019 Jun 27.
- Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl