Studie naar tabaksrook en risico op ontwikkelen van cutaan melanoom

Mannen die roken hebben geen verhoogd risico op het ontwikkelen van een melanoom. Bij rokende vrouwen werd geen duidelijk relatie gevonden. Dat blijkt uit een studie van Liesbeth Sondermeijer (Radboudumc) en collega’s. Fundamenteel laboratoriumonderzoek is noodzakelijk om vast te stellen of componenten in tabaksrook mogelijk een beschermend effect hebben en in de toekomst een rol kunnen vervullen bij de behandeling van patiënten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van melanomen.

Cutaan melanoom is de afgelopen 50 jaar de snelst toegenomen maligniteit, vooral in landen met een bevolking met een overwegend lichte huidskleur. In dezelfde periode zijn de overlevingskansen van patiënten met deze ziekte sterk verbeterd, vooral door vroege detectie. De belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van een melanoom zijn genetische aanleg, huidtype en overmatige blootstelling aan UV-straling.

Achtergrond

Het roken van sigaretten is een bekende risicofactor voor diverse vormen van kanker. Sigarettenrook wordt ook in verband gebracht met een toegenomen risico op voortijdige veroudering van de huid, psoriasis, slechte wondgenezing en plaveiselcelcarcinoom. In eerdere onderzoeken is het effect van het roken van sigaretten en het risico op een melanoom onderzocht, maar die uitkomsten waren niet consistent. In deze grote, patiënt-controle studie is het risico op het ontwikkelen van melanoom opnieuw onderzocht in samenhang met het roken van sigaretten.

Opzet

In totaal werden 1.157 patiënten opgenomen in de studie die tussen 2003 en 2011 zijn gediagnosticeerd met melanoom in Nederland. Ook werden gegevens van 5.595 controlepersonen opgenomen uit de Nijmegen Biomedische Studie. Informatie over rookgewoonten en risicofactoren voor melanoom werden verkregen via door patiënten ingevulde vragenlijsten.

Om het risico van het roken van sigaretten op het melanoomrisico te onderzoeken, werden logistische regressieanalyses uitgevoerd, gestratificeerd naar geslacht., De analyses werden gecorrigeerd voor leeftijd, burgerlijke staat, hoogste opleidingsniveau, huidtype, zonvakanties, gebruik van solarium, doorgebrachte tijd in de buitenlucht en zonbeschermende maatregelen.

Resultaten

Onder mannen hadden huidige en voormalige rokers geen hoger risico op een melanoom vergeleken met nooit-rokers. Het gecorrigeerd risico voor huidige rokende mannen was 0,56 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,40-0,79) respectievelijk 0,50 voor voormalig rokende mannen (95% betrouwbaarheidsinterval 0,39-0,64). Het risico op een melanoom nam af met een toenemend aantal gerookte jaren.

Tot 20 jaar was dit risico bij mannen 0,61 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,46-0,80); tussen 21 en 40 jaar was het risico 0,50 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,37-0,68). Bij mannen die meer dan 40 jaar hadden gerookt, was het risico op een melanoom 0,26 (95% betrouwbaarheidsinterval 0,15-0,44). Er is geen duidelijke trend gevonden voor het aantal gerookte sigaretten. Bij vrouwen werd geen duidelijke relatie gevonden tussen roken en het risico op melanoom.

Conclusies en aanbevelingen

Liesbeth Sondermeijer en collega’s concluderen dat niet eerder een zo’n sterk omgekeerd verband gerapporteerd is tussen het roken van sigaretten en risico op melanoom. Gelet op de beperkingen van deze studie door mogelijke aanwezigheid van resterende verstorende invloeden, waarvoor niet gecorrigeerd kon worden, kunnen geen directe klinische conclusies worden getrokken. Het aanmoedigen van stoppen met roken blijft van het grootste belang, aldus de onderzoekers.

Indien een van de componenten van tabaksrook een beschermend effect op de ontwikkeling van melanoom mocht hebben, dan kan dit in de toekomst van betekenis zijn voor patiënten met een hoog risico op melanoom. Om een eventueel (causaal) biologisch mechanisme te onderzoeken dat hieraan ten grondslag ligt, is fundamenteel onderzoek noodzakelijk.

Gerelateerd nieuws

Nieuw rapport legt verschillen in behandeling bij kanker bloot

Sociaaleconomische status en kanker: verschillen rondom behandeling Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Dat blijkt onder meer uit een vandaag gepubliceerde nieuwe studie naar sociaaleconomische status en kanker door IKNL. In dit tweede deel van een drieluik over kanker en sociaaleconomische status in Nederland gaat het specifiek over behandelverschillen bij kanker in relatie tot het inkomen van patiënten. Dit is bekeken voor vijf veel voorkomende tumorsoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De resultaten tonen aan dat inkomen samenhangt met de manier waarop kanker wordt behandeld, wat kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg. lees verder

Ook patiënten met dun melanoom (1 mm) stratificeren in hoog of laag risico 

Ook patiënten met dun melanoom (1 mm) stratificeren in hoog of laag risico 

Hoewel de prognose van patiënten met een dun melanoom (Breslow-dikte 1 mm) uitstekend is op populatieniveau, kunnen sommige patiënten sterven aan de gevolgen van een dun melanoom. Daarom zouden deze patiënten beter gestratificeerd moeten worden in hoog of laag risico, omdat dit diagnostische en therapeutische consequenties heeft in tijden van gepersonaliseerde zorg. Dat stellen Loes Hollestein (Erasmus MC, IKNL) en Tamar Nijsten (Erasmus MC) in een commentaar in de British Journal of Dermatology.

lees verder