Normen Soncos leveren soms problemen op

Specialisten, verpleegkundigen, voorzitters van oncologiecommissies en andere functionarissen namen op 4 november deel aan de regiobijeenkomst ‘Normen in de oncologie’ van IKNL in Amsterdam. Diverse sprekers gaven hun visie op de impact van het nieuwe normeringsrapport van Soncos op de organisatie (en inkoop) van oncologische zorg. Sommige ziekenhuizen hebben meer tijd nodig om daaraan te voldoen. Heeft uw ziekenhuis de samenwerking met andere zorgpartners al vastgelegd in een service-level agreement? Een verslag. 

De Stichting Oncologische Samenwerking (Soncos) publiceerde december 2012 de eerste versie van het normeringsdocument. Een jaar later, februari 2014, kwam een nieuwe Soncos-versie uit, met aanvullende normen voor onder andere de aanstelling van een palliatief team. Aan deze eis moeten ziekenhuizen binnen twee à drie jaar voldoen. Februari 2015 verschijnt weer een nieuwe versie, met daarin normen over neuro-oncologie en een betere omschrijving van de service level agreements (sla's).

Daling operatiesterfte
Terugblikkend laten de cijfers over 2010 en 2011 zien dat er nog veel complicaties voorkomen en sprake is van een hoge mortaliteit. Literatuur laat echter zien dat deze parameters na centralisatie zouden moeten verbeteren. Sinds de invoering van de Soncos-normen is de operatiesterfte met circa 25% gedaald; een enorm succes. Invoering van de Soncos-norm leidt in diverse ziekenhuizen ook tot organisatorische ‘pijnpunten’.

Tien ziekenhuizen voldoen bijvoorbeeld nog niet aan de eis om twee internist-oncologen en twee chirurg-oncologen in huis te hebben. Het is niet uitgesloten dat invoering van deze norm tijdelijk wordt uitgesteld. Verder hebben circa twintig ziekenhuizen problemen met het halen van de eis van twee mdl-artsen. Vandaar dat de norm is bijgesteld naar één mdl-arts en één internist met endoscopievaardigheden.

Ook de norm dat minimaal de helft van de verpleegkundigen op de afdeling oncologie en interne geneeskunde de aantekening oncologie moet hebben, wordt in veel ziekenhuizen nog niet gehaald vanwege beperkte opleidingscapaciteiten. De algemene ledenvergadering van Soncos neemt december 2014 een besluit over het tijdschema tot definitieve invoering van de aantekening oncologie voor verpleegkundigen. De suggestie om deze norm af te zwakken, werd verworpen met het argument dat elke patiënt aandacht dient te krijgen van een gekwalificeerd verpleegkundige.

Discussiepunten
Een alternatieve oplossing kan zijn het clusteren van alle oncologische zorg binnen een ziekenhuis. Dit kan echter ten koste gaan van de kwaliteit van zorg, doordat verpleegkundigen met specifieke tumorkennis dan niet altijd meer met een zelfde groep patiënten kunnen werken. Soncos en IGZ adviseren om de tijd te nemen om aan de gestelde normen te voldoen. Het is en blijft belangrijk voldoende tijd en budget te investeren in scholing van verpleegkundigen. Dat geldt eveneens voor systemische therapie onder leiding van een internist-oncoloog en deelname aan trials.

Een ander discussiepunt blijft dat verzekeraars bij de inkoop van zorg blijven inzetten op verhoging van de volumenormen. Daartegen heeft Soncos geprotesteerd. De reactie van de verzekeraars hierop is divers. Sommige verzekeraars betrekken hierin de ervaringen van patiënten. Als deze niet goed zijn, dan wordt ook het volume betrokken. Patiëntenorganisaties geven ook de voorkeur aan hogere volumes.

Handhaving door IGZ
IGZ gaat uit van een planjaar, gevolgd door een implementatiejaar en vervolgens een handhavingsjaar c.q. uitvraagjaar. Dit vierde jaar vindt vervolgens een gesprek plaats over de bereikte resultaten. Mocht het vierde jaar niet aan de Soncos-norm zijn voldaan, dan is een ziekenhuis eerst zelf aan zet. Daarna volgen de wetenschappelijke vereniging (incl. DICA), de verzekeraar en daarna pas toezichthouder IGZ. Met andere woorden: een verzekeraar zou niet zelf in gesprek hoeven te gaan over de resultaten van een ziekenhuis zolang andere partners binnen de zorgketen het daar intern nog niet over eens zijn. IGZ voert vooral vaker inspecties uit bij patiëntengroepen met een hoog risico.  

Criteria inkoop zorgverzekeraar
Het contract en de afspraken tussen ziekenhuis en verzekeraar kunnen in de praktijk afwijken van de daadwerkelijk geleverde zorg. Soms neemt een ziekenhuis de kosten van een behandeling voor eigen rekening, wanneer deze niet door de zorgverzekeraar is ingekocht. Om die manier kan een ziekenhuis laten zien dat aan een bepaalde norm wordt voldaan, zodat die zorg het daaropvolgende jaar wel wordt ingekocht.
Arbitrair is het bepalen van de grens wanneer zorg wel of niet wordt ingekocht. Bijvoorbeeld in situaties waarin een ziekenhuis in een opeenvolgende reeks van jaren (net) niet aan een norm voldoet. In dat geval kunnen zorgverzekeraars ook naar andere prestaties kijken, zoals de reputatie van een ziekenhuis binnen het zorgnetwerk.

Service level agreements
Onderdeel van de normering zijn de service level agreements (sla’s). In de praktijk blijken er vaak wel afspraken te zijn tussen zorgcentra, maar deze zijn lang niet altijd geformaliseerd. Adviseurs van IKNL bieden professionals en ziekenhuizen ondersteuning aan bij het in kaart brengen van verwijspatronen en het opstellen van sla’s aan de hand van een format. Het format van IKNL is hiervoor een goed en praktisch model. 

Casemanager 
Aan bod kwam ook het St. Jansgasthuis dat per tumorgroep een casemanager heeft aangesteld die bereikbaar is voor de patiënt en intern kan verwijzen wanneer dat nodig is. De casemanager treedt op als procesbewaker en is tevens aanspreekpunt voor de inhoud (gekoppeld aan zorgpaden) en actief als contactpersoon tussen huisarts en medisch specialist. Het Limburgse ziekenhuis maakt onderscheid tussen junior- en senior-casemanagers en verpleegkundig specialisten.

Uitdagingen Soncos-normen
Invoering van de Soncos-normen brengt een breed scala aan uitdagingen met zich mee: onder andere het borgen van de continuïteit van zorg, verdeling van aandacht tussen interne en externe activiteiten. Ook de positie van verpleegkundig specialisten in het loongebouw vraagt aandacht in verband met de bevoegdheid om per 1 januari 2015 een DBC te openen.