Variëteit aan eindpunten in studies naar borstkanker is (te) groot

De variëteit aan eindpunten in wetenschappelijke studies naar borstkanker is dermate groot en divers dat het maken van onderlinge vergelijkingen wordt belemmerd en de kans op onjuiste conclusies toeneemt. Drs. Martine Moossdorff en collega’s pleiten daarom in een publicatie in de British Journal of Surgery om meer gedetailleerde beschrijvingen van eindpunten op te nemen om de transparantie en onderlinge vergelijking van deze studies te bevorderen. 

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar borstkanker worden gerapporteerd met behulp van concrete eindpunten. De meeste eindpunten bestaan uit samengestelde eindpunten (zoals locoregionale recidieven) die vervolgens weer uit diverse componenten kunnen bestaan (bijvoorbeeld lokaal recidief) die op hun beurt weer opgebouwd zijn uit specifieke uitingen (zoals recidief in de huid). Inconsistente selectie en definitie van eindpunten kan tot onjuiste conclusies leiden bij het vergelijken van studieresultaten.

Inclusie en definitie
Het doel van deze studie was vast te stellen welke locoregionale eindpunten er worden gebruikt bij studies naar borstkanker en hoe deze eindpunten en hun componenten zijn gedefinieerd. De onderzoekers doorzochten hiervoor PubMed op publicaties naar borstkanker die in 2011 zijn verschenen in negen toonaangevende vakbladen. Alle publicaties waarin eindpunten met een lokale of regionale component waren opgenomen, werden geïncludeerd. Ook werden de definities die in deze studies werden gehanteerd met elkaar vergeleken.

In totaal werden er 23 verschillende eindpunten gevonden met een lokale of regionale component in 44 verschillende publicaties. De meest gebruikte eindpunten waren ziektevrije-overleving (25 artikelen), recidiefvrije overleving (7), lokale controle (4), locoregionale recidiefvrije overleving (3) en eventvrije overleving (3).

Variëteit in eindpunten
De onderzoekers stelden vast dat er verschillende eindpunten werden gebruikt voor overeenkomstige uitkomsten. Van 23 eindpunten waren er 5 niet-gedefinieerd en 18 waren slechts gedeeltelijk gedefinieerd. Van deze gedeeltelijk gedefinieerde eindpunten ging het bij 16 eindpunten om een lokale, en bij 13 om een regionale component.

Van de niet nader gespecificeerde gebeurtenissen ging het in 33 van de 57 gevallen om een lokale en bij 27 van de 50 om regionale voorvallen. In de definities van lokale componenten bestond geen consistentie ten aanzien van het al dan niet includeren van in situ carcinomen en recidieven in huid en borstwand. De definities van regionale componenten waren niet consistent wat betreft de inclusie van recidieven in specifieke lymfeklierstations en recidieven in huid en borstwand.

Eindpunten beter beschrijven
De onderzoekers concluderen dat in wetenschappelijke studies naar borstkanker gebruik wordt gemaakt van veel verschillende eindpunten met een locoregionale component. Verder worden definities van eindpunten en gebeurtenissen in een groot aantal studies niet verstrekt of is sprake van onderlinge variatie. Om de transparantie van studies te verbeteren, vergelijkingen te vergemakkelijken én onterechte conclusies te voorkomen, wordt aan toekomstige auteurs geadviseerd om gedetailleerde beschrijvingen te vermelden van alle gehanteerde eindpunten.

Gerelateerd nieuws

Studie naar borstkankerbehandeling voorbeeld van succesvolle samenwerking

Abemaciclib, palbociclib en ribociclib zijn effectieve geneesmiddelen bij vrouwen met uitgezaaide, hormoongevoelige borstkanker. Deze zogeheten CDK4/6-remmers remmen de kankerceldeling en worden toegevoegd aan een hormoontherapie. De vraag in de SONIA-studie: kun je zo’n remmer beter inzetten vanaf de start of pas als de eerste hormoonbehandeling niet meer goed werkt? Voor de manier waarop de studie is opgezet en wordt uitgevoerd, ontving het onderzoeksteam op 31 maart 2022 een ZonMw Parel. De studie wordt ondersteund door het IKNL-trialbureau.

lees verder

Borstkanker in Nederland 1989-2017: hogere incidentie; betere overleving

vrouw met hond in park

Tussen 1989 en 2017 is de incidentie van eerste, primaire borstkanker in Nederland aanzienlijk gestegen, hoewel in recente jaren een veelbelovende daling is te zien. De overleving van patiënten verbeterde aanzienlijk voor de meeste vormen van borstkanker door minder intensieve chirurgie en toegenomen gebruik van systemische therapieën en/of combinaties met andere behandelingen. Overeenkomstig daalde de sterfte substantieel, ongeacht de leeftijd van deze vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek van Daniël van der Meer (NKI) en collega’s met data uit de NKR.

lees verder