Behoeften voedingsondersteuning verschilt bij overlevenden dikkedarmkanker

Niet alle overlevenden die behandeld zijn voor dikkedarmkanker hebben behoefte aan voedingsondersteuning. Deze behoefte is er vaak wel bij jongere overlevenden, personen zonder partner, patiënten met een stoma of met diabetes en mensen met overgewicht of obesitas. Dat blijkt uit een studie van Meeke Hoedjes (VU, Tilburg University) en collega’s. Op basis van deze studie geven de auteurs  aanbevelingen om de behoefte aan voedings- en leefstijlondersteuning beter te identificeren en af te stemmen op de persoonlijke situatie van dikkedarmkanker overlevenden. Verder adviseren zij deze ondersteuning direct na de diagnose aan te bieden en aan te blijven bieden gedurende het gehele behandelproces en tijdens de follow-up. 

Het doel van dit onderzoek was allereerst het bepalen van het aandeel overlevenden van dikkedarmkanker met een behoefte aan voedingsondersteuning. Daarna werd gekeken naar de invloed van sociaal-demografische, kanker- en gezondheidsgerelateerde kenmerken op de behoefte aan voedingsondersteuning. Ook zijn redenen onderzocht voor het (niet) nodig hebben van voedingsondersteuning. Ten slotte is in deze studie onderzocht welke  specifieke behoeften en voorkeuren  dikkedarmkanker overlevenden hebben met betrekking tot leefstijlondersteuning, zoals voeding, lichaamsbeweging en/of gewichtscontrole.

Methoden
Voor deze studie is een mix van methoden toegepast. Er werd een eenmalige  vragenlijst afgenomen onder Nederlandse overlevenden van dikkedarmkanker (n= 1.774) en er werden drie focusgroepen gehouden (n = 16). Om de samenhang tussen de diverse kenmerken te onderzoeken, voerden de onderzoekers logistische regressieanalyses uit. De focusgroepen werden opgenomen met een voicerecorder en woordelijk uitgewerkt en geanalyseerd met behulp van een thematische aanpak. De vragenlijsten werden aangeboden via PROFILES, het online patiëntenvolgsysteem dat IKNL in samenwerking met Tilburg University heeft ontwikkeld.

Resultaten
In totaal stuurden 1.458 respondenten (82%) de vragenlijst retour. In 260 vragenlijsten ontbrak het antwoord op de vraag over behoefte aan ondersteuning (de primaire uitkomstmaat), zodat 1.198 vragenlijsten (67,5%) konden worden opgenomen in de analyses. Van de geïncludeerde respondenten meldde 17,5% behoefte te hebben aan voedingsondersteuning. Kenmerken die verband houden met deze behoefte waren een jongere leeftijd, leven zonder partner, gebruik van een stoma, diabetes en overgewicht of obesitas. De belangrijkste reden voor de behoefte aan ondersteuning was dat deze respondenten niet in staat waren om initiatieven te nemen tot leefstijlveranderingen en deze vol te houden zonder extra ondersteuning. 

Overlevenden van dikkedarmkanker geven er de voorkeur aan om zo snel mogelijk na diagnose informatie te ontvangen om een autonome, geïnformeerde beslissing te nemen over het al dan niet verbeteren van hun leefstijl. Verder geven overlevenden er de voorkeur aan individueel (op maat) leefstijlondersteuning te ontvangen, bij voorkeur met betrokkenheid van hun familie en lotgenoten. Ondersteuning op maat kan autonomie bevorderen door bijvoorbeeld keuzemogelijkheden op basis van eigen voorkeuren aan te bieden (bijvoorbeeld verschillende mogelijkheden om de kwaliteit van het dieet te verbeteren) in plaats van een bepaald dieet voor te schrijven. 

Conclusies en aanbevelingen
Meeke Hoedjes en collega’s concluderen dat deze studie kennis heeft opgeleverd over gepaste ondersteuning door zorgprofessionals aan overlevenden van dikkedarmkanker die behoefte hebben aan voedingsondersteuning om hun gezondheid te verbeteren door het bevorderen van de naleving van aanbevelingen voor hun leefstijl en lichaamsgewicht te verbeteren. Deze bevindingen kunnen worden gebruikt om overlevenden van dikkedarmkanker die behoefte hebben aan voedingsondersteuning beter te identificeren en de leefstijlondersteuning beter af te stemmen op hun persoonlijke behoeften en voorkeuren, zodat de naleving en effectiviteit van deze aanbevelingen worden bevorderd.

De studie biedt aanbevelingen welke overlevenden van dikkedarmkanker in het bijzonder behoefte hebben aan voedingsondersteuning. Het gaat hierbij vooral om jongere overlevenden, personen zonder partner, mensen met een stoma of diabetes en mensen met overgewicht of obesitas. Passende leefstijlondersteuning dient bij voorkeur aangeboden te worden direct na de diagnose, gedurende het gehele behandelproces en tijdens de follow-up. Toekomstig onderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen op welke wijze het (blijven) volgen van een gezonde leefstijl kan worden bevorderd bij overlevenden van dikkedarmkanker die niet aan (een of meer) van deze aanbevelingen voldoen. 

Aan deze studie werkten mee zorgprofessionals en onderzoekers van VU (Amsterdam), Tilburg University, Wageningen University, IKNL en Maastricht University.
 

  • Hoedjes M, de Kruif A, Mols F, Bours M, Beijer S, Winkels R, Westerman MJ, Seidell JC, Kampman E. ‘An exploration of needs and preferences for dietary support in colorectal cancer survivors: A mixed-methods study’. PLoS One. 2017 Dec 18;12(12).

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl 

Gerelateerd nieuws

Nieuw rapport legt verschillen in behandeling bij kanker bloot

Sociaaleconomische status en kanker: verschillen rondom behandeling Patiënten uit lagere inkomensgroepen ondergaan minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Dat blijkt onder meer uit een vandaag gepubliceerde nieuwe studie naar sociaaleconomische status en kanker door IKNL. In dit tweede deel van een drieluik over kanker en sociaaleconomische status in Nederland gaat het specifiek over behandelverschillen bij kanker in relatie tot het inkomen van patiënten. Dit is bekeken voor vijf veel voorkomende tumorsoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. De resultaten tonen aan dat inkomen samenhangt met de manier waarop kanker wordt behandeld, wat kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg. lees verder

Voeding & leefstijl bespreken tijdens en na behandeling kanker

man loopt buiten

Mensen die na de behandeling van dikkedarmkanker gezonder eten en meer bewegen, ervaren een betere kwaliteit van leven dan lotgenoten. Patiënten krijgen echter vaak geen of weinig voorlichting over leefstijl en voeding. Merel van Veen (IKNL, Wageningen University) concludeert in haar proefschrift dat zorgprofessionals al tijdens de behandeling dienen te beginnen met het geven van voedingsinformatie en niet moeten wachten tot patiënten of naasten daar naar vragen. Een voorwaarde is dat zorgverleners meer kennis krijgen over voeding en leefstijl, want dat inzicht is momenteel beperkt. Artsen zouden het belang van een gezonde leefstijl bovendien meer moeten benadrukken, met een leidende rol voor diëtisten in dit proces.

lees verder