
← terug naar de introductiepagina
Niet operatie
Patiënten met kanker in de alvleesklier of rond de alvleesklierkop die geen operatie (meer) kunnen ondergaan, krijgen een palliatieve behandeling. Zij hebben baat bij een tweesporenbeleid, dat bestaat uit een ziektegerichte behandeling en aandacht voor hun kwaliteit van leven en het levenseinde, zelfs als dat nog ver weg lijkt. Om die zorg te bespreken en af te stemmen op de wensen en grenzen van de patiënt is de zogeheten ‘proactieve zorgplanning’ van groot belang.
Palliatieve zorg bestaat uit een tumorgerichte behandeling met medicijnen (chemotherapie) en/of symptoomgerichte behandelingen (zoals pijnbestrijding, verbeteren van galafvloed en voedselpassage). Deze behandelingen zijn primair gericht op behoud, en zo mogelijk verbetering, van de kwaliteit van leven.
[#link naar; @rapport uitgezaaide kanker in beeld 2025
- chemotherapie zonder operatie
- uitkomsten bij chemotherapie zonder operatie
- geen tumorbehandeling
- uitkomsten bij geen tumorbehandeling

Chemotherapie zonder operatie
chemotherapie zonder operatie - uitkomsten bij chemotherapie zonder operatie - geen tumorbehandeling - uitkomsten bij geen tumorbehandeling
Voor behandeling met chemotherapie moet de patiënt fit genoeg zijn. Volgens de richtlijn pancreascarcinoom geldt FOLFIRINOX (combinatie van 5-fluorouracil, irinotecan, oxaliplatin en leucovorin) als eerste keus voor behandeling met chemotherapie. Voor iets minder fitte of oudere (75+ jaar) patiënten is ook een combinatie van nab-paclitaxel plus gemcitabine mogelijk.
Voor patiënten met kanker in de distale galweg of in de twaalfvingerige darm worden de richtlijnen voor respectievelijk galwegkanker en darmkanker gevolgd. Voor ampulkanker is geen richtlijn beschikbaar; bij de keuze voor een bepaald type chemotherapie is het weefseltype meestal bepalend.
Het gebruik van chemotherapie is in de loop der tijd toegenomen bij patiënten met niet-uitgezaaide alvleesklierkanker zonder operatie. Bij patiënten met een tumor rond de alvleesklierkop of bij patiënten met uitgezaaide kanker is de inzet van chemotherapie niet of nauwelijks veranderd.
Uit de data blijkt dat de gekozen chemotherapiemiddelen overeenkomen met de richtlijnen per tumorlocatie. Een klein deel van de patiënten met alvleesklierkanker zonder uitzaaiing is waarschijnlijk gestart met chemotherapie als voorbehandeling, maar is daarna toch niet geopereerd. De reden kan zijn dat de tumor, ondanks voorbehandeling, verder was gegroeid of dat de conditie van de patiënt achteruit was gegaan.
Chemotherapie bij alvleesklierkanker zonder operatie
Het gebruik van alleen gemcitabine als (eerste) behandeling bij alvleesklierkanker zonder operatie is geminimaliseerd. Tussen regio’s is enige variatie in de eerste keuze voor een type chemotherapie. Conform de richtlijn pancreascarcinoom worden leeftijd en conditie meegewogen in de keuze voor het type chemotherapie. Patiënten met een goede conditie (Performance Status 0-1) die jonger zijn dan 75 jaar starten in overgrote meerderheid met FOLFIRINOX.

Uitkomsten bij chemotherapie zonder operatie
chemotherapie zonder operatie - uitkomsten bij chemotherapie zonder operatie - geen tumorbehandeling - uitkomsten bij geen tumorbehandeling
Kwaliteit van leven na chemotherapie bij alvleesklierkanker
Bij patiënten met alvleesklierkanker die behandeld werden met chemotherapie (zonder resectie) blijven de globale kwaliteit van leven en hun functioneren relatief stabiel in de tijd voor, tijdens en na (de eerste periode van) deze behandeling. Dit geldt voor patiënten met en zonder uitzaaiingen.
Vaak gerapporteerde klachten van patiënten zijn seksuele problemen, pijn, opgeblazen gevoel, winderigheid en problemen met eten. Opvallend is dat het hoge aandeel klachten rond seksualiteit niet verminderde over de tijd. Daarentegen rapporteren patiënten in beide groepen (zonder en met uitzaaiingen) een sterke en langdurige afname van pijn. Patiënten met uitzaaiingen ervaren daarnaast een afname van een opgeblazen gevoel.
Beide groepen rapporteren een toename van bijwerkingen tijdens de behandelperiode, maar dit was tijdelijk.
Overleving na chemotherapie
De geobserveerde overleving van patiënten die chemotherapie kregen zonder operatie verschilt weinig tussen degenen met alvleesklierkanker en degenen met kanker rond de kop van de alvleesklier. Wel is in de loop der tijd de overleving verbeterd van patiënten met alvleesklierkanker die behandeld zijn met chemotherapie.

Geen tumorbehandeling
chemotherapie zonder operatie - uitkomsten bij chemotherapie zonder operatie - geen tumorbehandeling - uitkomsten bij geen tumorbehandeling
Bijna 60% alle patiënten met alvleesklierkanker krijgt na de diagnose géén kankerbehandeling. Bij kanker rond de alvleesklierkop gaat het om ruim 40% van de patiënten (een derde bij ampulkanker, bijna de helft bij distale galwegkanker en ruim de helft bij twaalfvingerige darmkanker).
Patiënten met uitgezaaide kanker krijgen vaker geen kankerbehandeling dan patiënten met niet-uitgezaaide kanker. Als reden voor het niet starten van kankerbehandeling wordt de keuze van de patiënt het meest genoemd, gevolgd door de conditie van de patiënt (performance status, comorbiditeiten) en de uitgebreidheid of snelle groei van de tumor.
Patiënten die geen kankerbehandeling ontvangen, krijgen ondersteunende zorg die gericht is op comfort en het reduceren van klachten en symptomen, zoals pijnbestrijding en voedingsondersteuning. Doel van deze behandelingen is het behoud, en zo mogelijk een verbetering, van de kwaliteit van leven.
[#link naar ondersteunende zorg op pagina besluitvorming/behandelplan]

Uitkomsten bij geen tumorbehandeling
chemotherapie zonder operatie - uitkomsten bij chemotherapie zonder operatie - geen tumorbehandeling - uitkomsten bij geen tumorbehandeling
Kwaliteit van leven van patiënten die geen tumorbehandeling ondergaan
Bij patiënten met alvleesklierkanker die geen tumorbehandeling krijgen, blijven de globale kwaliteit van leven en hun functioneren in de tijd vrijwel gelijk of die verslechterden licht. Klachten die het vaakst worden genoemd door patiënten zijn seksuele problemen, problemen met eten, winderigheid en sterke vermagering (cachexie). In de loop der tijd rapporteerden substantieel meer patiënten klachten rond winderigheid.
Bij het tweede tijdsmoment was het aantal patiënten dat de vragenlijst invulde, substantieel lager. Mogelijk komt dat doordat veel patiënten snel verslechterden (selectieve uitval).
Overleving zonder tumorbehandeling
Van de patiënten die geen kankerbehandeling ondergaan, overlijdt een groot deel al snel na de diagnose. Voor patiënten met ampul- of distale galwegkanker en niet-uitgezaaide kanker is de geobserveerde overleving gemiddeld iets beter. Dat geldt ook voor degenen die op het moment van de diagnose een goede conditie hebben en voor degenen die op eigen verzoek afzien van tumorbehandeling.