Niet altijd overlevingswinst door langer behandelen met aromataseremmer bij vroeg-stadium borstkanker
Er is geen significant verschil in de ziektevrije overleving van postmenopauzale vrouwen met hormoongevoelige borstkanker in een vroeg stadium, wanneer zij na initiële hormoonbehandeling (2-3 jaar tamoxifen en 2-3 jaar anastrozol) nog 3 jaar extra behandeld worden met anastrozol (een type aromataseremmer). Vrouwen met zowel een oestrogeen- als progesteronreceptorpositieve tumor in combinatie met ongunstige primaire tumorkenmerken hebben wel baat bij een langere hormoonbehandeling. Dat blijkt uit de DATA-studie, een gerandomiseerde fase-III-studie onder leiding van prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen (MUMC+). Recent leverden Tjan-Heijnen en haar collega’s de laatste resultaten op.
De DATA-studie (BOOG 2006-01) is opgezet vanuit het Maastricht UMC+ en de BOOG en werd ondersteund door het IKNL-trialbureau. De studie werd gefinancierd door AstraZeneca.
Geen significant verschil in ziektevrije overleving
Het absolute verschil in 10-jaarsziektevrije overleving tussen vrouwen die 3 (66%) of 6 (69.2%) jaar anastrozol gebruikten na behandeling met tamoxifen was 3,2%. Dit verschil was niet significant. Twee vergelijkbare studies uit Italië en Amerika vonden vergelijkbare overlevingscijfers en verschillen, al bleek in deze studies het verschil wel significant. Tjan-Heijnen zet vraagtekens bij het nut van langere behandeling met aromataseremmers voor álle vrouwen met vroeg-stadium hormoongevoelige borstkanker. ‘We zagen dat de overlevingscurves vrijwel gelijk liepen over de hele follow-upperiode tussen de twee groepen. Je kunt daar over dubben. Aromataseremmers worden ook niet door iedereen even goed verdragen, omdat het de effecten van de overgang versterkt. Voor mij is het zonneklaar dat je niet alle vrouwen met hormoongevoelig vroeg-stadium borstkanker een verlengde behandeling moet geven. Anderen zullen liever op de meta-analyse van onze studie en de studies uit Italië en Amerika wachten om een beslissing te maken. Dat snap ik wel.’
Wel significant effect bij oestrogeen- én progresteronpositieve tumor
Er is een subgroep van patiënten waar de langere behandeling met anastrozol wel significant effect heeft. De 10-jaarsziektevrije overleving van vrouwen bij wie zowel oestrogeen als progesteron tot expressie komen in de tumor verschilde significant wanneer vrouwen 6 jaar aromataseremmers hadden gebruikt t.o.v. 3 jaar; de overleving bij gebruik van 6 jaar anastrozol was na 10 jaar 6,4% hoger. ‘Dit is wat we tegenwoordig zelf aanhouden: als een patiënt een borsttumor heeft met ongunstige kenmerken en beide hormoonreceptoren, dan geven we verlengde hormoontherapie,’ vertelt Tjan-Heijnen. ‘Omdat we in die situatie kunnen zeggen dat er echt een klinisch relevant voordeel is.’ Tjan-Heijnen en haar collega’s wijzen in hun artikel ook op het belang van een nog uit te voeren meta-analyse om te achterhalen welke (andere) subgroepen eventueel profiteren van een langere hormoonbehandeling.
Ondersteuning bij landelijke studie
Het MUMC+ is sinds 2015 verrichter van de DATA-studie, daarvoor was dit AstraZeneca. De studie is opgezet met hulp van de BOOG, de Borstkanker Onderzoek Groep. Tjan-Heijnen: ‘Het opzetten van BOOG is echt een goede ontwikkeling geweest voor het borstkankeronderzoek in Nederland, om zo mensen bij elkaar te brengen.’ Daarnaast ondersteunde het IKNL-trialbureau de DATA-studie op meerdere vlakken, waaronder invullen CRF’s (lokaal datamanagement) en het coördineren van de dataverzameling inclusief database-ontwerp en controle van de data (centraal datamanagement). ‘Mensen onderschatten vaak hoeveel werk het is om een studie te coördineren, zeker een zoals deze waarbij zoveel ziekenhuizen meedoen,’ vertelt Tjan-Heijnen. ‘Het is dan heel fijn dat een organisatie als IKNL samen met BOOG contacten door het hele land heeft, op de juiste plekken, zodat je als onderzoeker niet overal zelf opnieuw contact moet leggen. Ook zit datamanagement echt in het DNA van IKNL. Het IKNL-trialbureau doet dat veel efficiënter dan wanneer je dat zelf allemaal zou moeten optuigen. Ik was blij dat ik dat allemaal uit handen kon geven. Je houdt als onderzoeker veel meer tijd over om op het onderzoek zelf te focussen.
Lees meer over de dienstverlening van het IKNL-trialbureau
DATA-studie samengevat
De DATA-studie startte in juni 2006. Tot en met augustus 2009 werden in 79 ziekenhuizen 1912 vrouwen met hormoongevoelige borstkanker zonder uitzaaiingen geïncludeerd. Deze vrouwen hadden een behandeling met 2 of 3 jaar tamoxifen ondergaan, waarna geloot werd voor een behandeling van 3 of 6 jaar anastrozol. Na 3 jaar anastrozol waren 1660 van de geïncludeerde vrouwen ziektevrij. Voor de analyse zijn alleen deze vrouwen meegenomen, omdat na dit moment pas een verschil in behandelduur optrad. De primaire uitkomstmaat van de DATA-studie was de ziektevrije overleving. Secundaire eindpunten waren de algehele overleving, de bijwerkingen van de verlengde behandeling en het optreden van eierstokfunctieherstel na chemotherapie bij een subset van patiënten. De resultaten zijn gebaseerd op een mediane follow-up periode van 10 jaar na 3 jaar gebruik van anastrozol (en 2-3 jaar tamoxifen). Gezien de lange follow-up zijn de laatst gepubliceerde resultaten als definitief te beschouwen.
Meer informatie over de DATA-studie
Neem contact op met het trialbureau van het MUMC+, bekijk de MUMC+-website of lees het laatste artikel over de DATA-studie:
- Extended adjuvant aromatase inhibition after sequential endocrine therapy in postmenopausal women with breast cancer: follow-up analysis of the randomised phase 3 DATA trial. Tjan-Heijnen VCG et al.; Dutch Breast Cancer Research Group (BOOG) for the DATA Investigators.EClinicalMedicine. 2023 Mar 20;58:101901.