Slokdarm- en maagkanker in Nederland

2024

Maagkanker

In dit onderdeel staat informatie over patiënten in verschillende stadia van de ziekte.

VROEGCARCINOMEN  -  LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER  -  GEMETASTASEERDE MAAGKANKER


VROEGCARCINOMEN


De zorg voor patiënten in Nederland met een hooggradige dysplasie (een voorstadium van kanker) of vroegcarcinoom in de maag of slokdarm is geconcentreerd in negen ziekenhuizen.  

In vergelijking met slokdarm wordt bij de behandeling van laaggradige (milde) of hooggradige (ernstige) dysplasie of vroegcarcinomen van de maag veel minder vaak een endoscopische resectie gedaan. In 2022 werden er 72 patiënten met laag- of hooggradige dysplasie of een vroegcarcinoom in de maag behandeld in de BEC. Er werden bij hen in totaal 81 endoscopische resecties gedaan.

VROEGCARCINOMEN  -  LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER  -  GEMETASTASEERDE MAAGKANKER

LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER


Patiënten met lokaalgevorderde maagkanker komen vaak in aanmerking voor een behandeling die gericht is op genezing (een in opzet curatieve behandeling). Die bestaat uit een resectie (operatie), eventueel in combinatie met neoadjuvante chemotherapie (die voor de operatie gegeven wordt) en een adjuvante chemotherapie na de operatie. Bij oudere of minder fitte patiënten wordt vaker besloten om af te zien van chemotherapie rondom de operatie, maar wel te opereren.


In dit deel van het rapport staan de data rond de verschillende behandelingen, over de uitkomsten van chirurgie, de patiëntgerapporteerde uitkomsten van onderzoek naar symptomen en kwaliteit van leven en informatie over de overleving van patiënten met lokaalgevorderde maagkanker.

BEHANDELING LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER

UITKOMSTEN CHIRURGIE LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER

Voor de informatie over chirurgische behandelingen bij lokaalgevorderde slokdarm- of maagcarcinomen is gebruikgemaakt van data van de Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA). In deze landelijke registratie worden sinds 2011 gegevens verzameld van alle geopereerde patiënten met slokdarm- of maagkanker.


PATIËNTGERAPPORTEERDE UITKOMSTEN LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER

Bij de zogeheten ‘Prospective Observational Cohort Study of Oesophageal-gastric cancer Patients’ (POCOP) worden naast klinische gegevens ook patiëntgerapporteerde uitkomsten verzameld. Patiënten met slokdarm- of maagkanker vullen op meerdere momenten vragenlijsten in over onder andere hun kwaliteit van leven en ervaren symptomen. Deze gegevens bieden waardevolle inzichten in hun welzijn. In dit onderdeel worden enkele onderzoeken naar patiëntgerapporteerde uitkomsten uitgelicht:

Representativiteit van POCOP

Binnen het POCOP-project hebben tot nu toe meer dan 5.000 patiënten met slokdarm- of maagkanker vragenlijsten ingevuld over hun kwaliteit van leven. Maar niet alle Nederlandse patiënten nemen deel aan POCOP. Daarom is het belangrijk om te kijken hoe representatief de deelnemers zijn ten opzichte van de totale Nederlandse patiëntenpopulatie met slokdarm- of maagkanker. Dat was het onderwerp van deze studie. Die toont aan dat de representativiteit over het algemeen goed is, en beter is indien er gekeken wordt naar een specifieke behandelgroep.

Spijsverteringsklachten na een slokdarm- of maagkankeroperatie

Een belangrijk onderdeel van de behandeling van niet-uitgezaaide slokdarm- of maagkanker is de operatieve verwijdering van de tumor. Veel patiënten ervaren na deze operatie spijsverteringsklachten. Tot nu toe was er weinig bekend over het moment waarop deze klachten ontstaan en de duur ervan. 

In deze studie, op basis van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie en POCOP, is dit in detail onderzocht.

De meeste klachten (zoals diarree, verminderde eetlust en moeite met eten) worden binnen de eerste drie maanden na de operatie ervaren. Patiënten met slokdarmkanker rapporteren daarnaast dat ze last hebben van een droge mond en moeite hebben met hoesten en spreken. Het ervaren van spijsverteringsklachten blijkt geassocieerd met verminderd fysiek, emotioneel, cognitief en sociaal functioneren, een lagere kwaliteit van leven, beperkingen in dagelijkse activiteiten en verminderde werkproductiviteit. 

Bijna 40% van de patiënten met slokdarmkanker heeft 9 tot 12 maanden na de operatie nog steeds klachten. Bij maagkanker geldt dit voor ruim een derde van de patiënten. Meer informatie over dit onderzoek is te vinden in een eerder nieuwsbericht van IKNL.


