IKNL | oktober 2024
Kanker van het hoofd-halsgebied in Nederland
LYMFEKLIERMETASTASEN IN DE HALS VAN ONBEKEND PRIMAIR PLAVEISELCELCARCINOOM
Meer tumorspecifieke cijfers: mondholtekanker | orofarynxkanker | nasofarynxkanker | hypofarynxkanker | larynxkanker | neus(bijholte)kanker | lymfekliermetastasen | speekselklierkanker
a. nieuwe diagnoses
Sinds 2015 worden lymfekliermetastasen in de hals van plaveiselcelcarcinoom waarvan de primaire tumor niet gevonden wordt, vastgelegd in de NKR als een lokalisatie van hoofd-halskanker. Sindsdien zien we deze diagnose ongeveer 80 keer per jaar, vaker bij mannen dan bij vrouwen; 55 keer versus 25 keer per jaar. De gestandaardiseerde incidentie nam af met 2,5% per jaar. Bij mannen was dit een afname van 1,5% per jaar. De incidentie onder vrouwen nam statistisch significant af met 4,9% per jaar.
nieuwe diagoses naar leeftijdsgroep
48% van de mensen met lymfekliermetastasen in de hals van onbekend primair plaveiselcelcarcinoom is 60-74 jaar oud bij diagnose, gevolgd door 26% in de leeftijdscategorie 75+.
b. weefseltypering
Per definitie betreft het plaveiselcelcarcinoom. 32% van de plaveiselcelkanker in de halsklieren met onbekende primaire lokalisatie was HPV-positief en minder dan 1% was EBV-positief. In de andere gevallen was de status van een of beide virussen negatief of onbekend omdat er niet getest was.
De associatie met zowel HPV als EBV is relevant omdat deze virus-gerelateerde tumoren respectievelijk als orofarynxkanker of nasofarynxkanker gezien worden.
c. klinisch stadium
HPV-gerelateerde kanker wordt volgens de TNM-classificatie van HPV-positieve orofarynxkanker gestadiëerd. EBV-gerelateerde kanker wordt volgens de TNM-classificatie van EBV-positieve nasofarynxkanker gestadiëerd. Dus alleen HPV-gerelateerde kanker kan als stadium I geclassificeerd worden en zowel HPV- als EBV-gerelateerde kanker als stadium II geclassificeerd kunnen worden. In deze gevallen is er per definitie sprake regionale uitzaaiingen in de hals. Zonder virusrelatie is er per definitie sprake van tenminste stadium III. 54% wordt in stadium IV vastgesteld.
d. uitgebreidheid ziekte
Beperkte ziekte en uitgebreide ziekte komen ongeveer even vaak voor, met respectievelijk 46% en 48%. 3% van de mensen met neus(bij)holtekanker heeft afstandsmetastasen bij diagnose.
e. behandeling naar uitgebreidheid ziekte
Beperkte ziekte (meestal HPV-positieve kanker) wordt veelal behandeld met chirurgie en radiotherapie (31%), radiotherapie (31%) of radiotherapie en systemische therapie (27%). De behandeling van uitgebreide ziekte is meestal radiotherapie (30%) of chirurgie met radiotherapie (27%). Radiotherapie en systemische therapie (16%) wordt minder vaak ingezet dan bij beperkte (meestal HPV-positieve kanker) ziekte. Wanneer er afstandsmetastasen bij diagnose zijn vastgesteld wordt meestal geen tumorgerichte therapie gegeven (37%).
f. doorlooptijd
De mediane tijd tussen het eerste consult en start van de behandeling voor curatief behandelde patiënten verbeterde niet en schommelde rond de 39 dagen.
g. relatieve overleving
De relatieve 5-jaarsoverleving voor lymfekliermetastasen in de hals van onbekend primair plaveiselcelcarcinoom bedroeg 58% in 2015-2018.
