
Roken belangrijkste risicofactor voor primaire tumor onbekend
Roken, een bekende risicofactor voor kanker, blijkt ook een belangrijke risicofactor te zijn voor het krijgen van een primaire tumor onbekend (PTO). Alcoholgebruik, diabetes en een familiegeschiedenis van kanker, andere bekende risicofactoren voor kanker in het algemeen, zijn ook geassocieerd met het risico op PTO, maar in mindere mate. Dat concludeert dr. Karlijn Hermans (Universiteit Maastricht) in haar proefschrift op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie en de Nederlandse Cohortstudie naar voeding en kanker. Hermans onderzocht de relatie tussen leefstijlgewoonten en het risico op een PTO.
Relatie leefstijlgewoonten en PTO
Hermans onderzocht de invloed van alcoholgebruik, roken van sigaretten, lichamelijke activiteit, groente- en fruitinname, vleesinname, lichaamsbouw, diabetes en een familiegeschiedenis van kanker, in relatie tot het risico op het krijgen van een PTO. Deze risicofactoren zijn bekende risicofactoren voor kanker met een primair bekende origine. Omdat naar verwachting de groep PTO-patiƫnten een heterogene groep patiƫnten is met de gemene deler dat de primaire bron van de uitzaaiingen niet gevonden wordt en geen op zichzelf staande entiteit, is het te verwachten dat een aantal van deze risicofactoren ook gelden voor het ontwikkelen van een PTO.
Ook onderzocht ze de invloed van leefstijl in het algemeen door te kijken of het naleven van leefstijlaanbevelingen voor kankerpreventie (zoals gedefinieerd door het World Cancer Research Fund en het American Institute for Cancer Research) impact heeft wat betreft het risico op het krijgen van een PTO, maar na multivariabele analyse kwam in het cohort geen statistisch significante relatie naar voren. Ook voerde Hermans een literatuurstudie uit naar risicofactoren voor PTO vergeleek die bevindingen met de waargenomen risicofactoren binnen de Nederlandse Cohortstudie naar voeding en Kanker (NLCS).
De NLCS is een prospectief cohort, met een studiepopulatie van 120.852 deelnemers (62.573 vrouwen en 58.279 mannen) die in 1986 tussen de 55-69 jaar waren. De deelnemers vulden in 1986 een vragenlijst in over voedingsgewoonten en andere risicofactoren voor kanker. De deelnemers van het cohort werden 20 jaar gevolgd (tot en met december 2006). Hermans koppelde data uit van het volledige cohort aan de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) om PTO-gevallen in het cohort te identificeren.
Roken en alcohol risicofactoren in cohort
Hermans concludeert op basis van de data uit de NKR en het NLCS dat het gebruik van alcohol en roken risicofactoren zijn voor het krijgen van een PTO, zoals dat ook geldt voor enkele primair bekende kankersoorten. Voor alcoholconsumptie vond Hermans een dosis-responsrelatie. Hoe meer alcohol iemand gebruikt, des te hoger het risico op een PTO. Dit geldt met name voor de mannen uit het cohort. Ook bij rookgedrag vond Hermans een dosis-responsrelatie: hoe meer en hoe langer iemand rookt, hoe hoger het risico op een PTO. Deelnemers die op 50-jarige of latere leeftijd de diagnose diabetes type 2 kregen, bleken ook een hoger risico op PTO te hebben. Dit was met name voor vrouwen het geval.
Inname van specifiek rundvlees en bewerkt vlees blijkt binnen het cohort ook een risicofactor voor PTO, met name voor vrouwen. Ook dit is een bekende risicofactor voor primair bekende tumorsoorten, zoals darmkanker. Consumptie van rood vlees in het algemeen, gevogelte en vis was niet gerelateerd aan het risico op PTO. Een familiegeschiedenis van kanker was in het cohort geen onafhankelijke risicofactor, al zag Hermans een matig verhoogd risico op PTO bij deelnemers die een broer of zus met kanker hadden. Er was geen verband tussen lichaamsbouw of lichamelijke activiteit en het risico op PTO. Ook groente- en fruitinname bleek geen relatie te hebben met het risico op PTO.
Roken gevestigde risicofactor
Hermans vergeleek de risicofactoren binnen het NLCS met de risicofactoren die naar voren kwamen uit andere epidemiologische studies naar PTO-risicofactoren. Daaruit blijkt roken een gevestigde risicofactor voor PTO te zijn, zoals roken voor een aantal andere kankers, o.a. longkanker, ook een gevestigde risicofactor is. Alcoholgebruik, diabetes en een familiegeschiedenis zijn in mindere mate geassocieerd met het risico op PTO. Er was geen overtuigende associatie tussen lichaamsbouw, inname van voeding (dierlijk of plantaardig), immuniteitsstoornissen, leefstijl in het algemeen, lichamelijke activiteit of sociaaleconomische status en het risico op PTO.
Meer informatie
Karlijn Hermans verdedigde op 15 november haar proefschrift ‘Cancer of Unknown Primary, uncovering risk factors associated with a neglected disease’. Copromotoren waren dr. Leo Schouten (Universiteit Maastricht) en dr. Caroline Loef (IKNL).
Geen relatie antropometrie tussen gezonde leefstijl & onbekende primaire kanker

Er bestaat geen samenhang tussen antropometrie noch fysieke activiteit en het ontwikkelen van onbekende primaire vormen van kanker. Aanbevelingen voor een gezonde leefstijl ter preventie van kanker, zoals een gezond gewicht en voldoende lichaamsbeweging, zijn daarom niet bruikbaar om onbekende primaire kanker te voorkomen. Dat concluderen Karlijn Hermans (Maastricht University) en collega’s op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR).
lees verder