
Knelpuntenenquête urogenitale problemen
Urogenitale problemen komen regelmatig voor bij patiënten in de palliatieve fase en kunnen een enorme impact hebben op de kwaliteit van leven van patiënten en naasten. Zo komt urine-incontinentie voor bij 23-38% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase. Andere voorkomende urogenitale problemen zijn bijvoorbeeld fistels (een niet-natuurlijke verbinding tussen twee holle organen of tussen een hol orgaan en de buitenwereld, bijvoorbeeld je darm en je blaas), loze aandrang en tenesmi (pijnlijke samentrekkingen van blaas of darm).
De huidige richtlijn ‘Urogenitale problemen, fistels, loze aandrang en tenesmi’ stamt uit 2010 en bestaat uit tien verschillende onderwerpen. De afgelopen jaren is onze kennis over deze onderwerpen verder ontwikkeld. Daarom wordt de huidige richtlijn herzien. Het onderwerp ‘seksualiteit’ wordt later dit jaar in een aparte richtlijn herzien.
Knelpuntenenquête
Om de herziene richtlijn zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de praktijk vragen wij zorgverleners welke knelpunten zij in de praktijk ervaren rondom de zorg voor patiënten die last hebben van urogenitale problemen. De belangrijkste knelpunten worden in de richtlijn uitgewerkt. Om de knelpunten te verzamelen vragen wij zorgverleners die hiermee te maken hebben deze knelpuntenenquête in te vullen.
De knelpuntenenquête is in te vullen tot uiterlijk 26 juni aanstaande. Het invullen duurt 10-15 minuten. Het is mogelijk om de resultaten van de enquête in een factsheet te ontvangen. Indien u deze wenst te ontvangen kunt u dit aan het einde van de enquête aangeven.
Multidisciplinaire werkgroep
Een multidisciplinaire werkgroep bestaande uit zorgverleners en patiëntvertegenwoordigers is verantwoordelijk voor de herziening. Deze werkgroep staat onder voorzitterschap van dr. Stefan Haensel, uroloog en SCEN arts. IKNL verzorgt de procesbegeleiding. De verwachting is dat de richtlijn in het begin van 2024 gereed is. De actuele status van deze en andere richtlijnen palliatieve zorg staat op de website van IKNL.
Tijdige integratie palliatieve zorg in álle domeinen reguliere zorg nodig

Het aantal mensen met een levensbedreigende ziekte in Nederland neemt toe. Voor al deze mensen is palliatieve zorg - die je krijgt als je weet dat je niet meer kunt genezen - van groot belang. Om hoogwaardige palliatieve zorg op het juiste moment, op de juiste plek en door de juiste zorgverlener te realiseren is tijdige integratie van palliatieve zorg in álle domeinen van reguliere zorg nodig. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van IKNL-onderzoeker Dr. Manon Boddaert, die hierop op 15 maart 2023 promoveerde. Het onderzoek geeft inzicht in de meerwaarde, beschikbaarheid én toegankelijkheid van palliatieve zorg in Nederland. Daarnaast beschrijft het de totstandkoming van het nationale Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland en presenteert het daaruit de essenties om zorgverleners te ondersteunen in het bieden van hoogwaardige palliatieve zorg.
lees verderRichtlijn Diarree in de palliatieve fase wordt herzien

De richtlijn Diarree in de palliatieve fase wordt herzien. Veel mensen in de palliatieve fase hebben last van diarree. Diarree is dunne ontlasting en duurt meestal kort, ook wel acute diarree. Houdt de diarree langer dan twee weken aan, dan is het chronische diarree. Daarnaast kan er nog sprake zijn van paradoxale diarree of overloopdiarree bij obstipatie: lekkage van dunne ontlasting langs een verstopping. Diarree gaat vaak gepaard met buikkrampen en schaamte. Ook is er kans op infecties en uitdroging. De huidige richtlijn Diarree in de palliatieve fase stamt uit 2010. Inmiddels hebben we meer kennis over dit onderwerp. Daarom wordt de richtlijn nu evidence based herzien door een multidisciplinaire werkgroep. IKNL is procesbegeleider bij het ontwikkelen en herzien van richtlijnen palliatieve zorg.
lees verder