Vaker naar de huisarts bij prostaatkankerklachten, behalve bij seksuele problemen

Nazorg na kanker hoeft niet altijd in het ziekenhuis plaats te vinden. 'Prostaatkanker leent zich waarschijnlijk goed voor nazorg door de huisarts omdat terugkeer van de ziekte bijvoorbeeld goed is te monitoren,' zegt onderzoeker Nicole Ezendam (IKNL). 'Daarom hebben we onderzocht welke prostaatkankerpatiënten bij de huisarts komen en met welke klachten.' Uit dit onderzoek van Ezendam en Barbara Wollersheim (AVL) bleek dat mannen die contact met de huisarts zochten, vaker klachten hadden door de prostaatkanker of behandeling ervan, vooral na operatieve of hormonale behandeling. Er was geen relatie tussen het ervaren van seksuele problemen en het contact met de huisarts. 

Kanker komt steeds vaker voor en daardoor hebben meer mensen nazorg nodig. De huisarts is de spil in het web van de zorg en mogelijk kan die deze rol ook vervullen bij de nazorg na kanker. 

Studie huisartsbezoek en klachten

Voor dit onderzoek gebruikten de onderzoekers gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie. Ze selecteerden patiënten bij wie de diagnose prostaatkanker tussen 2007 en 2013 was vastgesteld. Vervolgens keken ze welke patiënten vragenlijsten over prostaatkankerklachten en tevredenheid over het contact met de huisarts hadden ingevuld via de databank PROFILES. Tussen de diagnose en het invullen van de vragenlijsten zaten ten minste zes maanden.

Contact met de huisarts na kanker

Ongeveer de helft van de 475 patiënten die alle vragenlijsten hadden ingevuld, zocht contact met de huisarts en zo’n 16 procent van hen gaf aan meer contact te willen. Ezendam: 'Blijkbaar weten patiënten met klachten door prostaatkanker de weg naar de huisarts te vinden, maar ik kan me voorstellen dat het voor de patiënt niet altijd duidelijk is dat de klachten door prostaatkanker komen, of dat ze ermee bij de huisarts terecht kunnen.'

Zo vonden de onderzoekers geen relatie tussen het ervaren van seksuele problemen en het contact met de huisarts. 'Voor de patiënt is het lastig om seksuele problemen na kanker aan te kaarten. Vanwege schaamte, maar ook omdat ze niet altijd weten dat ze seksuele problemen met de huisarts mogen bespreken. Daarom is het echt een taak van de arts om dit onderwerp bespreekbaar te maken,' aldus Ezendam.

Patiënten die contact met de huisarts zochten, ervaarden vaker klachten door de prostaatkanker of behandeling ervan – vooral na operatieve of hormonale behandeling – en gebruikten vaker incontinentiemateriaal. Daarnaast waren ze meer tevreden over het contact met hun huisarts, hadden ze meer vertrouwen in hun huisarts en waardeerden ze de kennis van de huisarts hoger dan patiënten die geen contact met de huisarts opnamen.

Nazorg na kanker structureler bij de huisarts

Nu de onderzoekers hebben vastgesteld dat een groot deel van de patiënten met prostaatkankerklachten te rade gaat bij de huisarts, is de volgende vraag of de nazorg ook structureler in de huisartsenpraktijk georganiseerd kan worden? Daarom coördineert Wollersheim een gerandomiseerde studie die de nazorg door het ziekenhuis vergelijkt met die door de huisarts. De deelnemende huisartsen krijgen een richtlijn waarin onder andere staat wanneer de periodieke PSA-bepalingen moeten plaatsvinden en wat ze kunnen doen voor patiënten met prostaatklachten en seksuele problemen.

Klinische studie nazorg na kanker

De studie heeft niet als doel om te ontdekken wie het beter doet, maar de onderzoekers verwachten wel dat ziekenhuizen en huisartsen de nazorg net iets anders aanpakken. 'Ziekenhuizen organiseren nazorg vanuit het ziekenhuis. Dat wil zeggen dat ze de patiënt periodiek oproepen voor een PSA-bepaling,' zegt Wollersheim. 'Doet de huisarts dat ook? Of legt die de regie meer bij de patiënt om de afspraak voor de periodieke PSA-bepaling te maken?'

Een andere belangrijke pijler waar de onderzoekers naar kijken is de continuïteit van zorg. Niet alle nazorg kan bij de huisarts plaatsvinden, zoals de PET/CT-scan PSMA die patiënten moeten ondergaan als de PSA-waarde te hoog is. 'De huisarts moet de patiënt hiervoor naar het ziekenhuis verwijzen waardoor het langer kan duren voordat de scanuitslag met de patiënt wordt besproken. De vraag is, hoelang duurt dit bij de huisarts in vergelijking met patiënten die de nazorg volledig via het ziekenhuis krijgen?'

Antwoorden op deze vragen hebben Wollersheim en haar collega’s nog niet, want de studie loopt nog. Wel zijn alle patiënten geïncludeerd en worden ze al een jaar gevolgd. De totale follow-up per deelnemer is twee jaar. Meerdere ziekenhuizen werken aan de studie mee. Initiatiefnemers zijn onder andere het Antonie van Leeuwenhoek (AVL) en de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Amsterdam UMC.

Bronnen

  • Wollersheim BM, van Eenbergen M, van Asselt KM, Fossion LMCL, Koldewijn EL, Oddens JR et al. Type of treatment, symptoms and patient satisfaction play an important role in primary care contact during prostate cancer follow-up: results from the population-based PROFILES registry. BMC Fam Pract. 2021 Nov 4;22(1):218. Open access.
  • Wollersheim BM, van Asselt KM, van der Poel HG, van Weert HCPM, Hauptmann M, Retèl VP et al. Design of the PROstate cancer follow-up care in Secondary and Primary hEalth Care study (PROSPEC): a randomized controlled trial to evaluate the effectiveness of primary care-based follow-up of localized prostate cancer survivors. BMC Cancer. 2020 Jul 8;20(1):635. Open access.