Meer tumorspecifieke cijfers:
mondholtekanker | orofarynxkanker | nasofarynxkanker | hypofarynxkanker | larynxkanker | neus(bijholte)kanker | lymfekliermetastasen | speekselklierkanker
*Definities
Tumorclassificatie volgens ICD-O-3 (Fritz et al., 2000)
- Mondholte C00.3-C00.5, C02-C06 m.u.v. van C05.1 en C05.2
- Orofarynx C01, C05.1, C05.2, C09-C10 m.u.v. C10.1
- Nasofarynx C11
- Hypofarynx C12-C13
- Larynx C32, C10.1
- Neus(bij)holte C30.0, C31
- Grote speekselklieren C07-C08
Morfologiecodes volgens ICD-O-3 (Fritz et al., 2000)
Basis (specificatie gaat voor op basis):
- Neoplasma, NOS 8000-8009, 9990
- Epitheliaal carcinoom, NOS 8010-8049
- Neuroendocrien carcinoom 8013, 8041-8045, 8240-8249
- Plaveiselcelcarcinoom 8050-8089
- Adenocarcinoom 8140-8389
Additioneel aangepast voor (gaat voor op basis):
Mondholte
- Passend bij speekselkliercarcinoom 8140-8389, 8410, 8430, 8440-8499, 8500-8502,8525,8550,8551,8562,8940,8941,8980,8022,8982
Nasofarynx
- Basaloïd carcinoom 8083
- WHO type I, plaveiselcelcarcinoom, keratiniserend 8071
- WHO type II, plaveiselcelcarcinoom, niet-keratiniserend 8072,8073,8085 in combinatie met differentiatiegraad 1,2 of 9
- WHO type III, ongedifferentieerd carcinoom, niet-keratiniserend 8072,8073,8085 in combinatie met differentiatiegraad 3 of 4 of 8020,8021, 8082
Neus(bij)holte
- Adenoïd cysteus carcinoom 8200,8201
- Intestinaal type adenocarcinoom 8144
- Sinonasaal ongedifferentieerd carcinoom 8020
Grote speekselklieren
- Passend bij speekselkliercarcinoom 8140-8389, 8410, 8430, 8440-8499, 8500-8502,8525,8550,8551,8562,8940,8941,8980,8022,8982
- Adenoïd cysteus carcinoom 8200,8201
- Acinic cell carcinoom 8550,8551
- Mucoepidermoïd carcinoom 8430
- Carcinoma ex pleomorphic adenoma 8940,8941,8022
- Myo-epitheliaal carcinoom 8562,8982
- Salivary duct carcinoom 8500
- Secretoir ca (MASC) 8502
- Polymorphous adenoca 8525
- Basaalcel adenoca 8147
Klinisch stadium volgens TNM8 (International Union Against, 2017)
*Classificatie uitgebreidheid ziekte
- beperkte ziekte (stadium 0, I of II)
- uitgebreide ziekte (stadium III, IVM0)
- ziekte op afstand (M1)
Behandeling
Categorieën die we onderscheiden in deze publicatie
0 = Geen tumorgerichte therapie
1 = Alleen chirurgie
2 = Chirurgie en radiotherapie
3 = Chirurgie en systemische therapie
4 = Chirurgie en radiotherapie en systemische therapie
5 = Alleen radiotherapie
6 = Radiotherapie en systemische therapie
7 = Alleen systemische therapie
8 = Overig
9 = Onbekend
Excisiebiopt gevolgd door therapeutisch behandeling (radiotherapie/resectie) wordt als radiotherapie/resectie meegenomen in de classificatie
Wanneer uitsluitend HKD als chirurgische ingreep is gecodeerd, wordt dit voor CUP als chirurgie meegenomen
Doorlooptijd start behandeling
Aantal dagen tussen de eerste afspraak in het behandelend ziekenhuis en de dat van eerste behandeling, te weten chirurgie, radiotherapie danwel systeemtherapie o.b.v. DHNA data: landelijk dekkend vanaf 2019; 2023 betreft een half registratiejaar. Binnen de DHNA omvat neus(bij)holtekanker ook kanker van het middenoor.
Relatieve overleving
De relatieve 5-jaarsoverleving beschrijft het percentage patiënten met een ziekte dat in leven is, vijf jaar nadat de ziekte is gediagnosticeerd, gedeeld door het verwachte percentage mensen dat in leven is op basis van levensverwachting in de algemene bevolking met dezelfde leeftijd en geslacht.
De relatieve 10-jaarsoverleving beschrijft het percentage patiënten met een ziekte dat in leven is, tien jaar nadat de ziekte is gediagnosticeerd, gedeeld door het verwachte percentage mensen dat in leven is op basis van levensverwachting in de algemene bevolking met dezelfde leeftijd en geslacht.
Leeftijdsstandaardisatie is toegepast volgens ICSS-indeling (Corazziari, Quinn, & Capocaccia, 2004)
Corazziari, I., Quinn, M., & Capocaccia, R. (2004). Standard cancer patient population for age standardising survival ratios. Eur J Cancer, 40(15), 2307-2316. doi:10.1016/j.ejca.2004.07.002
Fritz, A., Percy, C., Jack, A., Shanmugaratnam, K., Sobin, L., Parkin, D. M., & Whelan, S. (2000). International Classification of Diseases for Oncology (Vol. 3rd). Geneva: World Health Organization.
International Union Against, C. (2017). TNM Classification of Malignant Tumours (Vol. 8th edn). New York: John Wiley & Sons Ltd.