Vrouwen ervaren betere kwaliteit van leven na directe borstreconstructie

Vrouwen ervaren betere kwaliteit van leven na directe borstreconstructie

Vrouwen met borstkanker rapporteren een betere kwaliteit van leven, wanneer zij na een borstamputatie direct een borstreconstructie hebben gekregen. Uit onderzoek van Annelotte van Bommel (LUMC, DICA) en collega’s blijkt dat deze vrouwen een hogere mate van psychosociale, seksuele en fysieke welbevinden ervaren. Deze uitkomsten ondersteunen de aanbeveling om een directe borstreconstructie als optie te bespreken met patiënten die in aanmerking komen voor een borstamputatie.

Een directe borstreconstructie na een borstamputatie (mastectomie) kan bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten met borstkanker. In richtlijnen wordt aanbevolen om deze optie te bespreken met alle patiënten die geïndiceerd zijn voor een borstamputatie. Eerder onderzoek heeft echter aangetoond dat er substantiële variatie is tussen ziekenhuizen in het percentage borstreconstructies in Nederland, welke beïnvloed worden door patiënt-, tumor- en ziekenhuisfactoren en overtuigingen van artsen.

Een goede informatievoorziening kan een positieve impact hebben op het kiezen voor een borstreconstructie en daarmee ook bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van leven. In deze studie is de door patiënten gerapporteerde kwaliteit van leven onderzocht na een borstamputatie met en zonder een directe borstreconstructie.

Studieopzet

De onderzoekers verspreidden een online vragenlijst, met daarin opgenomen de gevalideerde BREAST-Q-vragenlijst, onder een representatieve steekproef van 1.218 patiënten die behandeld waren met een borstamputatie. De scores op de BREAST-Q-vragenlijst werden vergeleken tussen patiënten die een borstamputatie kregen met en zonder directe borstreconstructie.

Resultaten

In totaal werden de reacties van 445 patiënten opgenomen in de analyses, onder wie 281 patiënten mét en 164 zónder directe borstreconstructie. Patiënten mét een borstreconstructie lieten significant hogere scores zien op psychosociaal welbevinden (75% versus 67%), seksueel welbevinden (62% versus 52%) en fysiek welbevinden (77% versus 74%) vergeleken met patiënten zónder borstreconstructie. Multivariate regressieanalyses leverde vergelijkbare resultaten op en laat zien dat een directe borstreconstructie een onafhankelijke factor is voor een betere patientgerapporteerde kwaliteit van leven.

Een opmerkelijke uitkomst, in tegenstelling met andere studies, is dat er geen statistisch significant verschil werd gevonden voor ‘tevredenheid met borsten’ (64 versus 62). Een verklaring hiervoor kan zijn dat patiënten zonder directe borstreconstructie de esthetische consequenties van de borstamputatie accepteren. Dit wordt ondersteund door reacties van 16 patiënten, waarin zij aangeven bewust niet voor een borstreconstructie te hebben gekozen.

Conclusies en aanbevelingen

Annelotte van Bommel en collega’s concluderen dat patiënten met borstkanker die een directe borstreconstructie krijgen na een borstamputatie een betere kwaliteit van leven rapporteren op belangrijke aandachtspunten als psychosociale, seksuele en fysieke welbevinden. Deze uitkomsten ondersteunen de aanbeveling om de optie van een directe borstreconstructie te bespreken met alle patiënten die in aanmerking komen voor een borstamputatie.

Dit biedt tevens ruimte voor gezamenlijke besluitvorming in een tijdperk waarin patiënten, na het ontvangen van alle relevante informatie, zelf beslissen of zij wel of geen borstreconstructie willen. Omdat de overlevingscijfers van patiënten met borstkanker hoog zijn, is een noodzakelijke verschuiving mogelijk in de richting van verbetering van de kwaliteit van leven na de behandeling.

Over deze studie

Een sterk punt van deze studie is de inclusie van een representatieve steekproef patiënten met borstkanker uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De vragenlijsten werden aangeboden via PROFILES, het patiëntenvolgsysteem van IKNL in samenwerking met Tilburg University heeft ontwikkeld. De studie was mede mogelijk dankzij een subsidie van KWF Kankerbestrijding.