IKNL | oktober 2024
Kanker van het hoofd-halsgebied in Nederland
Hoofd-halsgebied
Het hoofd-halsgebied betreft de bovenste adem- en voedselwegen boven de sleutelbeenderen. Kanker die in dit gebied ontstaat valt onder de noemer hoofd-halskanker en is zeldzaam. Ongeveer 2,5% van alle gevallen van kanker bevindt zich in het hoofd-halsgebied.
Lokalisatie
Kanker van het hoofd-halsgebied kan op verschillende plaatsen ontstaan, bijvoorbeeld op het lippenrood, in de mondholte, speekselklieren, nasofarynx, orofarynx, hypofarynx, larynx, neusholte, neusbijholte, middenoor of er worden lymfekliermetastasen in de hals van onbekend primair plaveiselcelcarcinoom gevonden. Meestal ontstaat kanker van het hoofd-halsgebied in de cellen van het slijmvlies (plaveiselcellen).
Wat deze vormen van kanker gemeen hebben is
- Dat KNO-artsen of kaakchirurgen meestal de diagnose stellen;
- Dat KNO-artsen, kaakchirurgen, radiotherapeuten en/of medisch oncologen de behandeling uitvoeren;
- Dat de behandeling van deze vormen van kanker geconcentreerd is in 14 expertisecentra (hoofd-halscentra). [verwijzing kader NWHHT]
Risicofactoren
Voor het ontstaan van de meeste kankers van het hoofd-halsgebied zijn roken en alcoholgebruik risicofactoren, die bij gecombineerd gebruik elkaar kunnen versterken. De mate waarin deze risicofactoren een rol spelen verschilt. Roken is bijvoorbeeld een heel duidelijke risicofactor voor het ontstaan van larynxkanker, maar een veel minder duidelijke risicofactor voor het ontstaan van kanker van de grote speekselklieren. Soms zijn er ook hele specifieke risicofactoren voor het ontstaan van kanker in het hoofd-halsgebied, zoals het Humaan Papillomavirus (HPV) voor orofarynxkanker, het Epstein-Barrvirus (EBV) voor nasofarynxkanker, of blootstelling aan houtstof (bijvoorbeeld arbeidsgerelateerd) voor neus(bij)holtekanker.
Voorkomen
Het voorkomen, het stadium bij diagnose, de behandeling, doorlooptijden en overlevingskansen verschillen tussen de diverse lokalisaties van kanker van het hoofd-halsgebied. Mondholtekanker komt momenteel het meest voor (bijna 1000 nieuwe diagnoses per jaar), terwijl er jaarlijks minder dan 100 nasofarynxkankergevallen zijn. Meer dan 50% van de mondholte- en larynxkanker wordt in een vroeg stadium gediagnosticeerd, terwijl ongeveer 80% van de hypofarynxkanker in een laat stadium wordt gediagnosticeerd. Het stadium bij diagnose, de bereikbaarheid van de kanker en de gevoeligheid voor een specifieke behandeling zijn medebepalend voor de keuze voor een behandeling: chirurgie, radiotherapie, systemische behandeling of een combinatie. Kanker van de grote speekselklieren kan in specifieke gevallen ook met hormonale therapie behandeld worden.
Doorlooptijd
De mediane doorlooptijd tussen het eerste consult en start van de behandeling varieert, afhankelijk van de lokalisatie van de kanker en het jaartal, van 20 dagen tot 57 dagen. Ook verschilt de overleving voor de verschillende lokalisaties van kanker van het hoofd-halsgebied. De relatieve 5-jaarsoverleving* hangt sterk samen met stadium en varieert van net iets meer dan 30% voor hypofarynxkanker tot ongeveer 75% voor HPV-gerelateerde orofarynxkanker. De relatieve 5-jaarsoverleving voor de meeste lokalisaties van kanker van het hoofd-halsgebied ligt tussen de 60% en 70%.
KERNBOODSCHAP
- Het is beter om te spreken en te rapporteren over kanker van het hoofd-halsgebied en niet over 'hoofd-halskanker'. Kanker op de verschillende lokalisaties in het hoofd-halsgebied zijn uniek entiteiten met eigen kenmerken en aandachtspunten.
