IKNL | oktober 2024
Kanker van het hoofd-halsgebied in Nederland
OROFARYNXKANKER
Meer tumorspecifieke cijfers: mondholtekanker | orofarynxkanker | nasofarynxkanker | hypofarynxkanker | larynxkanker | neus(bijholte)kanker | lymfekliermetastasen | speekselklierkanker
a. nieuwe diagnoses
Orofarynxkanker wordt ongeveer 710 keer per jaar vastgesteld, vaker bij mannen dan bij vrouwen; 490 keer versus 220 keer per jaar. De gestandaardiseerde incidentie nam statistisch significant toe met 5,6% per jaar tot 1997 en met 1,2% per jaar vanaf 1997. Voor mannen zien we een toename van 4,3% per jaar tot 1997 en van 1,2% per jaar vanaf 1997. Bij vrouwen zien we ook een toename van 8,9% per jaar tot 1996, gevolgd door een toename met 1,0% per jaar vanaf 1996.
Nieuwe diagnoses orofarynxkanker naar HPV-status, aandeel per regio en rookgedrag
nieuwe diagoses naar leeftijdsgroep
56% van de mensen met orofarynxkanker was 60-74 jaar oud bij diagnose in de periode 2019-2023, gevolgd door 25% in de leeftijdscategorie 45-59 jaar. In 1989-1994 was het grootste deel van de mensen orofarynxkanker, namelijk 41%, 45-59 jaar oud bij diagnose.
Onafhankelijk van HPV-status waren de meeste mensen met orofarynxkanker 60-74 jaar oud bij diagnose in de periode 2016-2023 (variërend van 52% bij HPV-positieve orofarynxkanker naar 60% bij HPV-negatieve orofarynxkanker). 35% van de mensen met HPV-positieve orofarynxkanker was 45-59 jaar oud bij diagnose, Dit was 22% bij HPV-negatieve orofarynxkanker en 20% bij HPV-onbekende orofarynxkanker.
b. weefseltypering
Het grootste deel van de orofarynxkanker, namelijk 95%, is plaveiselcelcarcinoom.
In de periode van 2017-2023 was de HPV-status in 16% van de gevallen onbekend en was het aandeel HPV-positief en HPV-negatief ongeveer even groot, namelijk 42%.
c. klinisch stadium
De stadiumclassificatie verschilt aanzienlijk afhankelijk van de HPV-status. In de totale groep orofarynxkanker heeft 35% stadium IV en 29% stadium I ziekte, terwijl 52% van de HPV-positieve kanker in stadium I wordt vastgesteld en 61% van de HPV-negatieve kanker in stadium IV.
Wanneer de HPV-status onbekend is, wordt het stadium bepaald volgens de classificatie voor HPV-negatieve orofarynxkanker. Verder is van belang dat HPV-positieve kanker ook bij aanwezigheid van regionale lymfekliermetastasen geclassificeerd kan worden als stadium I of II. Alleen de aanwezigheid van lymfekliermetastasen groter dan 6 cm leidt per definitie tot een classificatie als stadium III ziekte.
d. uitgebreidheid ziekte
Bij HPV-negatieve kanker komt uitgebreide* ziekte het vaakst voor (69%). Bij HPV-positieve kanker komt beperkte ziekte het vaakst voor (70%). Respectievelijk 5% en 3% van de mensen met orofarynxkanker heeft afstandsmetastasen bij diagnose. Indien de HPV-status onbekend is, is het aandeel uitgebreide ziekte 60% en wordt bij 7% afstandsmetastasen bij diagnose vastgesteld.
e. behandeling naar uitgebreidheid ziekte
HPV-positieve ziekte wordt meestal behandeld met een combinatie van radiotherapie en systemische therapie; 49% bij beperkte* ziekte, 60% bij uitgebreide ziekte en 33% bij afstandsmetastasen bij diagnose. Voor HPV-negatieve ziekte geldt dat beperkte ziekte in 70% van de gevallen met radiotherapie wordt behandeld. Ook uitgebreide ziekte (46%) en ziekte op afstand (43%) worden het vaakst met radiotherapie behandeld. Uitgebreide ziekte wordt wel bijna net zo vaak met radiotherapie en systemische therapie (39%) behandeld als met radiotherapie alleen. In het geval van onbekende HPV-status wordt beperkte ziekte meestal chirurgisch (37%) of met radiotherapie (34%) behandeld, terwijl uitgebreide ziekte in 33% van de gevallen met radiotherapie wordt behandeld, maar ook 33% niet tumorgericht wordt behandeld. In het geval van ziekte op afstand bij onbekende HPV-status wordt meestal (60%) geen tumorgerichte behandeling gegeven.
f. doorlooptijd
De mediane tijd tussen het eerste consult en start van de behandeling voor curatief behandelde patiënten verbeterde van 38 dagen in 2015 naar 28 dagen vanaf 2020. Voor zowel HPV-positieve als HPV-negatieve orofarynxkanker was het beeld vergelijkbaar.
g. relatieve overleving
De relatieve 5-jaarsoverleving* voor orofarynxkanker verbeterde van 31% begin jaren negentig naar 51% in 2013-2018. Maar er zijn grote verschillen naar HPV-status: voor kanker gediagnosticeerd in 2015-2018, bedroeg de relatieve 5-jaarsoverleving 76% voor HPV-positieve orofarynxkanker en 38% voor HPV-negatieve orofarynxkanker.
