← terug naar de introductiepagina
Beloop
Dit onderdeel gaat over het verdere beloop na de eerste behandeling(en) bij alvleesklierkanker. Een grote meerderheid van de patiënten met alvleesklierkanker kan niet genezen, waardoor palliatieve zorg in beeld komt. Daarover gaat dit onderdeel. Daarnaast is er aandacht voor potentieel niet-passende zorg aan het einde van het leven van deze groep patiënten.
Palliatieve zorg tot aan overlijden
In Nederland is palliatieve zorg generalistische zorg. Alle zorgverleners worden geacht palliatieve zorg te kunnen bieden, zo nodig met ondersteuning van gespecialiseerde zorgverleners. Het doel van palliatieve zorg is om een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven tijdens de ziekte tot het overlijden te behouden. Palliatieve zorg start daarom niet vlak voor het overlijden, maar al veel eerder wanneer genezing niet (meer) mogelijk lijkt.
Patiënten bij wie de kankerbehandeling niet (meer) gericht is op genezing, hebben baat bij een tweesporenbeleid. Daarbij is naast een ziektegerichte behandeling aandacht voor de kwaliteit van leven en het levenseinde, zelfs als dat nog ver weg lijkt. Essentieel in de behandeling is de proactieve zorgplanning. De zorgverlener en patiënt bespreken op verschillende momenten wat de mogelijkheden en beperkingen van (palliatieve) behandelingen zijn en wat de wensen en grenzen van de patiënt zijn. Zo komen ze via gedeelde besluitvorming tot een behandeltraject.
In de grafieken hieronder zijn de gegevens over personen met ‘alvleesklierkanker’ als doodsoorzaak, vergeleken met alle personen die zijn overleden aan kanker. Gegevens over andere kankersoorten zijn gepresenteerd in het rapport Uitgezaaide kanker in beeld. [#link naar: @rapport uitgezaaide kanker in beeld 2025 ]
Inzet team palliatieve zorg
Als er sprake is van complexe palliatieve zorgbehoeften, kan een team palliatieve zorg in het ziekenhuis advies en bijstand geven. Het aanbieden van vroegtijdige palliatieve zorg kan bijdragen aan het voorkomen van potentieel niet-passende zorg. Bij patiënten die zijn overleden aan alvleesklierkanker is iets vaker en eerder dan bij andere kankerpatiënten, een speciaal team palliatieve zorg in consult gevraagd.
Potentieel niet-passende zorg in de laatste levensmaand
Zorg die aanvankelijk passend was, kan ongewenst worden als de voordelen niet langer opwegen tegen de eventuele nadelen. We spreken dan over ‘potentieel niet-passende zorg’. Deze zorg kan de kwaliteit van leven van zowel de patiënten als hun naasten negatief beïnvloeden.
De volgende situaties worden gerekend tot potentieel niet-passende zorg in de laatste maand voor overlijden:
- Twee of meer bezoeken aan de spoedeisende hulp van een ziekenhuis
- Twee of meer ziekenhuisopnames
- Lange ziekenhuisopname (14 dagen of langer)
- Behandeling met chemotherapie
- Opname op de afdeling Intensive Care (IC)
- Overlijden in het ziekenhuis
De cijfers over ‘potentieel niet-passende zorg’ (totaal) laten zien of iemand ten minste één van bovenstaande zes vormen van potentieel niet-passende zorg heeft ontvangen in de laatste maand voor overlijden.
Personen die overlijden aan alvleesklierkanker ontvangen in de laatste levensmaand iets minder vaak dan gemiddeld potentieel niet-passende zorg, vooral omdat zij minder vaak dan gemiddeld in het ziekenhuis overlijden. Vrouwen die overlijden aan alvleesklierkanker krijgen iets minder vaak potentieel niet-passende zorg dan mannen, vooral vanwege minder ziekenhuisopnames en minder overlijdens in het ziekenhuis.