- De wijze van organisatie zoals die binnen het werkgebied van hoofd-halskanker in Nederland gerealiseerd is, met name door de NWHHT, faciliteert samenwerking en is een mooi voorbeeld van wat er mogelijk is op het gebied van organisatie van zorg voor binnen- en buitenland. Zo blijkt bijvoorbeeld uit dit rapport; ook uit dat er al door het veld zelf samenwerkafspraken en volumenormen (die nog steeds actueel zijn) waren voordat dit via SONCOS, IZA e.d. werd geregeld.
- We zijn als IKNL voornemens een rapportagecyclus in te richten waarbij de cijfers voor elke lokalisatie tenminste 5-jaarlijks lokalisatie-specifiek zullen updaten.
Colofon
Kaders
We bedanken alle personen die een bijdrage hebben geleverd aan de verdiepende kaders in dit rapport:
Nicole Bolijn, PWHHT
dr. Guido van den Broek, DICA-DHNA
dr. Femke Jansen, NET-QUBIC
Anne de Korte, IKNL
dr. Marinella Offerman, Erasmus MC
prof. dr. Robert Takes, NWHHT
dr. Caroline Speksneijder, PWHHT
prof. dr. Irma Verdonck, NET-QUBIC
Petra Verdouw, PVHH
We danken John van Tussenbroek voor het delen van zijn ervaring als patiënt met neusbijholtekanker.
Cijfers
We bedanken alle specialisten die een bijdrage hebben geleverd aan de uitwerking en rapportage van de cijfers in dit rapport:
dr. Abrahim Al-Mamgani, Antoni van Leeuwenhoek (orofarynx & hypofarynx)
dr. Sven van den Bosch, Radboudumc (larynx)
dr. Hossein Ghaeminia DMD, MD, Rijnstate ziekenhuis (mondholte)
dr. Gyorgy Halmos, UMCG (lymfekliermetastasen in de hals van onbekend primair plaveiselcelcarcinoom)
dr. Jose Hardillo, Erasmus MC (lymfekliermetastasen in de hals van onbekend primair plaveiselcelcarcinoom)
dr. Jan-Jaap Hendrickx, Amsterdam UMC (hypofarynx)
prof. dr. Carla van Herpen, Radboudumc (grote speekselklieren)
Anne van den Hoek, MD MDA, UMCG (nasofarynx)
dr. Stijn Keereweer Erasmus MC Kankerinstituut (mondholte)
dr. Johannes Rijken, UMC Utrecht (neus(bij)holte)
Robert Jan Sedee, MD, Haaglanden Medisch Centrum (grote speekselklieren)
dr. Marije Slingerland, Leids Universitair Medisch Centrum (orofarynx)
dr. Lot Devriese, UMC Utrecht (neus(bij)holte)
dr. Stijn van Weert, Maastricht UMC+ (grote speekselklieren)
Stuurgroep
We bedanken de leden van de stuurgroep voor hun sturing op dit rapport:
Remco de Bree, voorzitter studiegroep NWHHT
Robert Takes, voorzitter NWHHT
Thijs Merkx, voorzitter raad van bestuur IKNL
Data
We bedanken de volgende personen voor het beschikbaar maken van de gegevens voor dit rapport:
Datamanagers IKNL
Marja Nijsse, IKNL
Yvon Schreuder, DICA
Vormgeving
Marja van Vliet, IKNL
Auteurs
Hanneke van Oorschot, DICA
Eveline Buikema-Grin, IKNL
Mardie Vermunt, IKNL
Boukje van Dijk, IKNL
Definities
Tumorclassificatie volgens ICD-O-3 (Fritz et al., 2000)
- Mondholte C00.3-C00.5, C02-C06 m.u.v. van C05.1 en C05.2
- Orofarynx C01, C05.1, C05.2, C09-C10 m.u.v. C10.1
- Nasofarynx C11
- Hypofarynx C12-C13
- Larynx C32, C10.1
- Neus(bij)holte C30.0, C31
- Grote speekselklieren C07-C08
Morfologiecodes volgens ICD-O-3 (Fritz et al., 2000)
Basis (specificatie gaat voor op basis):
- Neoplasma, NOS 8000-8009, 9990
- Epitheliaal carcinoom, NOS 8010-8049
- Neuroendocrien carcinoom 8013, 8041-8045, 8240-8249
- Plaveiselcelcarcinoom 8050-8089
- Adenocarcinoom 8140-8389
Additioneel aangepast voor (gaat voor op basis):
Mondholte
- Passend bij speekselkliercarcinoom 8140-8389, 8410, 8430, 8440-8499, 8500-8502,8525,8550,8551,8562,8940,8941,8980,8022,8982