Meer tumorspecifieke cijfers:
mondholtekanker | orofarynxkanker | nasofarynxkanker | hypofarynxkanker | larynxkanker | neus(bijholte)kanker | lymfekliermetastasen | speekselklierkanker
*Definities
Tumorclassificatie volgens ICD-O-3 (Fritz et al., 2000)
- Mondholte C00.3-C00.5, C02-C06 m.u.v. van C05.1 en C05.2
- Orofarynx C01, C05.1, C05.2, C09-C10 m.u.v. C10.1
- Nasofarynx C11
- Hypofarynx C12-C13
- Larynx C32, C10.1
- Neus(bij)holte C30.0, C31
- Grote speekselklieren C07-C08
Morfologiecodes volgens ICD-O-3 (Fritz et al., 2000)
Basis (specificatie gaat voor op basis):
- Neoplasma, NOS 8000-8009, 9990
- Epitheliaal carcinoom, NOS 8010-8049
- Neuroendocrien carcinoom 8013, 8041-8045, 8240-8249
- Plaveiselcelcarcinoom 8050-8089
- Adenocarcinoom 8140-8389
Additioneel aangepast voor (gaat voor op basis):
Mondholte
- Passend bij speekselkliercarcinoom 8140-8389, 8410, 8430, 8440-8499, 8500-8502,8525,8550,8551,8562,8940,8941,8980,8022,8982
Nasofarynx
- Basaloïd carcinoom 8083
- WHO type I, plaveiselcelcarcinoom, keratiniserend 8071
- WHO type II, plaveiselcelcarcinoom, niet-keratiniserend 8072,8073,8085 in combinatie met differentiatiegraad 1,2 of 9
- WHO type III, ongedifferentieerd carcinoom, niet-keratiniserend 8072,8073,8085 in combinatie met differentiatiegraad 3 of 4 of 8020,8021, 8082
Neus(bij)holte
- Adenoïd cysteus carcinoom 8200,8201
- Intestinaal type adenocarcinoom 8144
- Sinonasaal ongedifferentieerd carcinoom 8020
Grote speekselklieren
- Passend bij speekselkliercarcinoom 8140-8389, 8410, 8430, 8440-8499, 8500-8502,8525,8550,8551,8562,8940,8941,8980,8022,8982
- Adenoïd cysteus carcinoom 8200,8201
- Acinic cell carcinoom 8550,8551
- Mucoepidermoïd carcinoom 8430
- Carcinoma ex pleomorphic adenoma 8940,8941,8022
- Myo-epitheliaal carcinoom 8562,8982
- Salivary duct carcinoom 8500
- Secretoir ca (MASC) 8502
- Polymorphous adenoca 8525
- Basaalcel adenoca 8147
Klinisch stadium volgens TNM8 (International Union Against, 2017)
*Classificatie uitgebreidheid ziekte
- beperkte ziekte (stadium 0, I of II)
- uitgebreide ziekte (stadium III, IVM0)
- ziekte op afstand (M1)
Behandeling
Categorieën die we onderscheiden in deze publicatie
0 = Geen tumorgerichte therapie
1 = Alleen chirurgie
2 = Chirurgie en radiotherapie
3 = Chirurgie en systemische therapie
4 = Chirurgie en radiotherapie en systemische therapie
5 = Alleen radiotherapie
6 = Radiotherapie en systemische therapie
7 = Alleen systemische therapie
8 = Overig
9 = Onbekend
Excisiebiopt gevolgd door therapeutisch behandeling (radiotherapie/resectie) wordt als radiotherapie/resectie meegenomen in de classificatie
Wanneer uitsluitend HKD als chirurgische ingreep is gecodeerd, wordt dit voor CUP als chirurgie meegenomen
Doorlooptijd start behandeling
Aantal dagen tussen de eerste afspraak in het behandelend ziekenhuis en de dat van eerste behandeling, te weten chirurgie, radiotherapie danwel systeemtherapie o.b.v. DHNA data: landelijk dekkend vanaf 2019; 2023 betreft een half registratiejaar. Binnen de DHNA omvat neus(bij)holtekanker ook kanker van het middenoor.
Relatieve overleving
De relatieve 5-jaarsoverleving beschrijft het percentage patiënten met een ziekte dat in leven is, vijf jaar nadat de ziekte is gediagnosticeerd, gedeeld door het verwachte percentage mensen dat in leven is op basis van levensverwachting in de algemene bevolking met dezelfde leeftijd en geslacht.
De relatieve 10-jaarsoverleving beschrijft het percentage patiënten met een ziekte dat in leven is, tien jaar nadat de ziekte is gediagnosticeerd, gedeeld door het verwachte percentage mensen dat in leven is op basis van levensverwachting in de algemene bevolking met dezelfde leeftijd en geslacht.
Leeftijdsstandaardisatie is toegepast volgens ICSS-indeling (Corazziari, Quinn, & Capocaccia, 2004)
Corazziari, I., Quinn, M., & Capocaccia, R. (2004). Standard cancer patient population for age standardising survival ratios. Eur J Cancer, 40(15), 2307-2316. doi:10.1016/j.ejca.2004.07.002
Fritz, A., Percy, C., Jack, A., Shanmugaratnam, K., Sobin, L., Parkin, D. M., & Whelan, S. (2000). International Classification of Diseases for Oncology (Vol. 3rd). Geneva: World Health Organization.
International Union Against, C. (2017). TNM Classification of Malignant Tumours (Vol. 8th edn). New York: John Wiley & Sons Ltd.