Slokdarm- en maagkanker in Nederland
2024
Kerncijfers
Dit onderdeel geeft inzicht in de incidentie, risicofactoren, populatie en overleving van de gehele groep van patiënten met slokdarm- of maagkanker. Specifieke informatie over patiënten met slokdarm- of maagkanker per stadium van de ziekte staat in de onderdelen 'slokdarmkanker' en 'maagkanker'.
INCIDENTIE - RISICOFACTOREN - POPULATIE - OVERLEVING
INCIDENTIE
Slokdarm- en maagkanker
Slokdarm- en maagkanker behoren wereldwijd tot de 15 meest voorkomende kankersoorten. Binnen Europa had Nederland in 2020, per hoofd van de bevolking, het hoogste aantal diagnoses van slokdarmkanker.
Slokdarmkanker komt vaker voor bij mannen. In Nederland staat die in de top 10 van meest voorkomende kankersoorten. In 2023 werd bij 2.977 mensen in Nederland de diagnose slokdarmkanker gesteld. 1.095 mensen kregen de diagnose maagkanker.
Sinds 1989 is het aantal nieuwe gevallen van slokdarmkanker gestegen van 1.150 naar 2.977 in 2023. Tegelijkertijd is het aantal nieuwe diagnoses van maagkanker afgenomen, van 1.992 (in 1989) naar 1.095 (in 2023).
Slokdarmkanker: adenocarcinoom versus plaveiselcelcarcinoom
De toename in het aantal nieuwe patiënten met slokdarmkanker is vooral toe te schrijven aan een stijging van het aantal mensen met een adenocarcinoom (kanker in het door maagzuur veranderde slijmvlies). De incidentie van deze vorm steeg van 741 in 1989 naar 2.215 in 2023, wat neerkomt op een toename van meer dan 250%. De incidentie van plaveiselcelcarcinoom laat een gematigdere stijging zien.
Spreiding over Nederland
Het aantal diagnoses van adenocarcinoom van de slokdarm is in het noorden van Nederland en in delen van Zeeland hoger dan verwacht op basis van het Nederlandse gemiddelde. In Limburg, een deel van Zeeuws-Vlaanderen en rondom Amsterdam ligt het aantal diagnoses juist lager dan verwacht. Dit patroon wordt vooral gezien bij mannen. Bij vrouwen met de diagnose adenocarcinoom van de slokdarm is er geen verschil tussen de regio’s.
Bij het plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm zijn juist bij vrouwen regionale verschillen te zien. In Limburg en Zeeuws-Vlaanderen ligt het aantal diagnoses lager dan verwacht. Voor deze spreiding bij slokdarmkanker is geen duidelijke verklaring.
Bij maagkanker zien we, zowel bij mannen als vrouwen, in enkele regio’s verspreid over het land een hoger of lager aantal diagnoses dan verwacht op basis van het landelijke gemiddelde. Bekijk meer in de 'Nederlandse Kankeratlas', een uitgave van IKNL die de impact van kanker in Nederland per regio in beeld brengt.
INCIDENTIE - RISICOFACTOREN - POPULATIE - OVERLEVING
RISICOFACTOREN
Risicofactoren slokdarmkanker
In sommige delen van de wereld, met name in Azië en Zuid-Amerika, is de incidentie van slokdarmkanker aanzienlijk hoger, vooral wat betreft plaveiselcelcarcinoom. De oorzaak hiervan is multifactorieel, maar levensstijl en voedingsgewoonten lijken een belangrijke rol te spelen.
De volgende factoren zijn bekend als risicofactoren voor het ontwikkelen van slokdarmkanker:
* Omdat deze vergelijking op basis van absolute cijfers is gemaakt, is hierbij geen rekening gehouden met de veranderingen in de bevolking van Nederland.
Slokdarmkanker en het effect van rookpreventie
IKNL heeft berekend wat het effect is van rookpreventie op de toekomstige incidentie van slokdarmkanker. Als de doelen van de Nederlandse Kankeragenda** behaald worden, zouden er in Nederland in de periode 2024-2045 bijna 15.000 minder mensen slokdarmkanker krijgen.
** De Nederlandse Kankeragenda heeft als doel dat in 2032 nog slechts 5% van de volwassenen en 0% van de jongeren rookt. Meer informatie over dat preventiedoel en het effect op het aantal kankerdiagnoses dat IKNL heeft berekend, is hier te vinden.
Risicofactoren maagkanker
De bekendste risicofactor voor het ontstaan van maagkanker is een chronische infectie met de bacterie Helicobacter pylori. Door betere behandelingen komt deze bacteriële infectie steeds minder voor in de westerse wereld. Dat draagt bij aan de daling van het aantal mensen met maagkanker in Nederland sinds de jaren zestig.
Andere belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van maagkanker zijn:
- Overmatig alcoholgebruik
- Roken
- Hoge consumptie van gerookt en gezouten voedsel
- Erfelijke aanleg (3-5%)
Ook voor maagkanker geldt dat de incidentie in andere delen van de wereld, met name in Oost-Azië, aanzienlijk hoger ligt. Dit komt vooral door de hogere consumptie van voedsel dat met zout geconserveerd is. Ook komen in die gebieden vaker maaginfecties voor.
INCIDENTIE - RISICOFACTOREN - POPULATIE - OVERLEVING
OVERLEVING
Overleving bij slokdarmkanker
Sinds 1990 is de 5-jaars relatieve overleving (gecorrigeerd voor de verwachte sterfte van de Nederlandse bevolking) van patiënten met slokdarmkanker in Nederland gestegen van 10% (in de periode 1990-2000) naar 22% (in de periode 2017-2023).
De mediane overleving, het aantal maanden waarop de helft van de patiënten nog leeft en de andere helft is overleden, nam toe van 7,3 maanden in 1990-2000 naar 12,6 maanden in 2017-2023. Die stijging geldt zowel voor patiënten met het adenocarcinoom als voor mensen met het plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm.
De verbetering in overleving is waarschijnlijk te danken aan een verbetering van de behandelmethoden, de centralisatie van zorg en een betere samenwerking en doorverwijzing van ziekenhuizen.
Overleving bij maagkanker
Voor patiënten met maagkanker is de 5-jaars overleving sinds 1990 vrijwel stabiel gebleven rond de 20%.
De mediane overleving (het aantal maanden waarop de helft van de patiënten nog leeft) steeg marginaal: van 7,4 maanden in de periode 1990-2000 naar 8,6 maanden in 2017-2023.
Hoewel de omstandigheden voor maagkankerpatiënten verbeterden, wordt steeds vaker een diagnose gesteld van het diffuse type maagkanker, dat geassocieerd is met een slechtere overleving.