Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Het aandeel patiënten gediagnosticeerd met stadium-IV-melanomen van onbekende primaire cellen (MUP) is tussen 2003 en 2016 gestegen tot meer dan de helft van de totale MUP-incidentie. De algehele overleving van deze patiënten lijkt echter significant te zijn verbeterd (van vier naar elf maanden) sinds de introductie van nieuwe therapiemogelijkheden, zo blijkt uit onderzoek van Daniëlle Verver (Erasmus MC) en collega’s. Deze bevindingen zijn zeer relevant voor de klinische praktijk. De verwachting is dat de algehele overleving van patiënten met deze ziekte verder zal aanhouden, zelfs bij patiënten met traditioneel slechtere behandeluitkomsten.
Neoadjuvante chemoradiotherapie plus chirurgie dient bij patiënten met curabel adenocarcinoom van de slokdarm als voorkeursbehandeling geadviseerd te worden. Bij patiënten met plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm (met twee of meer comorbiditeiten of een leeftijd van 75 jaar of ouder) lijkt definitieve chemoradiotherapie tot vergelijkbare overlevingsresultaten te leiden als neo-adjuvante therapie gevolgd door een resectie. Dat concluderen Zohra Faiz (UMC Groningen) en collega’s in Annals of Surgical Oncology op basis van onderzoek met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Extra prospectieve studies zijn volgens de onderzoekers nodig om tot een betere selectie van patiënten te komen.
lees verderPatiënten met wekedelensarcomen die behandeld zijn in ziekenhuizen met een hoog chirurgisch behandelvolume blijken, als het gaat om hooggradige en diepgelegen tumoren, een betere 10-jaarsoverleving te hebben vergeleken met patiënten die behandeld zijn in ziekenhuizen met een laag of gemiddeld volume. Dat concluderen Melissa Vos (Erasmus MC) en collega’s in een studie in de European Journal of Cancer. De onderzoekers pleiten daarom voor centralisatie van deze zorg in multidisciplinaire expertisecentra en het opstellen van striktere verwijzingsrichtlijnen voor patiënten op verdenking van of met een bevestigd wekedelensarcoom.
lees verderRadiotherapiegerelateerd angiosarcoom (RAAS) is een ernstige, maar late en zeldzame complicatie van radiotherapie als behandeling voor borstkanker. Uit onderzoek van Anouk Rombouts (Radboudumc) en collega’s blijkt dat, ongeacht het wel of niet toevoegen van radiotherapie, de 5- en 10-jaarsoverleving van de patiënten met RAAS stabiel blijft op 41% respectievelijk 25%. In lijn met eerdere studies heeft het toevoegen van radiotherapie, vergeleken met uitsluitend chirurgische behandeling, géén significant effect op de overleving van RAAS-patiënten. Wel toont deze studie aan dat chirurgie altijd een onderdeel dient te zijn van de behandeling van RAAS.
lees verderEndocriene therapie, chemotherapie, en trastuzumab in combinatie met chemotherapie verlagen het risico op het ontwikkelen van contralaterale borstkanker. Echter, elke vorm van adjuvante systemische therapie blijkt een andere impact te hebben op de verdeling van het subtype van de contralaterale borstkanker. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van Iris Kramer (NKI) en collega’s in de Journal of the National Cancer Institute (Oxford University Press). De grootste risicoreductie werd waargenomen bij taxaanbevattende chemotherapie en bij aromataseremmers. De uitkomsten van deze studie leveren (nog) geen duidelijke indicatie om de huidige richtlijnen voor adjuvante, systemische therapie te herzien.
lees verderHet project PATH (Predictieve Analyse voor THerapie) is een samenwerkingsverband tussen 35 pathologieafdelingen, oncologen, longartsen, PALGA en IKNL om de moleculaire predictieve diagnostiek in Nederland te optimaliseren. Hierbij wordt gefocust op moleculaire analyses die van belang zijn voor de therapiekeuze bij patiënten met colorectaal carcinoom, niet-kleincellig longcarcinoom, melanoom, of gastro-intestinale stromaceltumoren. In deze tumoren kunnen mutaties in het DNA van een tumor voorspellen welke patiënten wel of geen baat zullen hebben bij de behandeling met doelgerichte therapieën. Onderzocht wordt hoe deze moleculaire analyses worden uitgevoerd en gebruikt voor het selecteren van de meest adequate behandeling.
lees verderEen deel van de patiënten met stadium II dikkedarmkanker heeft baat bij adjuvante chemotherapie na het ondergaan van een operatie waarbij de dikke darm gedeeltelijk wordt verwijderd. Een nauwkeurige selectie van patiënten is van groot belang om patiënten enerzijds optimale overlevingskansen te bieden en anderzijds de toxiciteit van onnodige chemotherapie te besparen. De huidige manier van selecteren is grotendeels gebaseerd op klinische en pathologische factoren, maar inmiddels maken moleculaire technieken een betere prognostische classificatie mogelijk. De PATTERN-studie richt zich op het verbeteren van deze selectie voor adjuvante therapie.
lees verderVrouwen met diabetes type 2 lijken, in vergelijking met vrouwen zonder diabetes, een verhoogd risico te hebben op het ontwikkelen van een agressievere vorm van borstkanker. Jetty Overbeek (VUmc, PHARMO Institute) en collega’s komen tot deze conclusie op basis van een studie, waarin een koppeling is gemaakt tussen gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en de PHARMO-databank over geneesmiddelengebruik. De onderzoekers vonden geen verschillen in borstkankerkenmerken tussen vrouwen met diabetes type 2 die wel of geen insuline gebruikten.
lees verder