Nasofarynx
- Basaloïd carcinoom 8083
- WHO type I, plaveiselcelcarcinoom, keratiniserend 8071
- WHO type II, plaveiselcelcarcinoom, niet-keratiniserend 8072,8073,8085 in combinatie met differentiatiegraad 1,2 of 9
- WHO type III, ongedifferentieerd carcinoom, niet-keratiniserend 8072,8073,8085 in combinatie met differentiatiegraad 3 of 4 of 8020,8021, 8082
Neus(bij)holte
- Adenoïd cysteus carcinoom 8200,8201
- Intestinaal type adenocarcinoom 8144
- Sinonasaal ongedifferentieerd carcinoom 8020
Grote speekselklieren
- Passend bij speekselkliercarcinoom 8140-8389, 8410, 8430, 8440-8499, 8500-8502,8525,8550,8551,8562,8940,8941,8980,8022,8982
- Adenoïd cysteus carcinoom 8200,8201
- Acinic cell carcinoom 8550,8551
- Mucoepidermoïd carcinoom 8430
- Carcinoma ex pleomorphic adenoma 8940,8941,8022
- Myo-epitheliaal carcinoom 8562,8982
- Salivary duct carcinoom 8500
- Secretoir ca (MASC) 8502
- Polymorphous adenoca 8525
- Basaalcel adenoca 8147
Klinisch stadium volgens TNM8 (International Union Against, 2017)
*Classificatie uitgebreidheid ziekte
- beperkte ziekte (stadium 0, I of II)
- uitgebreide ziekte (stadium III, IVM0)
- ziekte op afstand (M1)
Behandeling
Categorieën die we onderscheiden in deze publicatie
0 = Geen tumorgerichte therapie
1 = Alleen chirurgie
2 = Chirurgie en radiotherapie
3 = Chirurgie en systemische therapie
4 = Chirurgie en radiotherapie en systemische therapie
5 = Alleen radiotherapie
6 = Radiotherapie en systemische therapie
7 = Alleen systemische therapie
8 = Overig
9 = Onbekend
Excisiebiopt gevolgd door therapeutisch behandeling (radiotherapie/resectie) wordt als radiotherapie/resectie meegenomen in de classificatie
Wanneer uitsluitend HKD als chirurgische ingreep is gecodeerd, wordt dit voor CUP als chirurgie meegenomen
Doorlooptijd start behandeling
Aantal dagen tussen de eerste afspraak in het behandelend ziekenhuis en de dat van eerste behandeling, te weten chirurgie, radiotherapie danwel systeemtherapie o.b.v. DHNA data: landelijk dekkend vanaf 2019; 2023 betreft een half registratiejaar. Binnen de DHNA omvat neus(bij)holtekanker ook kanker van het middenoor.
Relatieve overleving
De relatieve 5-jaarsoverleving beschrijft het percentage patiënten met een ziekte dat in leven is, vijf jaar nadat de ziekte is gediagnosticeerd, gedeeld door het verwachte percentage mensen dat in leven is op basis van levensverwachting in de algemene bevolking met dezelfde leeftijd en geslacht.
De relatieve 10-jaarsoverleving beschrijft het percentage patiënten met een ziekte dat in leven is, tien jaar nadat de ziekte is gediagnosticeerd, gedeeld door het verwachte percentage mensen dat in leven is op basis van levensverwachting in de algemene bevolking met dezelfde leeftijd en geslacht.
Leeftijdsstandaardisatie is toegepast volgens ICSS-indeling (Corazziari, Quinn, & Capocaccia, 2004)
Corazziari, I., Quinn, M., & Capocaccia, R. (2004). Standard cancer patient population for age standardising survival ratios. Eur J Cancer, 40(15), 2307-2316. doi:10.1016/j.ejca.2004.07.002
Fritz, A., Percy, C., Jack, A., Shanmugaratnam, K., Sobin, L., Parkin, D. M., & Whelan, S. (2000). International Classification of Diseases for Oncology (Vol. 3rd). Geneva: World Health Organization.
International Union Against, C. (2017). TNM Classification of Malignant Tumours (Vol. 8th edn). New York: John Wiley & Sons Ltd.