OVERLEVING LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER

Bij patiënten met lokaalgevorderde maagkanker zien we een lichte verbetering in de 5-jaars relatieve overleving (gecorrigeerd voor de verwachte sterfte op basis van de algehele Nederlandse bevolking). Deze nam toe van 26% in de periode 1990-2000, tot 33% in 2011-2016, naar 38% in 2017-2023. 

Ook de mediane overleving, het aantal maanden waarop de helft van de patiënten nog leeft en de andere helft is overleden, liet een stijging zien: van 12,6 maanden in 1990-2000 naar 25,2 maanden in 2017-2023. Deze positieve ontwikkeling is waarschijnlijk het gevolg van de introductie van zowel neoadjuvante als adjuvante chemotherapie en de centralisatie van chirurgische ingrepen.


VROEGCARCINOMEN  -  LOKAALGEVORDERDE MAAGKANKER  -  GEMETASTASEERDE MAAGKANKER

GEMETASTASEERDE MAAGKANKER


Als ten tijde van de diagnose maagkanker uitzaaiingen in andere lichaamsdelen of organen zichtbaar zijn, spreek je van gemetastaseerde of uitgezaaide maagkanker. Maagkanker zaait het vaakst uit naar het buikvlies, de extra-regionale lymfeklieren en de lever.

Patiënten met gemetastaseerde slokdarmkanker komen over het algemeen niet in aanmerking voor een in opzet curatieve behandeling. De behandeling zal daarom een ‘palliatieve intentie’ hebben. De focus bij zo’n behandeling ligt op de kwaliteit van leven van de patiënt en een eventuele verlenging van het leven.

In dit deel van het rapport staan de data rond de verschillende behandelingen voor mensen met uitgezaaide maagkanker, over de patiëntgerapporteerde uitkomsten van onderzoek naar symptomen en kwaliteit van leven en informatie over overleving van patiënten met uitgezaaide maagkanker. 

BEHANDELING GEMETASTASEERDE MAAGKANKER

PATIËNTGERAPPORTEERDE UITKOMSTEN GEMETASTASEERDE MAAGKANKER

Bij de zogeheten ‘Prospective Observational Cohort Study of Oesophageal-gastric cancer Patients’ (POCOP) worden naast klinische gegevens ook patiëntgerapporteerde uitkomsten verzameld. Patiënten met slokdarm- of maagkanker vullen op meerdere momenten vragenlijsten in over onder andere hun kwaliteit van leven en ervaren symptomen. Deze gegevens bieden waardevolle inzichten in hun welzijn. In dit onderdeel worden enkele onderzoeken naar patiëntgerapporteerde uitkomsten uitgelicht:


Kwaliteit van leven tijdens en na systemische behandeling

Een van de studies vanuit het POCOP-project gaat over de kwaliteit van leven van patiënten met slokdarm- of maagkanker in een uitgezaaid  stadium, die werden behandeld met eerstelijns systemische therapie. Daaruit bleek dat hun kwaliteit van leven stabiel bleef of zelfs verbeterde tijdens de behandeling en op het moment van progressie. Na deze fase verslechterde de kwaliteit van leven, ongeacht of patiënten vervolgbehandelingen met tweedelijns therapie kregen. Het volledige wetenschappelijke artikel is hier te vinden. 


Neuropathie door chemotherapie

Chemotherapie speelt een cruciale rol in de in opzet curatieve en palliatieve behandeling van kanker, maar het kan neuropathie-klachten veroorzaken (klachten door schade aan zenuwen). In een recente studie met POCOP-data werd neuropathie bij drie behandelingen onderzocht: bij chemoradiotherapie (n=1593), bij chemotherapie in de curatieve setting (n=295), en bij palliatieve chemotherapie (n=247). 

In alle groepen namen neuropathie-klachten toe tijdens de behandeling. Bij de groep patiënten die chemoradiotherapie onderging, bleven de klachten zelfs na de behandeling toenemen. Mogelijk komt dat door neurotoxische palliatieve therapieën die op een later tijdstip werden gegeven. Bij de andere groepen die met chemotherapie behandeld werden, namen de klachten af na de behandeling. Wel bleven bij alle drie de groepen de neuropathie-klachten hoger dan vóór de behandeling.

OVERLEVING GEMETASTASEERDE MAAGKANKER 

De overleving van patiënten met uitgezaaide maagkanker is de afgelopen drie decennia licht toegenomen. Tussen 1990-1999 en 2017-2023 steeg de 1-jaars relatieve overleving, gecorrigeerd voor de sterfte van de Nederlandse bevolking, van 10% naar 20%. Ook de mediane overleving, het aantal maanden waarop de helft van de patiënten nog leeft en de andere helft is overleden, liet een toename zien: van 2,6 maanden in 1990-1999 naar 3,6 maanden in 2017-2023.